Kris Peeters (CD&V): ‘Wat bemoeit Bart De Wever zich met mijn privéleven?’

Kris Peeters: 'Met 5 procent van de stemmen kun je wel voor 100 procent van de inwoners burgemeester zijn. Wat vandaag niet het geval is in deze stad.' © Franky Verdickt
Walter Pauli

Het incasseringsvermogen van Kris Peeters is legendarisch: sinds 2014 is hij de vicepremier van een veel bekritiseerd ‘kibbelkabinet’, en als kandidaat-burgemeester van Antwerpen wordt hij weggehoond als ‘de man uit Puurs’. Tegenover Knack dient hij zijn criticasters van antwoord. ‘Mensen denken dat ik een olifantshuid heb, maar dat is niet zo.’

Georgette en René Magritte‘, zo staat er in grote letters op de muur in de hal van het kabinet van Kris Peeters. Het lijkt haast een waarschuwing voor de surreële wereld waarin de CD&V’er de laatste jaren terechtgekomen is, eerst als voortdurend belaagde vicepremier van de federale regering, nadien als lijsttrekker en kandidaat-burgemeester in Antwerpen. Commentatoren schrijven over zijn ‘ mission impossible’ of gewagen van een ‘karaktermoord’ op Peeters, Louis Tobback (SP.A) had het in De Tijd dan weer over een ‘suïcidepoging’. Zelfs zijn eigen voorzitter, Wouter Beke, zegt dat hij ‘soms te doen heeft met Kris Peeters’. Vriend en vijand vragen zich af: wat heeft Peeters zichzelf aangedaan door zich in de Antwerpse verkiezingsstrijd te wagen?

De Arco-coöperant vraagt zich af waar zijn geld blijft, anderen worden woest bij het idéé aan iedere euro die naar Arco zou gaan. Het enige wat je dan als politicus moet doen, is: stick to your plan.

Zeggen dat de man er zelf onbewogen bij blijft, is de waarheid geweld aandoen. Toch blijft hij een dossiervreter en taaie onderhandelaar achter de schermen, en every inch a gentleman in zijn contacten met het grote publiek. Maar de tijd is voorbij dat zijn tegenstanders zich alles kunnen veroorloven. Waarom zou Peeters zich niet mogen meten met Bart De Wever (N-VA)? Is die soms vergeten dat hij in 2012 maar burgemeester van Antwerpen kon worden nadat Kris Peeters hem te hulp was gesneld?

Kris Peeters: In 2012 was de CD&V onderdeel van de ‘Stadslijst’ van aftredend burgemeester Patrick Janssens (SP.A), maar die deed het niet goed. Als grote overwinnaar van die verkiezingen had Bart De Wever de opdracht aanvaard om in Antwerpen een nieuw stadsbestuur te leiden. Maar hij had het zeer moeilijk om een meerderheid op de been te krijgen – dat kon rekenkundig eigenlijk alleen in coalitie met de Stadslijst, wat politiek bijzonder moeilijk lag. Als minister-president vond ik dat het niet aangewezen was dat de grootste stad van Vlaanderen gedurende weken en maanden in het ongewisse moest blijven over het nieuwe stadsbestuur. Vandaar dat ik er toen mee voor heb gezorgd dat er vrij snel een oplossing kwam.

U hebt Marc Van Peel aangespoord om met de CD&V-verkozenen uit de Stadslijst te stappen om zo snel tot een centrumrechtse meerderheid te komen.

Peeters: Inderdaad. Dat was niet eenvoudig, want ook in mijn partij zeiden sommigen: ‘Wat is het probleem? Laat Bart De Wever eerst maar eens alle hoeken van de kamer zien. Pas als we met hem de hele kamer afgedweild hebben, zullen we wel zien.’ Ik wilde dat risico niet nemen. Nadat Patrick Janssens de verkiezingen had verloren, werd al vlug duidelijk dat hij het ineens niet meer aangewezen vond dat de Oosterweelverbinding snel in de steigers zou staan. Als minister-president vond ik het absoluut noodzakelijk dat dit project zou doorgaan: voor Antwerpen, en voor heel Vlaanderen.

Als minister-president had u de bijnaam ‘de man van teflon’.

Peeters: Van ‘beton en teflon’!

Wie in de keuken staat, weet dat aan teflon niets blijft kleven. Behalve als er te veel en te hard op gekrast worden: dan blijft plakken wat er anders zou afglijden.

Peeters: De vraag is of ik ooit van teflon en beton ben geweest. Velen nemen aan dat ik een olifantsvel heb. Dat is niet zo.

Sinds ik in 2014 vicepremier werd, heb ik op vele fronten gevochten. Het idee van de taxshift is niet nieuw, het is ontstaan bij de dramatische sluiting van Ford Genk. Als minister-president heb ik toen samen met de federale CD&V-ministers Koen Geens (toen Financiën) en Pieter De Crem (toen de federale vicepremier) eerste minister Elio Di Rupo (PS) kunnen overtuigen van het nut van een operatie om de loonkosten te verlagen. Dat is ons gelukt tijdens de lange vliegtuigreis naar China vanwaar hij die pandaberen voor Pari Daiza heeft meegebracht. Later waren Gwendolyn Rutten (Open VLD) en Bart De Wever tégen een taxshift. Vandaag steekt iedereen de pluim van de verlaging van de loonkosten op zijn hoed, maar ik herinner mij vooral dat ongeveer iedereen ertegen was. Het heeft bloed, zweet en tranen gekost.

Gwendolyn Rutten en Bart De Wever waren tégen een taxshift. Iedereen steekt de pluim van de verlaging van de loonkosten op zijn hoed, maar ik herinner mij iets anders.

Had u bij het begin van de regering-Michel een voorgevoel van wat u te wachten stond?

Peeters: Nee. Toen ik in de herfst van 2014 aanvaardde om vicepremier te worden met uitdagende bevoegdheden zoals economie, consumentenzaken en werk kon ik niet inschatten hoe het nadien zou lopen. Gelukkig heb ik een zeer goede verstandhouding met Charles Michel (MR). Verder wordt er in de schoot gediscussieerd, natuurlijk. In de ministerraad kom ik over bijna elk dossier tussenbeide. Mijn kabinet spant zich geweldig in om alle dossiers die op de regeringstafel komen op te volgen. In een regering moet je mee zijn met elk dossier, alles begrijpen en de beslissingen méé nemen. Zo nodig vraag ik de collega’s dus om tekst en uitleg.

U bent de Joëlle Milquet (CDH) van deze regering.

Peeters: Nee, ik ben niet negatief. Maar ik ben wie ik ben. Ik ben mijn loopbaan begonnen als hoofd van de studiedienst van Unizo: dossiers voorbereiden en argumenten aanreiken was mijn werk. Ik heb dat altijd graag gedaan en doe dat nog. In mijn eerste jaren als minister leerde Yves Leterme (CD&V) mij het klappen van de zweep. Yves was indrukwekkend sterk als het op cijfers aankomt. Als je je dossier niet beheerste, was het gedaan. Daarna kon ik als minister-president verschrikkelijk goed samenwerken met Frank Vandenbroucke (SP.A) en Dirk Van Mechelen (Open VLD). Wij drieën waren een beetje van hetzelfde slag: wij kenden ons dossiers en discussieerden met argumenten. Al was het niet zo eenvoudig om een intelligent man als Frank Vandenbroucke te overtuigen van andere visies. (lachje) Mijn eerste jaren in de politiek heb ik mij kunnen uitleven met dossiermatig werk.

Wat is er de laatste jaren eigenlijk veranderd? Vandaag bent u de kop van Jut. U krijgt bakken kritiek omdat u nog altijd de Arco-coöperanten wilt vergoeden, tegen de zin van de andere regeringspartijen in.

Peeters: De geloofwaardigheid van een politicus is veel waard. De afspraak met de Arco-coöperanten is drie federale regeringen geleden gemaakt. Ik had er niets mee te maken. Met de Vlaamse regering was ik toen bezig KBC te redden. De regering-Di Rupo zou vervolgens het Arco-dossier oplossen – dat is niet gebeurd. En in deze regering heb ik alleen aan de kar getrokken. Denk niet dat je er applaus voor krijgt. Als ik het woord ‘Arco’ uitspreek, krijg ik direct honderden reacties. De Arco-coöperant vraagt zich af waar zijn geld blijft, anderen worden woest bij het idéé aan iedere euro die naar Arco zou gaan. Het enige wat je dan als politicus moet doen, is: stick to your plan. Blijf op je lijn. Ook al is het moeilijk, ook al word je bestookt door honderden tweets. Maar als ik nu de handdoek in de ring zou werpen, zoals sommigen willen, en zeggen: ‘Het is foutu‘, dan zou de reactie nóg negatiever zijn.

Kris Peeters: 'Ik kan u verzekeren: er zijn véél
Kris Peeters: ‘Ik kan u verzekeren: er zijn véél “toevalligheden” gebeurd tijdens deze campagne.’© FRANCKY VERDICKT

Waarom? Zelfs Didier Reynders (MR) zei onlangs in De Tijd: ‘Ik waarschuwde tien jaar geleden al dat Arco zeer moeilijk zou worden.’

Peeters:(fijntjes) In die eerste regering die de Arco-deal op papier zette, was Didier Reynders toch de minister van Financiën? Hij was een belangrijk lid van de regering die Arco-coöperanten over de streep trok met het argument: ‘U hoeft zich geen zorgen te maken: u krijgt van ons een garantieregeling. U moet uw geld nu nog niet terugvragen.’

Geloven de Arco-coöperanten u nog? VRT-journalist Lieven Verstraete schreef over de bitterheid van zijn vader, een ex-kajotter, bij het Dexia-Arco-debacle, en vraagt u ‘gewoon toe te geven’ dat het Arco-geld dat hij van zijn pa erfde eigenlijk weg is.

Peeters: Ik begrijp dat er heel veel emotie zit bij de Arco-coöperanten en bij de anderen. Tegelijk heb ik de indruk dat sommigen eigenlijk geen oplossing wensen. Dat het hen goed zou uitkomen als ik zou falen in dit dossier. Arco is vergelijkbaar met Brussel-Halle-Vilvoorde. Ook dat was een dossier waarvoor jarenlang een oplossing onmogelijk leek. En toen het uiteindelijk toch opgelost raakte, kraaide er geen haan meer naar. Ik besef dus nu al dat, indien ik er ooit in slaag om een Arco-regeling uit te werken, het positieve effect voor mijzelf daarvan uiterst beperkt zal zijn. Maar het omgekeerde is ook waar: zolang Arco blijft hangen, blijft de negatieve uitstraling voor de CD&V immens. Wie denkt dat ik zal opgeven, kent mij dus niet. Ik blijf er alles aan doen om de Arco-afspraken na te komen. Mijn politieke antwoord is: ‘Arco-coöperanten die nog iets van hun centen willen zien, moeten CD&V stemmen. En Kris Peeters alle steun geven.’ Want de partij van Bart De Wever is dat echt niet van plan.

Wie heeft u eigenlijk gevraagd om naar Antwerpen te verhuizen? Wouter Beke?

Peeters: Toen Yves Leterme mij in 2004 vroeg om Vlaams minister te worden, voegde hij eraan toe: ‘U moet natuurlijk naar Antwerpen verhuizen. U woont nu in Puurs, maar daar hebben wij Koen Van den Heuvel al. Wij hebben u nodig in de grootste stad van Vlaanderen.’ Ik zal eerlijk zijn: de jaren daarop heb ik die zaak niet zelf aangesneden. In Antwerpen waren Marc Van Peel en Philip Heylen al actief, dus ik dacht: zolang de partij er niet over begint, zwijg ik ook. Ik had mijn handen vol met de Vlaamse regering. De jaren gingen voorbij. Op een bepaald moment is de vraag van Marc Van Peel gekomen. Toen Philip Heylen in 2016 besloot om met politiek te stoppen, werd de druk groter. Nahima Lanjri kwam het vragen, Antwerps CD&V-voorzitster Ariane Van Dooren ook. Op een bepaald moment is ook Wouter Beke de vraag komen stellen. Ik heb er dus enige tijd over gedaan om ‘ja’ te zeggen.

Wat is eigenlijk het probleem? Ik kom naar Antwerpen met de beste bedoelingen: ik probeer mijn partij te helpen en een goed politiek programma uit te werken voor deze stad.

Hebt u er spijt van?

Peeters: Spijt? Nee. Als ik zeg: ‘Ik doe het’, dan doe ik het ook. Ik wijk niet. De meest aangename momenten zijn die wanneer mensen mij groeten met: ‘Ha, de nieuwe burgemeester.’ Dan antwoord ik altijd: ‘Dan moet u wel op mij stemmen.’ Maar het is niet altijd zo. Het is bekend dat Antwerpenaren geen blad voor de mond nemen. Dus spreekt men mij op straat ook weleens aan met: ‘Wat komt gij hier doen?’ Dat verrast mij elke keer weer. Sommigen roepen verwensingen naar mij, ‘Ga terug naar Puurs!’ Dan denk ik: wat is eigenlijk het probleem? Ik kom naar Antwerpen met de beste bedoelingen, ik probeer mijn partij te helpen en een goed politiek programma uit te werken voor deze stad.

Hoe schat u het in? Is die aversie tegen uw persoon spontaan, of is er een sfeer gecreëerd?

Peeters: Ik ben ervan overtuigd dat er inspanningen zijn gedaan om zo’n sfeer te creëren. Ik ben er zeker van dat men daarbij onderschat dat de woorden van een politicus vrij snel worden overgenomen, en sommige mensen hebben dan geen enkele rem meer. Want de mensen zien en horen wat politici zeggen en doen. Zij denken dan: als de Grote Leider dat allemaal zegt over Peeters, waarom zou ik dat niet mogen herhalen?

In december 2015 kwam u uitgebreid in het nieuws toen u ‘beuling’ kocht in Antwerpen, en tegelijk kritisch was over de inzet van para’s in de stad. Dat was de eerste keer in uw loopbaan dat uw echtgenote nadrukkelijk in beeld kwam. Uw Antwerpse ambitie heeft ook haar leven ondersteboven gehaald.

Peeters: Mijn echtgenote heeft al heel veel begrip getoond voor mijn politieke keuzes en is er ook telkens in meegegaan. Maar ik kan u verzekeren dat zij vandaag not amused is met de loop der zaken. Het begon toen men ineens een ‘zaak’ maakte van onze aankoop van beuling in Antwerpen en onze wandeling over de Meir. Zij vond dat er al ver over. Van in het begin van mijn politieke carrière in 2004 proberen wij ons privéleven zo veel mogelijk af te schermen van de buitenwereld. In dat schild zijn de laatste jaren een aantal gaten geslagen, en dat was nooit de bedoeling. Na de beuling kwam die aanhoudende hetze van ‘hij woont hier niet’, terwijl onze verhuizing naar Antwerpen voor mijn vrouw niet evident was. We hebben dan toch maar beslist om een journalist van Het Laatste Nieuws in onze appartement uit te nodigen om die kritiek tegen te spreken. Het heeft weinig uitgehaald. Ik kan u verzekeren dat er thuis weinig enthousiasme is voor een nieuwe inkijk in ons privéleven.

Bart De Wever vond het ook niet fijn dat u uw hond gebruikte om hem weg te houden van bezoeken aan uw woning in Puurs. Hij houdt niet van honden.

Peeters: In de goede oude tijd is Bart De Wever inderdaad een paar keer bij ons thuis geweest. In een interview heb ik eens laten vallen dat hij bij die bezoeken ons vroeg om de hond ergens op te sluiten. Zoals u aangaf: hij houdt nu eenmaal niet van honden. Geen erg dus. Die anekdote was zeker niet bedoeld om De Wever tegen het plafond te krijgen, maar achteraf werd ze zo wel uitgelegd. Geen haar op mijn hoofd dat kon denken dat die twee zinnen over mijn hond een eigen leven zouden gaan leiden.

Kris Peeters (CD&V): 'Wat bemoeit Bart De Wever zich met mijn privéleven?'
© FRANCKY VERDICKT

Uw ‘goede oude tijd’ verwijst naar het verleden. Vandaag zijn de persoonlijke relaties slecht.

Peeters: Ik heb Bart De Wever een paar keer op de man af gevraagd wat voor zin het heeft om persoonlijk te blijven inhakken op elkaar. Kort daarna, tijdens een De Morgen-debat in Antwerpen, ging het een hele tijd goed. Maar in de laatste vijf minuten was het ineens toch weer koekenbak. Wéér ging het over Puurs. Wat zou ik mijn huis verkopen, mijn zoon van 25 is er ook nog. Ten andere, ik woon wél in Antwerpen. Ik heb in Antwerpen gestudeerd, ik heb er vroeger al gewoond.

Stel dat het voor u fout loopt op 14 oktober, woont u dan op 14 november terug in Puurs?

Peeters: Nee. In de eerste plaats omdat ik niet denk dat het fout zal lopen bij de verkiezingen. Hoe dan ook zal ik niet meteen terug naar Puurs gaan. Ik vraag mij wel af: wat is de toevoegde waarde van dit debat? Wat bemoeit Bart De Wever zich eigenlijk met mijn privéleven? Ik vraag andere politici toch ook niet naar hun tweede verblijf? En hij mag toch een beetje consequent blijven? Hij noemt de Rotterdamse burgemeester Ahmed Aboutaleb zijn lichtende voorbeeld. Maar Aboutaleb is wel van Amsterdam naar Rotterdam verhuisd om burgemeester te worden. Terwijl Bart De Wever mij verwijt dat ik een onechte Antwerpenaar ben, dweept hij met een Amsterdammer die in Rotterdam burgemeester mocht worden omdat men daar graag een beroep deed op zijn ervaring en zijn capaciteiten. De enige zinnige reden die ik kan bedenken waarom De Wever op mij blijft inhakken, is dat hij mijn geloofwaardigheid onderuit wil halen.

Daar lijkt het Bart De Wever natuurlijk om te doen.

Peeters: Zulke methodes zouden algemeen afgekeurd moeten worden. Ik ging ervan uit dat hij door zo ver over de fatsoengrenzen te gaan zichzelf zou ontmaskeren. Ik had bij het publiek en in de pers graag wat meer verontwaardiging gezien, meer kritische stemmen die ons ervoor waarschuwen om niet die weg op te gaan, want zo belanden we met z’n allen op een hellend vlak. Door zo aan politiek te doen, sijpelt die brutale stijl door in alle lagen en hoeken van onze samenleving, met alle gevolgen van dien.

Ook De Wever moet klappen incasseren. Philippe De Backer (Open VLD) vond dat De Wever ‘emotioneel niet in staat is om burgemeester te zijn’.

Peeters: Dat was een erg onverstandige uitspraak van Philippe De Backer. Met die aanval kopieerde hij wat hij Bart De Wever verwijt. Ik vind dat politici beter hun grenzen moeten bewaken.

Kris Peeters

-1962: geboren in Reet

-Studies: licentiaat rechten (UIA), kandidaat filosofie (UIA), speciale licentie voor boekhoudkundig onderzoek en ma-nagement (Vlerick)

-1986-1988: advocaat

-1988-2004: carrière bij NCMV, later Unizo

-1989-1991: docent Postuniversitair Centrum Limburg, later docent bestuurskunde & publiek management Hogeschool Gent

-2004-2007: Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu & Natuur

-2006-2017: CD&V-gemeenteraadslid in Puurs

-2007-2014: minister-president van de Vlaamse regering

-2014-vandaag: vicepremier in regering-Michel, en minister van Economie, Consumenten en Werk

U reageert doorgaans terughoudend, zelfs braaf. Waarom repliceert u niet met een tegenvraag wanneer De Wever eist dat u uw huis in Puurs verkoopt: ‘Eiste u ook van Johan Van Overtveldt dat hij eerst zijn huis in Kapellen verkocht voor hij naar Mechelen verhuisde?’

Peeters: Ik ga daar niet op in. Eenmaal op het hellend vlak is er geen weg terug. Ik wil niet in dezelfde verleiding komen als Bart De Wever of Philippe De Backer om van een politieke concurrent het karakter te veroordelen of zijn geloofwaardigheid te ondergraven. Waarom deed De Backer dat eigenlijk? Om zichzelf in deze campagne ook op de kaart te zetten?

Het is alvast zijn eerste oneliner die grote koppen heeft gehaald.

Peeters: Ik vind het spijtig dat het zo werkt. Bart De Wever heeft mij ook al een ’transmigrant’ genoemd. Zo’n discours is niet alleen schandalig maar ook razend gevaarlijk. Er moeten toch andere manieren zijn om zich in de publieke aandacht te manoeuvreren? Een schitterend idee, een groots project…

Wat is uw beste idee voor Antwerpen?

Peeters: Onze visie op Antwerpen: ‘Een wereldstad op mensenmaat’. Het is een slogan met veel inhoud. Daar geloof ik echt in. Zo niet zal die stad verder versplinteren. Daarom heb ik geprobeerd om zo veel mogelijk gemeenschappen een plaats te geven. We leven in een superdiverse stad met 177 nationaliteiten. Ik heb echt hemel en aarde bewogen om van die lijst een regenboog te maken. Ik hoop dat het op 14 oktober wordt geapprecieerd dat onze lijst geen traditionele verzameling is van kandidaten van de vakbond, de middenstand en het ziekenfonds, maar een verzameling van zeer geëngageerde mensen die de boodschap uitdragen dat de Antwerpse CD&V een meerwaarde is voor deze stad. Daarvoor heb ik risico’s genomen. En ik heb er een prijs voor betaald, omdat sommige kandidaturen verkeerd zijn uitgepakt.

Zeg dat wel. Radiart Cankja schakelde zichzelf uit toen hij in Frankrijk werd betrapt met drie kilo heroïne in een auto. Maar u ergerde zich blauw over de bagger die werd uitgestort over de Joodse kandidaten Aron Berger en Rezi Friedman, en over Fatima Ezzarhouri, de moeder van een gedode Syriëstrijder. U werd zelfs boos: ‘Wie Fatima aanvalt, zal eerst voorbij mij moeten.’

Peeters: De maat is vol. Ik had het misschien vroeger moeten zeggen. Ik vond en vind dat men te ver gaat in de aanpak van mensen die in de politiek willen gaan – en dan heb ik het niet eens alleen over mijn eigen partij. Meestal zijn dat mensen die nog nooit met de media in contact zijn gekomen, en met een bang hart afwachten wat hun kandidatuur met zich meebrengt. En dan krijgen zij ineens die pletwals van publieke commentaar over zich, met aantijgingen en beschuldigen waarover je je afvraagt: hoe is het in godsnaam mogelijk?

Toen Radiart Cankja met drugs werd betrapt, kort nadat Bart De Wever had gesuggereerd dat de drugsmaffia de Antwerpse politiek infiltreerde en daarbij naar uw partij hintte, reageerde u cryptisch. U noemde zijn uitspraak ‘profetisch’.

Peeters: Dat is zo. Ik kon niet meer zeggen.

Mogen wij het zo formuleren: de Antwerpse CD&V hoopt dat haar buikgevoel dat de burgemeester zijn functie als hoofd van de politie heeft gebruikt om politieke tegenstanders uit balans te brengen níét klopt?

Peeters: Ik kan maar herhalen dat zijn woorden profetisch waren. En dat ik ervan uitga dat de juiste toedracht aan het licht komt: graag nog voor 14 oktober, als het moet later. Maar ik zou willen weten wie op welk moment wat wist, ja. Het is goed dat een aantal toevalligheden uitgeklaard worden. Het was ook ’toeval’ dat er ineens een politiepatrouille ‘per vergissing’ naar mijn appartement werd gestuurd. Het was ook ’toeval’ dat Het Laatste Nieuws een peiling organiseerde nét na de ophef rond Aron Berger (de Joodse kandidaat die vrouwen de hand niet schudt, nvdr.) en de CD&V slechts 2 procent behaalt. Ik heb het journalisten van die krant gezegd: dat was een snertpeiling. Ze hadden ook een enquête kunnen houden na het filmpje bij ’t Fornuis, na de onthulling over Schild & Vrienden, of na De Wevers uitspraak over de gedode peuter Mawda. Het zal wel puur toeval zijn dat de krant alleen op een slecht ogenblik voor mij ruimte had om in Antwerpen een peiling uit te voeren. Ik heb wat filosofie gestudeerd, ik kan best een boom opzetten over het toeval, en ik kan u verzekeren: er zijn véél toevalligheden gebeurd tijdens deze campagne. Maar ik ga niet met losse flodders schieten, dat heeft toch maar een averechts effect. Tom Meeuws (SP.A) heeft dat ondervonden. Als je schiet, moet het raak zijn.

Bart De Wever heeft mij ook al een ’transmigrant’ genoemd. Zo’n discours is niet alleen schandalig maar ook razend gevaarlijk

Laat deze campagne straks sporen na bij de vorming van een nieuw bestuur, of bent u in staat om wat gebeurd is achter u te laten?

Peeters: Ik ben bereid in elke coalitie te stappen waarin ik zo veel mogelijk van mijn programma kan realiseren. Wij sloten geen enkel voorakkoord af. Maar ik werk niet samen met de PVDA of het Vlaams Belang.

Ook niet met de PVDA? De zetels van die partij zijn in Antwerpen wellicht nodig voor een coalitie zonder N-VA.

Peeters: Níét met de PVDA. Voor het eerst sinds lang kan de Antwerpse kiezer stemmen op een authentieke christendemocratische partij. Mijn kandidatuur is een investering van onze partij in de grootste stad van Vlaanderen. Dat vraagt tijd, maar ik ben ervan overtuigd dat de Antwerpse CD&V de nodige marge heeft om opnieuw te kunnen uitgroeien tot een grote partij.

Daarvoor zult u toch voorbij De Wever moeten. U zit zijn N-VA-ministers in de haren in de federale regering, nu komt u hem in ‘zijn’ Antwerpen het leven zuur maken. Vanuit zijn perspectief is het toch logisch dat hij de CD&V klein probeert te houden, ook al zijn jullie coalitiepartners?

Peeters: Ik heb nooit goed begrepen dat Bart De Wever niet inziet welke positieve rol de CD&V kan spelen voor de stabiliteit van zijn eigen positie. Een jonge, dynamische CD&V kan toch alleen een versterking zijn voor het Antwerpse schepencollege? Helaas ziet hij een sterkere CD&V als iets negatiefs. Wie een coalitie wil leiden, moet ook de andere partners tot hun recht laten komen. Als de grootste partij alles inpakt met papier van haar eigen kleur, krijg je vroeg of laat problemen.

Is dat niet logisch in een situatie met twee belangrijke verkiezingen in een jaar tijd, en dat terwijl zowel de N-VA als de CD&V de ambitie heeft om de grootste Vlaamse volkspartij te zijn?

Peeters: We zullen niet toelaten dat de N-VA een strategie ontwikkelt om de CD&V leeg te zuigen tot er alleen maar een christendemocratisch omhulsel overblijft. Tegelijk worden wij nu al uitgenodigd om na de verkiezingen opnieuw een coalitie te maken met de partij die ons heeft proberen te verzwakken, waarna ze ons haar voorwaarden zal proberen op te dringen. Tegen zo’n scenario verzet ik mij met al mijn vezels. Dat is het gevolg van de opdracht die ik aanvaard heb. Ten eerste moest ik de Antwerpse CD&V verjongen. Daarin ben ik geslaagd, denk ik. Ten tweede moesten we opnieuw stevig ingebed raken in de verschillende gemeenschappen in deze stad. Bij de lijstvorming is dat met vallen en opstaan gebeurd, maar ik ben er uiteindelijk ook in geslaagd. En mijn derde opdracht is een goed resultaat neerzetten op 14 oktober. Van de drie heb ik er dus al twee vervuld.

Op welke score mikt u? De beruchte ‘5 procent’ waarmee u burgemeester kunt worden?

Peeters:(lacht) Ook die uitspraak is een eigen leven gaan leiden. Ik wilde aangeven: elke lijsttrekker is kandidaat-burgemeester, en met 5 procent kun je ook op de vorming van een nieuwe meerderheid wegen. Wacht met het voorspellen van onze score maar tot 14 oktober: zelfs in de peilingen doen we het voortdurend beter. Mijn eigen ambitie is ondergeschikt aan de realisatie van ons programma en de positie van de CD&V. Trouwens, met 5 procent van de stemmen kun je wel voor 100 procent van de inwoners burgemeester zijn. Wat vandaag niet het geval is in deze stad.

Partner Content