Eddy Eerdekens
”Kraamkost’ Woord van het Jaar? Ware het niet zo onpraktisch, ik zou nooit nog Nederlands spreken’
‘Ik heb in het jaar 2015 iedere dag, van bij het ontwaken tot het slapengaan, Nederlands gesproken, geschreven, gelezen en ernaar geluisterd. Ik ben het woord ‘kraamkost’ geen enkele keer tegengekomen,’ schrijft Eddy Eerdekens. ‘Nooit. Never. Jamais.’
Hierbij pleit ik voor ontslag om dringende redenen van de voltallige redactie van het Van Dale Woordenboek. Nadat zij er eerder in slaagden om het woord ‘dagschotel’ in de betekenis van ‘een pintje’ op te nemen in de nieuwste inventaris van onze taal, hebben ze vandaag het woord ‘kraamkost’ uitgeroepen tot Woord van het Jaar 2015.
Niet ‘sjoemelsoftware’, Woord van het Jaar in Nederland. Niet ‘Turteltaks’, het meest gehoorde woord bij een samenkomst van drie of meer personen in Vlaanderen de afgelopen maanden, en niet ‘Kibbelkabinet’, het woord dat zich de eerste maanden van dit jaar via politiek en media als een oorwurm in ons taalgebruik nestelde en dat er zich wellicht nooit meer uit laat jagen. Kraamkost. Nooit van gehoord.
Hoe vaak heeft u in 2015 het woord ‘kraamkost’ gebezigd? Zou u binnen zijn, hadden we u 5 euro gegeven iedere keer dat u het woord ‘kraamkost’ heeft gebruikt? Heeft u de afgelopen maanden herhaaldelijk en ten einde raad op uw kinderen geroepen dat ze het woord ‘kraamkost’ nooit meer in de mond mogen nemen omdat u het kotsbeu gehoord bent? Ik heb in het jaar 2015 iedere dag, van bij het ontwaken tot het slapengaan, Nederlands gesproken, geschreven, gelezen en ernaar geluisterd. Ik ben het woord ‘kraamkost’ geen enkele keer tegengekomen. Nooit. Never. Jamais.
”Kraamkost’ Woord van het Jaar? Ware het niet zo onpraktisch, ik zou nooit nog Nederlands spreken’
Toen ik hoorde dat dit woord – dat zich overigens laat proeven als iets onbehaagelijks, de onbewuste associatie met kraamkots is niet ver weg – dacht ik dat de redactie van Van Dale een woord had ontdekt – of zelfs uitgevonden? – dat een definitie was voor bouletten, frikandellen, hamburgers en andere fijne vleeswaren die men kan bestellen aan een kraam. Een frietkraam. Een hotdogkraam. Een marktkraam.
Dat blijkt zo niet te zijn. De definitie van kraamkost is de volgende: ‘maaltijd als cadeau voor een pasbevallen moeder en haar gezin’. Wist u dat? Kent u iemand in uw familie of vriendenkring, of bij uitbreiding uw collega’s en vage kennissen die weten dat ‘maaltijd als cadeau voor een pasbevallen moeder en haar gezin’ de definitie is van ‘kraamkost’, het Woord van het Jaar 2015? De redactie van het Van Dale Woordenboek zal ongetwijfeld de handen in onschuld wassen en argumenteren dat het grote publiek – U en ik en 40.000 anderen – via een democratische stemming verkozen hebben tot Woord van het Jaar. Welaan, dan is er iets mis met die stemming. Iedereen weet dat een slecht georganiseerde internetpoll de vreemdste resultaten oplevert.
Het woord had (door de redactie) niet eens genomineerd mogen worden. In het lijstje hoorden enkel woorden thuis waarmee we in 2015 werden doodgegooid. Woorden waarover we struikelden, waaronder we bedolven werden. Woorden die ons aanvlogen vanuit de titels van de kranten en de inleidingen van nieuwslezers. Woorden die ons achtervolgden en die we niet meer konden horen omdat ze tot in den treure toe te pas en te onpas door de gebruikers van de Nederlandse taal rondom ons gebezigd werden.
Niet zo met kraamkost. Nooit gehoord. Echt niet. Zoals ik ook nooit iemand op café een dagschotel hoor bestellen als hij een pintje wil nuttigen. Dat doet niemand buiten Xavier Waterslagers, een fictief personage in een komisch (nu ja) programma op de televisie. In Nederland, waar de hele bevolking zich met trots achter ‘sjoemelsoftware’ als Woord van het Jaar kan scharen, lacht men zich een kriek met Vlaanderen. Kraamkost. Zal wel iets te maken hebben met kroketten. Of met patat. Ware het niet dat het zo onpraktisch was, ik zou nooit nog Nederlands spreken.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier