Living on the edge met Jan Lauwers (Needcompany): ‘Kunst is nooit een oplossing’

Jan Lauwers: 'Ik ben een activist gebleven, maar ik zorg ervoor dat de activist niet in mijn atelier komt.' © Phile Deprez, Jean-Pierre Stoop
Els Van Steenberghe
Els Van Steenberghe Els Van Steenberghe is theaterrecensent.

Jan Lauwers presenteert tijdens de Ruhrtriënnale Al het goede, een openhartige voorstelling geïnspireerd door een bezoek aan de Gazastrook. ‘Durven, daar draait het bestaan om. Waarom zou je je wentelen in cynisme?’

‘Om ’s nachts een fijne bar te vinden in het pikdonkere Ramallah moet je de geweerschoten in de verte negeren en de verlichte kerstbomen van de christenen volgen. Hoe geschift is dat?’ lacht Jan Lauwers. Hij zit aan de andere kant van de telefoon in Gladbeck, aan de noordrand van het Ruhr-gebied. Daar repeteert hij op uitnodiging van het muziektheaterfestival Ruhrtriënnale voor de voorstelling Al het goede.

Met uitzicht op een scène die opgesmukt is met 800 glazen vaasjes – ‘gemaakt door een Palestijn die aanvankelijk niets van me wilde weten’ – vertelt hij over de reis die hij ter voorbereiding maakte. ‘Vorig jaar, in november, heb ik de Palestijnse stad Hebron bezocht. Wat je daar ziet, haalt je onderuit. Er hebben zich veel Joodse kolonisten gevestigd – tenminste, ze palmen de eerste verdiepingen van de huizen in. Op de benedenverdiepingen wonen de Palestijnen. Als hun bovenburen iets kwijt willen – huisvuil en grofvuil -, gooien ze dat op straat. Daarom hebben de Palestijnen een soort netten gespannen, waarin de kapotte wasmachines en computers van hun bovenburen belanden. Hoe meer afval er gedumpt wordt, hoe donkerder hun leven wordt. Die straten worden haast tunnels. Nog nooit heb ik zo’n perverse manier van samenleven gezien. Ja, ik heb geweend. Tom Rummens, de dramaturg van LOD Muziek- theater, was er ook. Hij heeft me nadien een pakkende brief geschreven. Die publiceren we in onze programmabrochure, of de ceo van de Ruhrtriënnale dat nu wil of niet.’

Kunstenaars worden gedwongen om een politiek correct standpunt in te nemen. Dat is gevaarlijk, en ondermijnt de kunst.

Wat heeft ceo Vera Battis-Reese in de melk te brokkelen?

Jan Lauwers: Niets. Nadat ik haar de tekst had bezorgd, vroeg ze me enkele zinnen te schrappen, waaronder deze: ‘Het was pure waanzin om te zien en te voelen hoe onderdrukkers een sardonisch plezier weten te putten uit het vernederen en pesten van de onderdrukten.’ Maar zoals de Belgen met een postkoloniaal schuldgevoel kampen tegenover Congo omdat we er minstens 10 miljoen mensen vermoordden, zo gaan de Duitsers gebukt onder een schuldgevoel tegenover de Joden na wat hen in de Tweede Wereldoorlog is aangedaan. Dus wilde de ceo die ene zin eruit om de Joden niet te schofferen. Wel, dat zal niet gebeuren. We hebben het uitgepraat en er wordt niets gecensureerd.

In de trailer stelt u de verschillende performers – uw vrouw, uw dochter, uw zoon, de muzikant, de soldaat – voor terwijl u door hen enthousiast op de wang gekust wordt. Intussen benoemt u ‘de problemen’. Het klimaat, Facebook, uw zoon: ‘Dat is een probleem’, zegt u droog. Wat vindt u het grootste probleem?

Lauwers: Het klimaat – dat is het enige probleem dat ik niet aanraak in dit stuk – en empathie. Er is een gebrek aan mededogen met élke mens, ook degene wiens standpunt je niet deelt. Daar kun je als kunstenaar toe bijdragen zonder ‘de oplossing’ aan te reiken. Kunst is nooit een oplossing. Ook al worden kunstenaars vandaag gedwongen om een politiek correct standpunt in te nemen. Dat is vooral gevaarlijk en ondermijnt de kunst.

‘Politieke kunst vernietigt de schoonheid van de politiek’, zegt u in die trailer. Licht u dat eens toe?

Lauwers: Politiek is een van de mooiste beroepen ter wereld omdat politici gedreven worden door idealisme. Maar politiek is ook de kunst van het compromissen sluiten. Dat talent mis ik. (lacht) Als kunstenaar ben je vrij en mag je alles doen, behalve compromissen sluiten. De titel Al het goede wijst op wat kunst wél kan doen: het goede zijn en tonen.

Ik ben altijd al een politieke jongen geweest. Als jongeman was ik actief lid van het Antwerps Palestina Komitee. Ik ontwierp de affiches. En in Hoboken, waar ik ben opgegroeid, richtte ik mee de Oxfam Wereldwinkel op. Ik richtte de etalages in, mét een politieke boodschap. Die lokten te veel reactie, het moest neutraler. Sindsdien weet ik dat kunst en politiek niet te verenigen vallen. Ik ben een activist gebleven, maar ik zorg ervoor dat de activist niet in mijn atelier komt. Of toch zo min mogelijk. Toen mijn geliefde Grace Ellen Barkey en ik in 1986 Needcompany oprichtten, was dat ook een politieke daad.

Een gezelschap oprichten met uw lief was een politieke daad?

Lauwers: Het Vlaams Blok rukte op, dus ik wilde antinationalistisch theater maken. Maar ik ben een schrijver, ik schrijf in mijn moedertaal. Ik besliste om op het podium mijn moedertaal te onderdrukken en ook andere talen te laten weerklinken. We speelden internationaal teksttheater zonder ondertiteling. Dat was toen uniek. Intussen werken we al dertig jaar zo. In Al het goede staan er zes nationaliteiten op de scène.

AL HET GOEDE 'We vieren het leven tot we niet meer kunnen vieren.'
AL HET GOEDE ‘We vieren het leven tot we niet meer kunnen vieren.’© Phile Deprez, Jean-Pierre Stoop

Onder hen de Israëlische ex-elitesoldaat en danser Elik Niv. Hoe hebben jullie elkaar gevonden?

Lauwers: Via de Biënnale van Venetië. In 2015 gaf ik een masterclass tijdens de Biennale College Teatro. Elik Niv was een van de deelnemers en vertelde me zijn verhaal. Weet u wat elitesoldaten zijn? Een soort special forces die er na vijf jaar training opuit gestuurd worden om tijdens clandestiene missies mensen uit te schakelen. ‘Ja, ik heb veel gedood voor mijn land’, vertelde Elik me. Op een van zijn missies kreeg hij een ongeluk. Zijn beide benen werden verbrijzeld. Na zijn revalidatie werd hij danser. En hij staat ook niet meer achter wat hij als soldaat deed. Israël straft ex-soldaten die zo’n mentale switch maken. Toch wilde ik zijn verhaal op de scène vertellen – en hij ook. We werkten een eerste keer samen in Oorlog en Terpentijn (2017), omdat ik wilde achterhalen wat voor een performer hij is. Nadien begonnen we met Al het goede. De dag dat ik naar Israël ben gereisd om hem te interviewen, brandde Brussel. Molenbeek werd een van de gevaarlijkste plekken ter wereld genoemd. Die dag ontstond de kiem van dit stuk. Wat voor mij het hart van de wereld is, de plek waar ik woon en werk, was voor de wereld het hart van het kwaad. In Al het goede plaats ik mijn gezin letterlijk in het hart van de scène en de wereld eromheen.

Een andere inspiratiebron is de wereldvisie van uw dochter Romy Louise. Zij gelooft dat de wereld goed is, staat in de perstekst. Bent u bezorgd om zoveel naïviteit?

Lauwers:(verstoord) Is dat naïef? Romy Louise ging als baby mee op wereldtournee met Needcompany. Net als haar broer Victor. Intussen hebben ze allebei voor een leven als kunstenaar gekozen. Romy Louise reist graag in haar eentje de wereld rond. Ze trok al naar Libanon, naar Iran. Haar visie is oprecht en inspireert haar als actrice en mij als maker. Zij is als een muze voor me. Op de scène zie ik haar trouwens niet als een dochter maar als een performer. Al het goede begint met een scène waarin ze terugkeert van een reis en een kunstenaar ziet die in zijn atelier een werk afmaakt. Die kunstenaar ben ik. Benoît Gob speelt mij, terwijl ik vanaf de zijlijn toekijk.

Welk verhaal vertelt Al het goede?

Lauwers: Vanuit die beginscène ontspint zich een verhaal dat ik deels aan de schrijftafel en deels in de repetitieruimte heb geschreven. Elke performer vertelt zijn geschiedenis en hoe die mijn identiteit kleurt. Romy speelt het schilderij L’Origine du monde (1866) van Gustave Courbet na. Dat schilderij werd onlangs nog gecensureerd op Facebook omdat er een vagina op afgebeeld wordt. (snel) Nóg een probleem dat we moeten aanpakken: sociale media. Zij creëren eenzaamheid, eentonigheid – iedereen wil hetzelfde zijn en hetzelfde leuk vinden – en zaaien daardoor terreur tegen het andere en zelfs tegen het orgaan dat de bron van elk leven is. Romy noemt Courbet in het stuk een ‘haan zonder kop die een kut zonder kop schilderde’. (stilte) Gisteren repeteerden we de scène opnieuw. Weet u wat ze me vertelde?

800 palestijnse flesjes 'In zo'n klein, kwetsbaar object ligt de verbondenheid van twee bevolkingsgroepen die elkaar het leven zuur maken.'
800 palestijnse flesjes ‘In zo’n klein, kwetsbaar object ligt de verbondenheid van twee bevolkingsgroepen die elkaar het leven zuur maken.’© Phile Deprez, Jean-Pierre Stoop

Nee.

Lauwers:(apetrots) Ik word grootvader! Ondanks alles op deze wereld ben ik heel gelukkig. Ja, er zijn mensen die geen kinderen op deze wereld willen zetten. Maar waarom niet? Waarom zou je jezelf het grootste geluk ontzeggen? Waarom zou je je eigen geluk niet maken? Dat durven – véél durven -, daar draait het bestaan om. Waarom zou je je wentelen in cynisme en niet kiezen voor al het goede?

Toen uw vader stierf, vierde u het leven in De kamer van Isabella (2004), waarin Viviane De Muynck een blinde vrouw speelt die haar leven overschouwt. Ze deed dat op een scène vol objecten uit de collectie Egyptische kunst van uw vader, en omringd door sensueel dansende performers. ‘We go on and on and on’, zongen jullie toen.

Lauwers:That’s the spirit. Misschien is het een vorm van lafheid en wil ik de dood draaglijk maken door het leven te blijven vieren? Mijn Grace vecht al jaren tegen het Lynch-syndroom. Ze heeft al vier keer kanker gehad. Elk halfjaar wordt gekeken of ze nog verder kan leven. Tijdens de repetities van Al het goede werd er weer een tumor verwijderd. Dit is écht living on the edge. We vieren het leven tot we niet meer kunnen vieren.

Waarom blikt u tijdens dat vieren zo graag terug?

Lauwers: Ik ben niet zozeer verknocht aan het verleden, ik ben geboeid door hoe geschiedenis onze identiteit, ons leven kleurt. Dat leven is feesten. Dat wil ik in mijn werk overbrengen. Het is dansen, lachen, beminnen, muziek maken. Ondanks alles. Die muziek wordt zoals steeds gecomponeerd door Maarten Seghers. Zijn muziek geeft de scènes extra glans, ze stuurt ze.

Die scènes ontplooien zich op een podium waar het centrale decorstuk bestaat uit 800 vaasjes. Wat stellen die voor?

Lauwers: Tijdens mijn tocht door Hebron ontmoette ik een man die een van de laatste ambachtelijke glasblazers bleek te zijn. Ik stapte op hem af en deed een aanbod. Ik wilde dat hij mijn decor zou maken. Hij negeerde me. Door de bemiddeling van een Palestijnse vrouw kon ik hem uitleggen wie ik was en wat ik wilde. Hij heeft alle vaasjes geblazen. De christenen in de stad gebruiken zulke vaasjes als kerstversiering, de moslims gebruiken ze als symbool voor de traan van Allah. Een moslim moet elke dag een traan laten voor Allah. In zo’n klein, kwetsbaar object ligt de verbondenheid van twee bevolkingsgroepen die elkaar het leven zuur maken.

Misschien is het een vorm van lafheid en wil ik de dood draaglijk maken door het leven te blijven vieren?

Begin dit jaar verwees u naar onderhandelingen met het Israël Festival. Hebt u al beslist of u er zult spelen?

Lauwers: Nee. De organisatoren zijn uitgenodigd om de première bij te wonen. Dan praten we verder. De Israëlische succesauteur David Grossman zei me: ‘Niet komen, betekent dat je niet bestaat.’ Tja. Ik heb de festivalorganisatie voorgesteld om het stuk te spelen in Jeruzalem én in Bethlehem, die stad ligt vlakbij en heeft een mooi theater. Israël ging akkoord, de Palestijnen waren boos. Als we in Israël spelen, dan is het decor in ieder geval Palestijns, dankzij die glasblazer.

Hoe eindigt Al het goede?

Lauwers: Starend naar De kruisafneming, het schilderij dat Rogier van der Weyden tussen 1432 en 1435 maakte. Dat vind ik een van de beste schilderijen ter wereld. Mijn generatie is opgegroeid met een religie die je tekent. Ik ben niet meer gelovig maar ik ben gedoopt, ging als kind ’s zondags naar de kerk en het eerste wat ik vanuit mijn kinderbedje zag, was een kruisje aan de muur waaraan Jezus hing met nagels in zijn handen en voeten. Wat een beeld! Gruwelijk, en tegelijk van een ontroerende schoonheid. Als kind heb ik die handen urenlang proberen te tekenen.

Dat schilderij van Rogier van der Weyden is de belichaming van het christelijke denken. Je ziet lijden, je ziet de moeder vallen maar je ziet, ook hier, de zorgvuldig aangebrachte tranen op Maria’s gezicht. Tranen begrijpen we allemaal, dan doet overtuiging er niet meer toe. Ik hoop dat iedereen nadien volledig in de war maar met een grote glimlach de zaal verlaat.

De Belgische première van Al het goede vindt plaats tijdens het festival December Dance in Brugge. Needcompany is curator van het festival, en we organiseren ook een expo: Groetjes uit Molenbeek. En volgende zomer maak ik een enorme productie voor de Salzburger Festspiele, maar daar mag ik nog niets over verklappen.

Staat er een wiegje op de scène?

Lauwers:(brede glimlach) Ja!

Needcompany, Al het goede, première 20/08 op de Ruhrtriënnale. Belgische première: 14/12, December Dance, Brugge.

Info: www.needcompany.org, www.ruhrtriennale.de

Jan Lauwers

1957: geboren in Antwerpen

1975-1977: studeert schilderkunst (Kunstacademie Gent)

1979: richt Epigonentheater op

1986: richt Needcompany op

1996: slaat gensters met Needcompany’s Macbeth

2004: wereldsucces met Isabella’s Room

2009-2014: artist in residence in het Burgtheater (Wenen)

2014: Gouden Leeuw Lifetime Achievement Award op de Biënnale van Venetië

2017: bewerkt Oorlog en Terpentijn (Stefan Hertmans)

2018: debuteert als operaregisseur tijdens de Salzburger Festspiele met L’incoronazione di Poppea

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content