Jules Gheude
Linkebeek: het koor der Franstalige verontwaardigden heeft geen geheugen
Met de beslissing van Liesbeth Homans (N-VA), om Eric De Bruycker als burgemeester van Linkebeek te benoemen, heeft het koor van de Franstalige verontwaardigden zich weer in beweging gezet. ‘Maar dat koor,’ schrijft ratachist Jules Gheude, ‘heeft geen geheugen.’
Met de beslissing van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Liesbeth Homans (N-VA), om Eric De Bruycker als burgemeester van Linkebeek te benoemen, heeft het koor van de Franstalige verontwaardigden zich weer in beweging gezet.
Voor de Vlaamse regering mocht Damien Thiéry (MR) niet benoemd worden. Bij de gemeenteraadsverkiezingen 2006 had hij immers de oproepingsbrieven in het Frans verstuurd. Maar wanbeheer kon hem als waarnemend burgemeester niet worden verweten.
Linkebeek: het koor der Franstalige verontwaardigden heeft geen geheugen
Dit geschil herinnert aan de Voerse zaak, die het politiek debat in de jaren ’80 heeft gemobiliseerd. José Happart (PS) was toen voor Vlaanderen een kanalisator van verwerpelijke denkbeelden. Een abcès de fixation, om het in het Frans uit te drukken.
Bij de definitieve vastlegging van de taalgrens in 1962 werden zes dorpjes, waaronder Voeren, van de provincie Luik naar Limburg overgeheveld.
Drie dagen voor de beslissende stemming in de Kamer (31 december 1962), had de Luikse provincieraad de Voerse bevolking om advies gevraagd. 1.562 van de 2.474 geregistreerde kiezers wensten in de provincie Luik blijven, met een Frans taalregime en faciliteiten voor het Nederlands.
In het begin werden sommige Waalse mandatarissen in de war gebracht door het feit dat de Voerenaars een Germaans dialect – het plattdeutsch – gebruikten. De meesten veranderden later van mening, maar 13 socialistische vertegenwoordigers (waaronder Léo Collard, Emile Lacroix en Edmond Leburton) en 11 PSC’ers (de unitaire christendemocratische partij) steunden de overheveling naar de provincie Limburg.
In een interview met Le Soir, op 22 januari 1979, verklaarde Arthur Gilson, de toenmalige PSC-minister van Buitenlandse Zaken, dat de socialistische vicepremier Paul-Henry Spaak door electorale argumenten bezield was: ‘Hij maakte er geen geheim van: de Voerenaars stemden voornamelijk voor de katholieke partij. Door hun overheveling naar Limburg kon de socialistische partij de absolute meerderheid in de Luikse provincieraad krijgen.’
José Happart werd als burgemeester van Voeren politiek ter dood veroordeeld, door zijn eigen partij, de PS.
José Happart werd als burgemeester van Voeren politiek ter dood veroordeeld, door zijn eigen partij, de PS
In een privégesprek op 20 juni 1988 heeft hij ons het volgende gezegd over de houding van Guy Spitaels, de toenmalige PS-voorzitter: ‘Op woensdag 20 april 1988 dineerde ik met Guy Spitaels en Gérard Deprez (voorzitter van de PSC). Het gesprek gaat over wat zij willen bereiken. Op vrijdag, 9 uur, legt Guy Spitaels mij uit wat hij kan behalen. Ik zeg hem dat ik daar niet mee akkoord ga. Want Voeren bleef in Vlaanderen en het college wordt evenredig samengesteld. “Ik vraag niet of jij het eens bent of niet”, antwoordt hij vinnig.’
Guy Spitaels wist dus dat José Happart het politiek akkoord over Voeren niet zou aanvaarden. Daarom voerde Spitaels de forcing: op 27 april 1988 kondigde hij aan dat hij zijn onderhandelaarsmandaat overdroeg. In de volgende dagen liet hij niets van zich horen. Een mysterieuze verdwijning…
José Happart zal dus nooit tot burgemeester van Voeren worden benoemd.
Op 30 april 1988, ter gelegenheid van het burgemeestersbal, stortte hij zijn hart uit: ‘Vandaag vieren we het Feest van de Arbeid. Vroeger was dat de gelegenheid om het algemeen kiesrecht te eisen. Nu keurt men het capaciteitenstelsel goed. Voeren is een verkracht meisje, maar dat laat hen volledig koud. (…) Na de verwarring, ben ik nu woedend. (…) De generaal van het belangrijkste leger duikt onder want hij is bang. Waar zijn de parlementsleden die vorig jaar hier stonden om om uw stemmen te bedelen? Zij wachten op een ministerportefeuille. Zij hebben ons beduveld. Zij hebben alles prijsgegeven.’
Dit alles zal José Happart toch niet beletten om in de socialistische rangen te blijven: Europees Volksvertegenwoordiger, minister in de Waalse regering, voorzitter van het Waals parlement.
Wat de Franstalige liberalen betreft, zij hebben José Happart in zijn Voerse strijd zeker niet geholpen. Voor vicepremier Jean Gol was ‘dit alles geen crisis waard. Wij zouden de risee van de wereld zijn!’
Eeuwige demandeurs de rien hebben de Franstaligen in 2001 toch aanvaard politieke concessies te doen aan Vlaanderen, in ruil voor een magere herfinanciering van de Franse gemeenschap, namelijk de scholen.
In zijn boek Belgique: le dernier quart d’heure (Quartier Libre, 2006), schrijft de ratachistische politicus Paul-Henry Gendebien daarover:
‘De Franstalige barricade zag er bleek uit. Du papier mâché. Een aantal voordelen werden vergund, die vroeger ondenkbaar waren: de forfaitaire en overmatige vertegenwoordiging van de Vlaamse minderheid in het Brussels Parlement; de automatische aanwezigheid van op zijn minst een schepen in de gemeenteraden, de regionalisering van de gemeentewet, die Vlaanderen strengere middelen biedt om de Franstaligen in de Brusselse rand in de pas te laten lopen.’
De beslissing die Liesbeth Homans tegenover Damien Thiéry heeft genomen, is het logisch gevolg van die evolutie. Maar het koor van de Franstalige verontwaardigden heeft geen geheugen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier