Bart Caron (Groen)
‘Liever tien halve musea dan drie van wereldklasse. Alles liever dan samenwerken. Triest landje’
‘De Brusselse plannen met de Citroën-garage zijn de ultieme illustratie van een gebrek aan zelfvertrouwen en ambitie. Heeft Brussel niet alles in huis om een werelduniek Brussels cultuurproject uit te bouwen?’ vraagt Bart Caron (Groen) zich af.
In elke winkelstraat van elke stad die naam waard vind je vandaag dezelfde winkels. Of je nu in de Nieuwstraat in Brussel, de Veldstraat in Gent of de K in Kortrijk rondwandelt. En zijn het ook niet dezelfde winkels in Amsterdam, Keulen, Lyon, Barcelona en Milaan? Vindt u ook dat de winkelstraten zo verdomd uniform zijn in Europese steden? Waar zijn de authentieke winkels naartoe? Wat als dat zou gebeuren met musea? Als die ook overal op elkaar zouden gaan gelijken, in elke Europese stad?
‘Liever tien halve musea dan drie van wereldklasse. Alles liever dan samenwerken. Triest landje’
De prachtige Citroëngarage aan het kanaal in Brussel wordt een museum. Althans, als het van PS-coryfee Rudi Vervoort afhangt. Het Parijse Centre Georges Pompidou zal voor de invulling zorgen. Geen nood, ze hebben aldaar zo’n ruime collectie, dat ze gerust 20 musea met Moderne Kunst kunnen vullen. En om de twee à vijf jaar kunnen ze de presentatie van de kunstwerken wisselen. Altijd vers gerief om naar te kijken. Het armlastige Brussel moet alleen nog een kleine 140 miljoen euro op tafel leggen.
Dat Centre Pompidou is toch een knaller, hoor ik u denken. Zou best kunnen. Maar, het origineel staat in Parijs. Is een kopie, een dépendance van het Parijse Centre Pompidou, het beste culturele hoogtepunt dat Brussel kan bereiken? Zo bekeken, is dit de ultieme illustratie van het gebrek aan zelfvertrouwen en ambitie. Heeft Brussel niet alles in huis om een werelduniek Brussels cultuurproject uit te bouwen? Zijn er bij ons dan geen prachtige collecties opgeborgen in depots, van zo’n kwaliteit dat ze schreeuwen om getoond te worden aan een publiek? Zijn er geen grote bouwkundige problemen in onze grote federale musea, zo groot dat ze zelfs de collectie Moderne Kunst niet kunnen tonen?
‘Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wil een chique eigen museum en gaat voor de invulling liever op schattenjacht in Parijs.’
Of niet mogen van staatssecretaris Elke Sleurs? De depots van onze federale musea puilen uit. De gebouwen zijn in slechte staat, van lekkende daken tot verschraalde museumzalen. En er is een chronisch gebrek aan goede tentoonstellingsruimte, en geld. En de Vlaamse musea? Schreeuwen het Muhka (Antwerpen) en het SMAK (Gent), weliswaar musea van hedendaagse kunst, en Vlaams, niet om middelen en om presentatieruimte? Maken ze geen prachtige tijdelijke tentoonstellingen? Is samenwerking zinloos?
Maar nee, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wil een chique eigen museum en gaat voor de invulling liever op schattenjacht in Parijs. Oh ja, bij een topleverancier. Dat is zeker. Maar waarom in Parijs, begot? De verklaring heeft een groot helaasgehalte: de institutionele tekening van België heeft ervoor gezorgd dat we onze kunstcollecties en -musea verspreid hebben over verschillende overheden. En we ze onzorgvuldig behandelen, zeg maar verwaarlozen. Elke overheid zijn eigen musea, lijkt het wel. Niks liever dan elkaar de loef afsteken, die politici en administraties.
Van winkelketen tot museumketen
Brussel verdient beter, dacht ik toen ik dat Pompidou-verhaal las. Is Brussel niet de hoofdstad van Europa? Is niet elke hoofdstad ook een broeihaard van artistieke bedrijvigheid? Zorgt niet elke hoofdstad voor het cultureel erfgoed? Zet het kunst en cultuur niet in de etalage om de beeldvorming op te blinken? Maar nee, in onze hoofdstad lijkt wel de kruideniersmentaliteit te zegevieren. Samenwerken, participatie, overleggen? Voor softies. Liever tien halve musea dan drie van wereldklasse. Alles liever dan samenwerken. Triest landje.
Er is trouwens ook zo’n Centre Pompidou in Metz en in Malaga. Op de promowebsite van de stad lezen we: “Centre Pompidou in Málaga is het eerste dependance van het Franse centrum voor moderne kunst Centre Pompidou. Minstens vijf jaar lang zullen in Málaga kunstwerken te zien zijn die overgebracht worden uit de depots in Parijs. Het museum is ondergebracht in El Cubo, strategisch gelegen in de haven van Malaga, aan de wandelpromonade Muelle Uno tussen centrum en strand.” Straks ook zo’n dependance in andere kleine steden in Europa? Onder Franse curatele? Willen we dat in Brussel? Het had ook het Guggenheim kunnen zijn? Nog zo’n winkelketen met musea in New York, Venetië en Bilbao. Blistering architectuur waar mensen in rijen voor aanschuiven.
Magie van modernistische gebouwen
Mij allemaal goed hoor. Hoe meer kunst, hoe liever. Maar toch, Brussel verdient beter. Nee, liever geen tweedehandsmuseum, met wisselcollecties, zoals mijn wijkbibliotheek. Maar originele, stevige en fiere musea. Of een breder cultuurproject dat aansluit bij de magie van deze modernistische gebouwen. Maar blijkbaar slagen al die overheden er in Brussel niet in hun bekrompenheid te overstijgen. Geen probleem, kring(loop)winkels en tweedehandse producten floreren ook. Waarom ook niet in moderne kunst?
Op de promowebsite van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest lezen we over een paar jaar: “Centre Pompidou in Brussel is de tweede dependance van het Franse centrum voor moderne kunst Centre Pompidou. Minstens vijf jaar lang zullen in Brussel kunstwerken te zien zijn die overgebracht worden uit de depots in Parijs. Het museum is ondergebracht in de oude Citroëngarage, strategisch gelegen aan het kanaal, aan de bijhorende wandelpromenade. Het wordt geleid door Yves Goldstein, trouwe soldaat van de PS en in die hoedanigheid kunstkenner en specialist in de museologie.”
Bart Caron
Vlaams volksvertegenwoordiger (Groen)
Arnaud Verstraete
Parlementslid Brussels parlement (Groen)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier