Kroniek van de week over manke voorbereiding en particratie in coronatijden
Het ging deze week over het gebrek aan leiderschap bij onze regering en de gebrekkige voorbereiding om een einde te maken aan de lockdown. Gelukkig was er ook nog een verhelderende anekdote van ex-Boerenbondvoorzitter Piet Vanthemsche. Knack-redacteur Ewald Pironet blikt terug.
1. Implosie
‘Mooie maansikkel nu laag in het westen.’
Weerman Frank Deboosere , op twitter, 24 april
Na afloop van de Nationale Veiligheidsraad hield premier Sophie Wilmés (MR), geflankeerd door de minister-presidenten van de regio’s, een persconferentie over de beslissingen die er werden genomen over de afbouw van de lockdown. Wat er inhoudelijk precies werd beslist, vindt u elders op Knack.be. Maar de persconferentie zelf was ronduit een miskleun.
Het was nooit duidelijk om hoe laat één van de belangrijkste persconferenties die dit jaar in ons land gehouden worden, zou beginnen. Dat bleek rond 22 uur te zijn, niet het moment waarop je de meeste mensen kan bereiken. Dan begon de premier met een ellenlang, chaotisch verhaal, waarbij iedereen de draad kwijt raakte en niemand uiteindelijk nog wist wat er werd verteld. De powerpoint die de persconferentie begeleidde, was een voorbeeld van hoe het niet moest: lange zinnen in een veel te kleine letter. Gelukkig was er weerman Frank Deboosere die ons wees op zaken die echt de moeite waren.
De persconferentie was een illustratie van waar het deze regering aan ontbreekt: visie, daadkracht en transparantie.
Zo werd deze persconferentie een zoveelste gemiste kans van de regering-Wilmès, om te tonen dat ze over enige daadkracht beschikt en dat de premier leiderscapaciteiten heeft. De persconferentie was een illustratie van waar het deze regering aan ontbreekt: visie, daadkracht en transparantie. Wat we op de persconferentie zagen was de implosie van een regering.
2. Particratie
‘CD&V-parlementslid is kritisch voor Wilmès, maar wordt meteen op de vingers getikt door Geens’
Het Laatste Nieuws, 23 april
De particratie in de praktijk: CD&V-parlementslid Nawal Farih richtte zich donderdag tijdens haar tussenkomst in de Kamer tot premier Sophie Wilmès (MR). Ze verwees naar de ‘dramatische communicatie’ na de Nationale Veiligheidsraad van vorige week. Toen werd onder andere aangekondigd dat er opnieuw beperkt bezoek zou worden toegelaten in woonzorgcentra en andere verblijfsinstellingen. Dat ontaardde in een chaos, want die centra bleken niet alleen niet op de hoogte, ze vonden het ook onverantwoord. Farih zei tot premier Wilmès: ‘Ik wil u laten weten dat ik wel geloof in uw premierschap, maar dat ik om meer leiderschap vraag.’
Meteen na haar tussenkomst werd Farih aangesproken. Niet alleen fractievoorzitter Servais Verherstraeten, maar ook vicepremier Koen Geens wendde zich tot haar. Op beelden is te zien dat ze de levieten wordt gelezen. Blijkbaar hoort het niet dat een parlementslid zegt wat zowat heel de bevolking denkt. Het is de versmachtende particratie in de praktijk.
Blijkbaar hoort het niet dat een parlementslid zegt wat zowat heel de bevolking denkt.
Zes maanden geleden interviewde collega Tex van berlaer Nawal Farih voor deze site. ‘Ik ben geen typische CD&V’er’, verklaarde ze toen en ze zei dat ze met haar extraverte stijl de partij mee uit het slop wou halen.
Haar parler-vrai wordt door de CD&V-partijtop blijkbaar niet op prijs gesteld.
3. Exit
‘Je kan niet versoepelen vooraleer alles op punt staat. En dat kan nog even duren.’
Microbioloog Herman Goossens, De Tijd, 24 april.
Ons land blijkt niet klaar om op een veilige manier snel een einde te maken aan de lockdown. De voorbereidingen daarvoor liepen alles behalve gesmeerd. Eerst was er het wekenlange welles-nietes over de mondmaskers. Volgens de verantwoordelijke virologen en politici waren ze niet nuttig en gaven ze zelfs een vals gevoel van veiligheid.
Ons land blijkt niet klaar om op een veilige manier snel een einde te maken aan de lockdown.
Nu worden die mondmaskers toch aanbevolen en heeft de topman van vervoersmaatschappij De Lijn bijvoorbeeld al gezegd dat niemand de bus op mag zonder mondmasker. Dat zorgt voor veel verwarring en ondergraaft de geloofwaardigheid van mensen die tot voor kort iedereen die nog maar het woord ‘mondmasker’ uitsprak belachelijk maakten.
Inge Vervotte, voorzitter van zorgnetwerk Emmaüs en voormalig CD&V-minister, verwees daar al eerder naar en werd hier vorige week geciteerd: ‘Ik betreur dat men die zelfgemaakte mondmaskers op een bepaald moment geblameerd heeft. De bocht maken, en mensen aansporen mondmaskers zelf te maken en te dragen, is heel moeilijk nu.’
Om op een veilige manier de lockdown te kunnen afbouwen moeten er niet alleen voldoende goede mondmaskers zijn, maar moet er ook getest worden wie besmet is, zodat die mensen onmiddellijk in quarantaine kunnen worden geplaatst. Er schijnt wel voldoende testmateriaal te zijn, we zouden enkele tienduizenden tests per dag kunnen afnemen. Maar je moet wel voldoende verpleegkundigen en artsen hebben om die testen af te nemen. En die moeten dan ook nog over het nodige beschermingsmateriaal beschikken. Dat blijkt een probleem te zijn.
Naast mondmaskers en tests zijn ook nog de tracers belangrijk. Men wil weten met wie u allemaal in contact bent geweest, zodat bij een coronabesmetting al die personen gewaarschuwd kunnen worden. Dat zou kunnen via een applicatie op uw smartphone, die onthoudt bij wie u allemaal in de buurt bent geweest. Minister van Digitale Agenda Philippe De Backer (Open VLD) verklaarde deze week dat zo’n app geen prioriteit meer is voor ons land.
In plaats van zo’n app gaan wij het doen via ‘manueel contactonderzoek’. Er zouden 2000 coronaspeurders komen, van wie 1200 in Vlaanderen. Dat die mensen er snel zullen zijn en ook snel voldoende opgeleid zullen zijn, is zeer twijfelachtig.
Microbioloog Herman Goossens (UZA) zei het al eerder: ‘Je kunt niet versoepelen vooraleer alles op punt staat. En dat kan nog even duren.’ Ondanks het harde werk van velen, blijken we toch niet goed voorbereid. Het blijft een pijnlijke vaststelling.
4. Afscheid
‘Davignon vervroegd weg bij Brussels Airlines’
De Tijd, 17 april
‘Paul Buysse treedt af als voorzitter van Koninklijke Schenking’
De Standaard, 20 april
In de loop van de week verdwenen twee coryfeeën van de bedrijfswereld van het toneel: Paul graaf Buysse (75) en Étienne burggraaf Davignon (87).
Buysse, vertrouweling van koning Filip en ex-voorzitter van onder meer staaldraadfabrikant Bekaert, trad af als voorzitter van de Koninklijke Schenking. Officieel om leeftijdsredenen, maar eind vorig jaar kwam de Koninklijke Schenking, die kastelen en andere bezittingen van de koninklijke familie beheert, onder vuur. Knack-redacteur Kristof Clerix kreeg toen, samen met andere media, via de wet op de openbaarheid van bestuur documenten in handen over een van de meest gesloten openbare instellingen van België. Daaruit bleek dat de belastingbetaler grotendeels het onderhoud van de koninklijke domeinen betaalt, terwijl de Koninklijke Schenking zelfbedruipend moet zijn.
Het opstappen van Buysse en Davignon is het einde van een bepaald soort bedrijfsleiderschap.
Volgens Buysse was er niets aan de hand: ‘We worden streng gecontroleerd door het Rekenhof, en die stellen geen onregelmatigheden vast.’ Buysse wordt bij de Koninklijke Schenking opgevolgd door ex-gouverneur Jan Smets (69).
Enkele dagen daarvoor was bekend geworden dat Smets ook covoorzitter wordt van de raad van bestuur van SN Airholding, moederbedrijf van luchtvaartmaatschappij Brussels Airlines. Daar volgt hij Étienne Davignon op. Die moest vervroegd opstappen, officieel ook al om leeftijdsredenen, maar toch vooral omdat hij in een interview met La Libre had gezegd dat er al een principeakkoord was met de federale regering voor staatssteun aan Brussels Airlines in deze coronatijd. Wat meteen werd ontkend door minister van Financiën, Alexander De Croo (Open VLD), die daardoor uit zijn hum was.
Zowel bij Buysse als Davignon lijkt het erop dat ze gebotst zijn op de moderne tijd, waar minder plaats is voor gekonkelfoes en transparantie belangrijker is geworden. Hun vertrek is het einde van een bepaald soort bedrijfsleiderschap.
5. Anekdote
‘Het akkoord mag niet te vroeg komen.’
Piet Vanthemsche, ex-voorzitter Boerenbond, Facebook 23 april.
Elke dag publiceert Piet Vanthemsche een bericht op zijn Facebookpagina. Vaak vertelt de ex-voorzitter van de Boerenbond daar ook een anekdote uit het verleden. Die zijn altijd amusant, en vaak ook verhelderend. Vanthemsche is vandaag samen met gouverneur Pierre Wunsch voorzitter van de Economic Risk Management Group die onze economie door de coronacrisis moet leiden.
Vanthemsche heeft ervaring met crisissen in de gezondheid en de voedselveiligheid. Hij was topman van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en van het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten. In 2007 was hij interministerieel commissaris influeza. Vandaag is hij nog voorzitter van het ziekenhuisnetwerk Briant dat het Imeldaziekenhuis, het Heilig-Hartziekenhuis, het AZ Sint-Maarten en het AZ Jan Portaels omvat.
‘Ik heb hem toen uitgelegd dat de besluitvorming in de G10 veel weg heeft van compostering.’
Vanthemsche kent het economische wereldje goed en als ex-Boerenbondvoorzitter heeft hij uitstekende contacten met werkgevers en vakbonden. Jarenlang zat hij samen met hen in de Groep van 10, de verzameling van de federale sociale partners. En daarover gaat de anekdote die hij op 23 april publiceerde. We geven ze hier weer zoals Vanthemsche het op zijn Facebook-pagina vertelt:
‘Een anekdote. Ik was gedurende acht jaar lid van de groep van tien, van de sociale partners. Alice in wonderland. Op een dag komt er iemand nieuw binnen van een vakbond. De man had grote moeite met de manier waarmee we daar tot conclusies (of wat daarop lijkt) kwamen. Ik heb hem toen uitgelegd dat de besluitvorming in de G10 veel weg heeft van compostering. Er komen ideeën en standpunten en dan draaiden wij eindeloos ronde na ronde na ronde, en plots valt alles op zijn plaats en bereiken wij een akkoord.
Het akkoord mag niet te vroeg komen. Ik heb het meegemaakt dat we ’s avonds om zeven uur een akkoord hadden, maar heel bevreesd waren om het te communiceren de avond zelf, want dan zouden we de morgen nadien afgemaakt worden in de media. Dan zegde iemand, weet ge, ik ben niet meer akkoord. We onderhandelden dan de nacht door. En zo konden we het akkoord van de avond voordien zelf gaan uitleggen in de ochtendprogramma’s. Timing is alles.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier