Alain Van Hiel

‘Kunnen we van een hete, racistische zomer spreken? Ik denk het niet’

Alain Van Hiel Professor sociale psychologie aan de UGent.

‘De massale aandacht in de media voor incidenten zoals dat met Luk Van Biesen maakt duidelijk dat openlijk racisme steeds minder aanvaard wordt’, schrijft psycholoog Alain Van Hiel.

Deze week was het weer raak. Parlementslid Luk Van Biesen zou volgens sommigen in het parlement Meryame Kitir – geboren in Maasmechelen – toegeroepen hebben om “terug naar Marokko” te keren. Dit was niet het enige multiculturele incident deze zomer. Begin augustus overleed Ramzi-Mohammad Kaddouri, een tiener die in Genk woonde, na een ongeval met een quad in Marokko. Dit ongeval ontlokte platte racistische commentaren op een Facebook-groep van de Vlaamse Verdedigings Liga.

Onverdraagzaamheid is er in verschillende gradaties

Een vraag die bij velen opkomt naar aanleiding van dergelijke incidenten is of deze racistische uitingen eigen zijn van enkelingen, of dat iedereen zo zou kunnen reageren. Reacties zoals deze op de dood van Ramzi komen gelukkig bij slechts een kleine groep van mensen voor.

‘Uitlatingen zoals die van Luk Van Biesen kunnen bij veel mensen voorkomen’

De psychologie leert ons echter ook dat uitlatingen zoals deze die toegeschreven worden aan Luk Van Biesen, inderdaad bij velen kunnen voorkomen. Ik schreef eerder dit jaar het boek ‘Iedereen racist’ en in die titel blijkt toch enige waarheid te bezitten. Wanneer we er de aandacht niet bij hebben, omdat we ons in het heetst van de strijd bevinden, of wanneer we afgeleid zijn, kan het best zijn dat er ons dingen ontsnappen die we ons achteraf beklagen. Scherpe uitspraken die we nooit ofte nimmer zouden doen wanneer we wel aandachtig en ‘in control’ zijn. Slagzinnen zijn het, die we zelf afkeuren, maar die toch als een soort malware het onderbewustzijn infecteren.

Kunnen we dan van een hete, racistische zomer spreken? Ik denk het niet. Liever richt ik mij op een andere kant van dit verhaal dat volgens mij te weinig aandacht krijgt. Als er nu één ding gedurende deze zomer duidelijk werd, dan is het wel dat groteske uitingen van racisme door velen publiekelijk afgekeurd werden. “Walgelijk, mensonterend, beneden alle peil, oerdom”, luidde het verdict over de racistische reacties na de dood van Ramzi. Alle politieke partijen keurden openlijk en in de meest strenge bewoordingen deze reacties af. Het was dus eveneens een hete antiracistische zomer.

Steeds minder grofgebekt

Ook zo deze week, na het incident in het parlement, is de afkeuring algemeen. Luk Van Biesen bood al uitgebreid zijn verontschuldigingen aan. Voor Meyrame Kitir is hiermee de zaak afgerond, verklaarde ze. Deze twee mensen kunnen voortaan terug door dezelfde deur, en zo hoort het ook. Tien jaar geleden had er geen haan gekraaid naar dergelijke uitspraken, had men dit afgedaan als ‘slechts’ een misplaatste grap. Die periode is voorbij. De massale aandacht in de media voor dit soort incidenten – waarvan de meeste mensen aanvoelen dat ze niet horen – maakt duidelijk dat openlijk racisme steeds minder aanvaard wordt.

‘Krasse uitspraken zoals dat bepaalde bevolkingsgroepen ronduit minderwaardig zijn, worden steeds minder publiek uitgesproken.’

Door die geringere aanvaarding verdwijnen grove, groteske en overduidelijke uitingen van racisme langzaam maar zeker. Krasse uitspraken zoals dat bepaalde bevolkingsgroepen ronduit minderwaardig zijn, worden steeds minder publiek uitgesproken. De meeste mensen ervaren dit als schokkend, stuitend, onfatsoenlijk en mensonwaardig. Er is eigenlijk geen betere wake-up call voor echte racisten dan te moeten zien dat de meeste burgers het gehad hebben met kwetsende uitlatingen, los van het feit of deze nu gericht zijn tegen allochtonen of autochtonen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content