Ludo Abicht
Links en Vlaams: wat is het probleem?
Complexloos en open Vlaming zijn: Ludo Abicht ziet er geen graten in, ook al hebben naar zijn mening heel wat vertegenwoordigers van de Vlaamse Beweging bewust en onbewust bijgedragen tot een karikaturale voorstelling ervan.
Links en Vlaams: wat is het probleem?
Dit essay is ontstaan uit nostalgie, verbazing en ergernis. Nostalgie naar de gesprekken met mijn vader, een dubbel weeskind van de Groote Oorlog, over een zekere priester Daens, een man voor wie de sociale strijd en de culturele emancipatie van de gewone Vlaamse mensen vanzelfsprekend samenvielen. Nostalgie ook naar de lange en verhitte discussies binnen de redactie van het progressief flamingantische maandblad ‘Het Pennoen’, de drijvende kracht achter de eerste en voorlopig laatste massale betoging voor ‘sociale en culturele structuurhervormingen’ in 1963 in Antwerpen. Het waarschijnlijk luidste applaus van de toeschouwers gold toen een delegatie van Waalse metaalarbeiders die samen opstapten met hun Vlaamse kameraden uit de Limburgse mijnen.
Collaboratie of identitaire krampachtigheid
Maar ook verbazing en ergernis over het feit dat de laatste dertig jaar, zowaar de tijd van een hele generatie, Vlaamse intellectuelen en trendsetters er bijna in geslaagd zijn de hele Vlaamse ontvoogdingsbeweging ofwel te reduceren tot een nauwelijks verhulde apologie van de collaboratie, of tot een bijzonder lelijke vorm van identitaire krampachtigheid, achterlijke bekrompenheid en xenofobie, kortom iets waar geen zinnig en zichzelf respecterend burger mee wil geconfronteerd zijn in deze Europese en globalistische eenentwintigste eeuw. Bijna, want deze pensée unique zit zowel historisch als inhoudelijk fout en is bovendien internationaal onverdedigbaar en onbegrijpelijk.
Heel wat vertegenwoordigers van de Vlaamse Beweging hebben bewust en onbewust bijgedragen tot een karikaturale voorstelling
Maar diegenen die deze vertekening terecht verwerpen moeten niet te vlug victorie kraaien, want in het verleden en ook vandaag hebben heel wat vertegenwoordigers van de Vlaamse Beweging bewust en onbewust tot deze karikaturale voorstelling bijgedragen, denken we maar aan de houding van de grootste Vlaams-nationale organisaties tijdens de Tweede Wereldoorlog, aan de jarenlange enthousiaste steun voor het Apartheidsregime van het Afrikaanse broedervolk en aan de ronduit onaanvaardbare en mijns inziens tegennatuurlijke recente vermenging van Vlaamsgezindheid en vreemdelingenhaat.
Je zou voor heel wat minder achterdochtig worden ten opzichte van lieden die de mond vol hebben van ‘ontvoogding’, maar in werkelijkheid alleen maar hun misbegrepen eigen belangen verdedigen. De critici hebben dus een punt waarmee ieder die zich nog tot de Vlaamse beweging bekent grondig en beargumenteerd rekening moet houden, indien hij niet als manipulatief of naïef en dus irrelevant wil beschouwd worden.
Echte emancipatiestrijd
Wie zonder ideologische bril naar de geschiedenis van de Vlaamse Beweging kijkt kan moeilijk ontkennen dat het hier om een echte emancipatiestrijd van de kleine man en vrouw gegaan is en dus om een erfenis die je niet ongestraft kan negeren, indien je de maatschappij waarin je geboren werd enigszins wil begrijpen. Dat die emancipatie er bijna helemaal geweldloos, dat wil zeggen via politieke druk, wettelijke maatregelen en opvoeding gekomen is maakt het verhaal wellicht minder heldhaftig dan dat van andere ontvoogdingsbewegingen, maar daarom niet minder interessant in de huidige internationale context. Wanneer we dan over de grenzen kijken zien we dat talrijke vergelijkbare bewegingen, van Schotland en Catalonië tot Québec, ondubbelzinnig progressief zijn en in bepaalde gevallen zelfs links van de sociaaldemocratische partijen en organisaties staan.
Het is een beetje wereldvreemd te beweren dat alle regionale en nationale bewegingen van natuur uit regressief en conservatief moeten zijn
Het is dus een beetje provinciaal en wereldvreemd te beweren dat alle regionale en nationale bewegingen als het ware van natuur uit regressief en conservatief moeten zijn, van respectabel rechts tot uiterst rechts. En inhoudelijk wordt dit nog duidelijker, wanneer we dieper ingaan op begrippen als ‘progressief’, ‘rechts en links’, ‘patriottisme’ en ‘solidariteit’.
Vlaams pattriotisme zonder grenzen
Want dit is de kern van dit vertoog: terwijl het natuurlijk klopt dat zowat elke beweging die de status quo in vraag stelt alle richtingen kan uitgaan, bijvoorbeeld van uiterst rechts tot uiterst links, kunnen we ons, op basis van het patriottismebegrip van Jürgen Habermas, voorstellen hoe zo’n Vlaams ‘patriottisme zonder grenzen’ er concreet kan uitzien.
Uitgerekend omdat we historisch zelf ervaren hebben wat het betekent tweederangsburger in eigen land te zijn kunnen we ons moeiteloos identificeren met individuen en groepen die dit vandaag in het binnen- en buitenland, en ervaren, een onrecht waartegen ze zich legitiem verzetten. Indien de Vlaamse Beweging in de toekomst nog een bevrijdende rol wil spelen, moet ze in de voorhoede staan van de strijd voor internationale solidariteit en in eigen land de natuurlijke bondgenoot worden van alle mensen die onder discriminatie, verwaarlozing of racisme lijden. Ze moet mede de leiding nemen in het streven naar een maatschappij ‘waarin de zo volledig mogelijke ontplooiing van eenieder de voorwaarde is voor de ontplooiing van het geheel’ (Marx en Engels, 1848) of, om dit aan de huidige werkelijkheid aan te passen, ‘een wereld waarin de onfaire en onnodige aantoonbaar toenemende ongelijkheid tussen de klassen grotendeels uitgeschakeld zal zijn’ (Thomas Piketty, 2013).
August Vermeylen had in zijn tijd gelijk, toen hij ons aanzette bewust Vlaming te zijn om Europeaan te worden.
In de huidige context moeten we dit omkeren: ‘wees bewust Europeaan en zelfs wereldburger om op een complexloze en open manier Vlaming te kunnen zijn’.
‘Patriottisme kent geen grenzen. Naar een nieuwe progressieve agenda voor Vlaanderen’ is verschenen bij Pelckmans uitgeverij. Het boek kost 9,50 euro.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier