Liesbeth Homans (N-VA)
Liesbeth Homans (N-VA): ‘Ons confederaal model is sociaal, maar niet socialistisch’
‘Ons confederalisme moet goed zijn voor iedereen. Dankzij het confederalisme kunnen we wie werkt, spaart en onderneemt, belonen. Ons confederaal model is sociaal, maar niet socialistisch.’ Dat zegt N-VA-kopstuk Liesbeth Homans in een opiniestuk voor Knack.be.
Enkele dagen nadat we onze congresteksten over het confederalisme wereldkundig maakten, is de Vlaming gepeild en kennen we zijn mening: 46% van de Vlamingen ziet een confederale staat wel zitten, een even groot deel heeft er niet onmiddellijk zin in en 8% weet het niet zo goed. Ook zijn volgens de iVOX/VTM-peiling de plannen van N-VA bij de Vlamingen ruim bekend. Zo’n 85% zegt immers er al van gehoord te hebben en 69% van hen vindt dat ze er voldoende van hebben opgevangen om er ook een duidelijke mening over te hebben. Goed zo, eindelijk mag het ook nog eens over de inhoud gaan.
Vergeleken met de tijd waarin voor het eerst de term federalisme de kop op stak – midden vorige eeuw – kunnen we met zo’n cijfers alleen maar tevreden zijn. Ook menig marketeer of reclamebureau zou ervoor tekenen om bij het lanceren van een nieuw product zo snel dit resultaat te boeken.
Hier gaat het natuurlijk niet over een product, maar wel over een nieuw politiek model voor het land waarin we leven. Kort samengevat: met het confederalisme kiezen we resoluut voor twee deelstaten, Vlaanderen en Wallonië. De regio Brussel-hoofdstad en de Duitstalige regio krijgen een bijzonder statuut. Logisch ook, want krijgt u het aan een New-Yorker of Londenaar uitgelegd dat Brussel naast 19 burgemeesters en evenveel schepencolleges en gemeenteraden ook nog eens zes politiezones, een parlement, een minister-president, vier ministers en drie staatssecretarissen telt? Ik alleszins niet.
Vereenvoudigen dus, waarbij Vlaanderen en Wallonië een eigen beleid kunnen voeren, met eigen verantwoordelijkheden, volgens eigen inzichten en met eigen financiële middelen. Samen kiezen ze wat ze in beider belang nog gemeenschappelijk beheren. Zo wordt gedwongen samenwerking vervangen door vrijwillige samenwerking. Moeten wordt willen. Afbreken van bovenaf wordt opbouwen van onderuit.
Ons confederaal model is sociaal, maar niet socialistisch
Liesbeth Homans
Ons confederalisme moet goed zijn voor iedereen. Dat spreekt voor zich. De klassieke staatshervormingen zijn dat niet. Deze zorgen immers voor ellenlange discussies die veel tijd, geld en energie vergen. En voor steeds complexer wordende structuren met nog altijd een pak bevoegdheden die gedeeltelijk federaal en regionaal zijn. Ons confederaal model maakt daar korte metten mee en schept duidelijkheid.
Meer nog; dankzij het confederalisme kunnen we wie werkt, spaart en onderneemt belonen. Kunnen we de torenhoge schuld afbouwen en de lasten verlagen. Kiezen we voor een sociale zekerheid die echt sociaal en zeker is. Die de band tussen bijdrage en uitkering versterkt. En die voorkomt in plaats van te moeten genezen. En kiezen we voor een eenvoudige staatsstructuur die ons een efficiënte overheid oplevert en het motto ‘waar voor uw geld’ hanteert.
Dit betekent dus veranderen. Veranderen voor vooruitgang. Onze plannen houden inderdaad een grondige omwenteling in. De meeste mensen houden daar niet van. Het oude vertrouwde weet u wel. Laat me duidelijk zijn; wij kiezen niet voor het avontuur. Maar als we bepaalde zaken willen garanderen, dan zullen de dingen moeten veranderen. Economische stilstand betekent immers sociale achteruitgang. Zonder verandering wordt onze sociale zekerheid onbetaalbaar en zullen we verzuipen in de overheidsschuld. Wij kiezen echter voor een instrument dat welzijn en welvaart voor iedereen garandeert en versterkt. Sociaal én confederaal dus.
Net daarom is het verwijt dat het model van de N-VA er alleen is voor de rijken absurd. De N-VA is een sociale partij. Maar sommigen lijken het woord sociaal te verwarren met socialistisch, waarbij de overheid paternalistisch het leven van mensen overneemt. Daar willen wij van af. Wij willen een ander sociaal beleid, een beleid dat zich focust op het voorkomen van armoede en gericht is op opwaartse sociale mobiliteit. Niet door het leven van mensen in handen te nemen, maar door hen het leven weer in eigen handen te laten nemen.
De N-VA heeft hiertoe een heel aantal voorstellen uitgewerkt, met de ambitie om onze sociale zekerheid weer sociaal en zeker te maken. Een voorbeeld is de versterking van de eerste pensioenpijler, het wettelijk pensioen zeg maar. Mensen die hun ganse leven hebben bijgedragen, hebben ook het recht om van de overheid hun bijdrage terug te krijgen, met behoud van de indexering. Wie zijn plicht heeft gedaan, moet van zijn rechten kunnen genieten. Hetzelfde geldt voor de beperking van de werkloosheidsuitkeringen in de tijd. Afhankelijk van het aantal gewerkte jaren, kan iemand nog maximaal 2 jaar een werkloosheidsuitkering krijgen, die veel meer het bedrag van het laatste loon benadert. En we helpen mensen ook actief aan een job. Lukt dat om één of andere reden niet, dan zullen we die mensen nog bijstaan. Maar enkel en alleen die mensen die het echt nodig hebben. Vindt u het immers sociaal en rechtvaardig dat iemand levenslang een uitkering kan ontvangen en tegelijk eigenaar kan zijn van verschillende woningen? Ik alleszins niet. Dit zijn noodzakelijke ingrepen willen we dat ook onze kinderen nog kunnen genieten van de welvaartsstaat.
Dat de belastingverlaging van N-VA er enkel zou zijn voor de rijken, is klinkklare onzin. Tenzij men iemand die 1850 euro bruto verdient, rijk noemt.
Liesbeth Homans
Een ander voorbeeld is de verlaging van de personenbelasting. Ons voorstel – dat perfect becijferd en haalbaar is – is er op gericht om werken lonend te maken en de werkloosheids- en promotieval weg te werken. Vandaag is het verschil tussen een uitkering en een nettoloon voor veel mensen gewoon te klein om werken aantrekkelijk te maken. Bovendien is een loonsverhoging vaak niet interessant, omdat het grootste deel ervan wegbelast wordt. Dat ontmoedigt werken. wij willen meer mensen aan de slag. Vandaag zorgt slechts zo’n 30% van de bevolking voor onze welvaart. Met de naderende vergrijzingsgolf is dit onhoudbaar. Het belastingvoordeel van N-VA is bedoeld voor de lage en middeninkomens. 97,5% van alle voltijdse werknemers geniet in ons model van een belastingvoordeel, dat al begint te spelen vanaf een brutoloon van 1850 euro. 95% van alle werkenden heeft een hoger brutoloon. Dat de belastingverlaging van N-VA er enkel zou zijn voor de rijken, is dus klinkklare onzin. Tenzij men iemand die 1850 euro bruto verdient, rijk noemt? Ik doe dat alleszins niet.
Met onze voorstellen willen we ook duidelijk maken dat vasthouden aan wat we gewend zijn, het ergste is dat we vandaag de dag kunnen doen. De federale regering doet dit echter wel, met alle gevolgen vandien. Zo behoort België volgens de Duitse krant Die Welt tot ‘de nieuwe zorgenkindjes van Europa’. Niet echt iets om trots op te zijn. Vooral het dalende concurrentievermogen en de torenhoge staatsschuld worden als loodzware handicaps beschouwd. Vanuit de universitaire wereld lieten verschillende begrotingsexperts optekenen dat de regering Di Rupo de koning van de eenmalige maatregelen is. ‘Ruim 47% van de 400 genomen maatregelen is eenmalig, slechts 19% gaat om structurele ingrepen. Di Rupo heeft de weg van de minste weerstand gekozen, maar ook die van het minste verstand’, luidde het. Goed voor het vertrouwen van die ploeg misschien, maar niet voor de mensen.
Op deze manier willen wij alvast niet aan politiek doen. Daarom doen wij een aanbod aan zes miljoen Vlamingen. Ons confederalisme kiest voor structurele veranderingen, waarbij Vlamingen en Franstaligen hun lot in eigen handen zullen moeten nemen. Ieder volgens eigen inzichten. Verandering voor vooruitgang dus. Want het alternatief, nog eens vijf jaar ter plaatste blijven trappelen en vervolgens achteruit bollen is eenvoudig geen optie. Of om het met simpele woorden te zeggen: het verleden staat vast, maar de toekomst kan je met een juiste keuze veranderen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier