Bruno Verbergt
‘Koloniale geschiedenis moet deel uitmaken van ons onderwijs’
‘Ook scholen moeten zorgen voor meer kennis over de koloniale geschiedenis’, schrijft Bruno Verbergt van het vernieuwe AfricaMuseum dat vandaag de deuren opent.
Mensen van Afrikaanse origine erkennen in het trauma van de kolonisatie: het is een belangrijke taak van ‘Kinderen van de Kolonie’, en van ons Africamuseum dat deze week opengaat. Maar we mogen die belangrijke taak niet alleen aan een tv-programma of een museum overlaten. Ook scholen moeten zorgen voor meer kennis over de koloniale geschiedenis.
Koloniale geschiedenis moet deel uitmaken van ons onderwijs.
We moeten daar eerlijk over zijn: de post-koloniale spanning stijgt. Er was de voorbije weken en maanden veel media-aandacht voor de restitutie van Afrikaans erfgoed. Er woedt (vooral in Nederland) een hevige discussie over het bestaan van Zwarte Piet. Er komt een documentaire gewijd aan de Kinderen van de Kolonie. En achter de schermen leggen wij de laatste hand aan de metamorfose van het Africamuseum. Waarbij de ene de ‘dekoloniale’ wending van het museum een fel overdreven onnodige zelfkastijding zal vinden, en de ander het ervaart als too little too late.
Veel jongere generaties Afro-Belgen maken de laatste jaren duidelijk dat ze het niet begrijpen: zowel in het officiële discours als in dat van hun eigen ouders missen ze erkenning van het leed veroorzaakt door het koloniale bestuur. Het project van België was er vooral één van economische exploitatie en dat wordt ook zo erkend door auteurs, academici en opiniemakers. Maar een nieuwe generatie legt zich daar niet bij neer.
Ik kan hen daarin volgen. In de publieke opinie is de moderne visie op het koloniale tijdperk nog niet voldoende doorgedrongen. En daar kunnen zij niet op hun eentje verandering in brengen. Ook wij kunnen dat niet alleen. Om het te zeggen met een Afrikaans gezegde: er is een dorp nodig om een kind op te voeden. Dit is dan ook een oproep aan leraars, schooldirecties, inspecteurs en andere opvoeders om de opening van het museum aan te grijpen als een kans. Om samen te zorgen voor meer kennis over de koloniale geschiedenis en haar mechanismen, om samen de discussie over dat verleden op gang te trekken. En om samen bij te dragen tot wederzijds begrip en respect voor nuance en complexiteit.
Je hoort wel vaker dat groepen geschokt zijn wanneer ze pas op latere leeftijd en buiten de school beseffen dat een deel van de historische feiten hen niet zijn verteld. De leerprogramma’s en eindtermen komen daarbij in het vizier. In de Vlaamse eindtermen staat dat leerlingen lessen moeten kunnen trekken uit ‘historische en actuele voorbeelden van onverdraagzaamheid, racisme en xenofobie’. Het Africamuseum kan daarbij dezelfde rol spelen als de Dossinkazerne, het In Flanders Fields Museum en het Museum Dr. Guislain. Het debat aanwakkeren over de fouten die in het verleden gemaakt zijn. En daaruit leren, zeker in deze woelige tijden.
In de schaduw van het Witte Huis staat het National Museum for African-American History and Culture, gewijd aan de pijnlijke geschiedenis van de Verenigde Staten ten opzichte van hun eigen Afro-Amerikaanse burgers. Wij zijn hier om te informeren en op te leiden, niet om te beoordelen of veroordelen, is hun visie. Dat is ook onze taak. We zijn dan ook blij dat we konden bijdragen aan de Canvas-reeks “Kinderen van de kolonie” en, met de hulp van archiefbeelden die er niet om liegen, een forum konden creëren om meningen tegenover elkaar te zetten.
Laat ons, net zoals we stilaan in het reine zijn met de collaboratie, ook proberen om in het reine te komen met de kolonisatie.
De publieke opinie over de koloniale periode wordt sterk beïnvloed door het duidelijke verschil tussen geschiedenis en herinnering. Er is het onderscheid tussen de individuele ervaring en de algemene, meer afstandelijke benadering. Nonkel pater die op elk familiefeest kleurige verhalen kon vertellen over zijn jaren als missionaris in ‘de Congo’, of koko — de Congolese opa — die de ellende ontvluchtte. De afstandelijke benadering wordt daar al snel door ondergesneeuwd, waardoor het lijkt alsof genuanceerde wetenschappers in hun ivoren toren zitten. Laat ons, net zoals we stilaan in het reine zijn met de collaboratie, ook proberen om in het reine te komen met de kolonisatie.
Historisch besef is wat ons als mensen onderscheidt van dieren. Alle respect voor de ‘nuttige’ STEM-richtingen, maar laat ons ook veel ruimte overhouden voor sociale, maatschappelijke en culturele bewustwording. Door al van jongs af aan in contact te komen met onze geschiedenis, kunnen we ontsnappen aan de zwartwit-discussie van ‘helemaal goed’ versus ‘helemaal fout’. Als we met Europeanen en Afrikanen samen willen werken aan een toekomst, is het tijd voor een meer genuanceerde stem. Daarom laten wij in Tervuren, in hét symbool van het Belgische kolonialisme, Afrikanen aan het woord over wat ook hún geschiedenis is.
Bruno Verbergt is operationeel directeur publieksgerichte diensten van het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika en docent algemeen en strategisch cultuurmanagement aan de Universiteit Antwerpen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier