De (s)preekstoel van Knack.be
‘Kreeg Bob Dylan de Nobelprijs omdat hij in zijn teksten antwoorden zoekt op diepe levensvragen?’
‘De teksten van Bob Dylan zijn vaak heel sterk religieus, en dat zit ook in zijn levensloop’, schrijft Leen Bosgra (VPKB).
Al jaren heb ik me er over verbaasd dat muziekfestivals horden jongeren trekken, die er een heel weekend voor uittrekken om in een soort van vervoering te raken. Niks kerk, wel muziek. Liefst met goede teksten. Alsof jongeren, en niet alleen zij, de religie hebben ingeruild voor massale happenings. Evangelische christenen weten feilloos van dit concept gebruik te maken en halen heel wat rock in hun kerken. Soms echter met teksten, die ik moeilijk kan verteren. Het zijn teksten zonder mysterie en zonder vragen. Bij voorbaat is Jezus het antwoord. Maar was er ook een vraag, die voorafging?
‘Kreeg Bob Dylan de Nobelprijs omdat hij in zijn teksten antwoorden zoekt op diepe levensvragen?’
Bij Bob Dylan is het stellen van vragen troef. Hij won onlangs de Nobelprijs voor literatuur en dat zal ongetwijfeld komen doordat, naast zijn muziek, juist zijn teksten een blijvende waarde hebben, hoezeer ze ook door de tijd zijn ingekleurd. Ik heb me afgevraagd waarom zijn liederen zo’n hoge score krijgen. Misschien is een antwoord: omdat er opvallend veel diepe levensvragen in zitten.
Ik ga mijn kerk niet inruilen voor de Dylan-fan-gemeenschap, maar ik vind zijn teksten inhoudelijk vaak heel sterk religieus. Dat zit ook in zijn levensloop. Bob Dylan is jood, heeft een christelijke periode in zijn leven gekend en heel wat geshopt bij allerlei mystieke bewegingen, zoals de kabbala. Toch is Dylan moeilijk bij een traditie onder te brengen. Gelovig is hij wel, denk ik, zij het een gelovige die onderweg is naar zijn bestemming en er nog lang niet is. Het einde is voor hem in zicht, zonder het te bereiken. God is aanwezig zonder hem te kunnen benoemen.
Onderscheid tussen religie en geloof
Zelf maakt Dylan ergens in een interview een belangrijk, en klassiek onderscheid. Ik behoor niet tot een religie, zo zegt hij, maar dat is iets anders dan geloof. Dat laatste is de persoonlijke kant, die zich op enige afstand houdt van de tradities en de instituten van een religie. Geloof kun je niet alleen in termen van leer en overlevering zeggen, het heeft een binnenkant waar iemand anders moeilijk toegang krijgt. Vraag op straat: “Wat is geloof voor u?” en je krijgt gegarandeerd antwoorden als: “een kracht die ik voel in het leven. Iets dat mij te boven gaat, maar dat er altijd is. De moed om goed te handelen.”
Zelfs onder moslimjongeren lijkt die belangstelling voor de binnenkant te groeien, zo lees ik bijv. in Bruzz. Zij zijn vervreemd van hun oorspronkelijke cultuur, en zoeken daarom steeds meer hun heil bij het Soefisme, dat de individuele keus meer benadrukt. Welnu, Dylan is in de loop van zijn leven met allerlei religieuze bewegingen verbonden geweest, maar hij is volgens mij ook zo’n gelovige, die zijn eigen weg gaat. Als de kerken bevreesd zijn voor secularisering, dus voor de de-sacralisering van de samenleving, dan staat Dylan vooraan om het leven opnieuw te sacraliseren. Met andere woorden: hij vindt het heilige, het mysterie in het leven. Hij doet dat meer met vragen dan met antwoorden. Meer tastend en zoekend, dan wetend.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
De song van Dylan die hem op slag beroemd maakte laat daar iets van zien. “How many roads must a man walk down, before you call him a man?” “The answer is blowin’ in the wind …” Het opmerkelijke van het lied is dat de thema’s van de natuur en de oneindige tijd hier verschuiven naar de sociale vragen: “how many ears must one man have, before he can hear people cry?” Wie heeft het niet meegezongen? En meegevoeld dat dit een politiek protestlied tegen het geweld was in die tijd.
Toch is het niet alleen een protestsong. Men zegt wel dat het één van de eerste joodse liederen van Dylan (die als Robert Zimmermann geboren is) was. Hij was immers Jood, laten we dat niet vergeten en hij heeft langdurig getoond dat hij zich daarin thuis voelde ook. Ook is zijn verdediging van de staat Israël bekend en heeft hij zijn zoon laten inwijden als bar mitswa. Toch is Dylans geloof, als men daar al van kan spreken, niet alleen maar joods. Daarvoor heeft hij te veel andere godsdienstige wegen verkend. Hij werd zelfs in een Pinkstergemeente gedoopt. In zijn iconische lied Blowin’ in the wind stelt hij de vraag, maar hij laat het antwoord nog open. Dat wordt door de wind meegevoerd en je moet maar leren om te luisteren. Dat kan een lange weg zijn.
Wat uitdrukkelijker en kritischer wordt hij in With God on our Side. Het lied blijft actueel. Dylan wandelt in dit lied met de luisteraar door de geschiedenis van de meest gewelddadige conflicten. Daarbij is het opvallend dat hij begint met de eigen geschiedenis: de strijd tegen de indianen in de VS. Steeds weer is het hetzelfde liedje: oorlog vindt zijn rechtvaardiging in een diepe overtuiging van een bovenhistorisch gelijk. De hemel zegent elk wapen, als het moet. “And you never ask questions, when God’s on your side.”
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Hebben we dat niet steeds gehoord? De vraag aan christenen wordt lastig als zij moeten zeggen of God ook aan de kant van Judas (de verrader van Jezus) stond of niet. En iets van een verademend slot klinkt in de laatste regel: “If God’s on our side, He’ll stop the next war.” Toch bekent de zanger dat hij in diepe verwarring achterblijft en dat dus het vragen niet ophoudt. Dylan vraagt tot op het bot door en in al die vragen kondigt zich iets of iemand aan, die hij nooit voluit zal benoemen.
Ook zo’n krachtig lied, dat maar eindeloos blijft aandringen, is Gotta Serve Somebody.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Mensen moeten niet denken dat ze niemand dienen, zo is de korte inhoud. Het zit in onze genen om ergens aan verslingerd te zijn, is het niet aan God, dan wel aan de duivel. “It may be the devil or it may be the Lord, but you’re gonna have to serve somebody.” Godsdienst heeft een donkere en een lichte kant, zo lijkt Dylan wel te willen zeggen, en wie zal hem tegenspreken? Luther zou het hem kunnen nazeggen: Waar je je aan vastklampt in het leven, dat is eigenlijk je God, zo luidt één van zijn bekendste woorden. Religie, met andere woorden, moet goed bekeken worden op zijn uiteindelijke uitkomst. Er kan zomaar een fataal misverstand in onze diepste religieuze overtuigingen binnen sluipen.
Die donkere kant zit ook in het latere werk van Dylan. Een voorbeeld daarvan is Ain’t Talkin’. Het optimisme van zijn jonge tijd is dan verdwenen.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Daaruit blijkt maar weer dat echte kunstenaars groeien en veranderen. Dit lied heeft een sinistere kant, vol donkerheid en troosteloosheid. Maar de vragen van het geloof verdwijnen niet: “Ain’t talking, just walking, through the world mysterious and vague, heart burning, still yearning“. De persoon die het zingt loopt dus zonder illusies door het leven, maar blijft verlangen. Naar wat? Naar iets dat vroeger in de geloofsgemeenschappen klonk? “Ain’t no altars on this long and lonesome road“. De wandelaar legt een eenzaam parcours af zonder op oude geloofszekerheden terug te kunnen vallen. In de ‘mystic garden’, die hij doorkruist, komt hij tot de ontdekking dat de tuinman vertrokken is. “Excuse me, ma’am, I beg your pardon, there’s no one here, the gardener is gone“. Alsof God definitief uit de wereld verdwenen is. Is Dylan ongelovig geworden? Ik denk het niet. Hij verwoordt een gevoel dat bij de moderne tijd past (het album heet ook: Modern Times). Leuk is dat niet altijd. Maar het is onze realiteit.
‘Kerken mogen wel aan hun identiteit werken, maar de deur moet open blijven staan. Een beetje meer u003cemu003eblowin’ in the windu003c/emu003emag er wel bij.’
Wat we meer en meer zien is dat kerken vreemd en onwennig in die realiteit staan. Ze bewaren hun eigen gedachtengoed trouw en geven de verhalen door waar ze kunnen. Daarbij gebruiken ze een taal die door velen nauwelijks meer verstaan wordt. Zonder te willen veralgemeniseren heeft de gemiddelde Vlaming zich toch wel losgezongen van God, zoals die hem vroeger geleerd is. En achter de muren van de kerken die nog open zijn speelt zich een geheimzinnig tafereel af dat niemand meer begrijpt.
Toch zullen maar weinigen zeggen dat ze alle geloof verloren zijn. Het is veranderd, maar een verlangen en een heimwee naar wat vroeger vanzelf sprak is er vaak nog. En dan is het de kunst voor kerken en geloofsgemeenschappen om dat te beseffen. We kunnen niet alleen maar hetzelfde blijven zeggen, dat we altijd al zeiden, al is er niets op tegen de eigen traditie te koesteren. Onze handicap is nogal eens, dat we vragen, waar mensen mee worstelen, al beantwoord hebben voordat ze gesteld zijn. Onze traditie is onze rijkdom, of we nu protestant zijn of katholiek. Maar tradities verstenen soms en dan worden we kwetsbaar.
Kerken mogen wel aan hun identiteit werken, maar de deur moet open blijven staan. Een beetje meer blowin’ in the wind mag er wel bij. Dylan is dan een leerzame ervaring voor ons.
Leen Bosgra is predikant voor de Protestantse kerk Bethlehem (Huis van Brood) in Anderlecht.
De (s)preekstoel van Knack.be
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier