Koffie, eieren en seks: de dagelijkse rituelen van creatieve geesten
Waar halen bekende kunstenaars, schrijvers, filmmakers hun inspiratie? Neem een kijkje in hun creatieve keuken.
De Amerikaanse schrijver Mason Currey ging in een inspiratieloze bui op zoek naar hoe bekende kunstenaars, schrijvers en filmmakers uit het heden en verleden zich lieten inspireren. Het gaf hem voldoende creativiteit voor het boek Dagelijkse rituelen, over de routines van mensen.
‘Een vaste routine functioneert als een soepele doorgang voor iemands mentale energie en zorgt ervoor dat de tirannie van het gemoed op afstand wordt gehouden’, zo schrijft Currey in zijn voorwoord. Natuurlijk zijn er de kunstenaars die hun dagelijkse portie pepmiddelen nodig hebben en verslaafd waren aan amfetamine (W.H. Auden), barbituraat (Jean-Paul Sartre), benzedrine (Graham Greene), opium (Marcel Proust) en zelfs laxeermiddelen (Louis Armstrong). Toch zijn er ook creatieve geesten met een ietwat meer verrassende routine die eveneens tot grootsheid hebben geleid. Vijf voorbeelden:
De 30 eieren van Erik Satie
De Franse componist en pianist had de gewoonte om iedere dag de circa tien kilometer vanuit zijn woonplaats in Arcueil naar zijn favoriete cafés in Parijs lopend af te leggen, om daar vervolgens zijn unieke composities te creëren. Satie was ook een lekkerbek, en hij keek altijd reikhalzend uit naar de avondmaaltijd. Hoewel hij lekker eten dus kon waarderen en een heel uitgelezen smaak had, was Satie ook in staat enorm veel te eten; met soms wel omeletten van dertig eieren. Satie liep vaak ook de lange afstand te voet terug naar huis en kwam soms pas tegen zonsopgang thuis. Desalniettemin vertrok hij de volgende ochtend weer naar Parijs.
De 60 koffiebonen van Ludwig van Beethoven
Koffie was voor Beethoven onontbeerlijk: hij zette die ook met heel veel zorg. De Duitse componist stelde vast dat er zestig bonen per kop nodig waren, en hij telde ze vaak een voor een, voor een heel precieze dosering. Vervolgens ging hij aan zijn bureau zitten en werkte tot twee of drie uur, met af en toe een pauze om buiten te wandelen, wat zijn creativiteit bevorderde.
De zachte streling op de penis van Thomas Wolfe
Laten we maar meteen met de deur in huis vallen. De Amerikaanse schrijver Thomas Wolfe speelde ter inspiratie graag met z’n genitaliën. Op een avond in 1930 besloot Wolfe, moeizaam pogend de koortsachtige geestestoestand op te roepen die geleid had tot zijn eerste boek, Look Homeward Angel, naar bed te gaan in plaats van nog een ongeïnspireerd uur door te werken. Maar, terwijl hij naakt bij het raam van zijn hotelkamer stond, ontdekte Wolfe dat zijn lusteloosheid opeens verdampt was en dat hij zin had om te schrijven. Hij ging weer aan tafel zitten en schreef tot het ochtendgloren met, zoals hij zich herinnerde, ‘verbazingwekkende snelheid, voldoening en stelligheid’.
Erop terugkijkend probeerde Wolfe te ontdekken wat die plotselinge omslag veroorzaakt had – en hij realiseerde zich dat hij bij het raam onbewust zijn geslacht gestreeld had, een gewoonte uit zijn kindertijd, waarbij het niet ging om iets seksueels, maar die wel een zodanig ‘aangenaam mannengevoel’ meebracht dat het zijn creatieve energie had aangewakkerd .Vanaf dat moment gebruikte Wolfe deze methode regelmatig.
De seksdrive van Frank Lloyd Wright
Seksueel werd het wel bij de Amerikaanse architect Frank Lloyd Wright. Hij wilde zo vaak seks dat zijn vrouw zich afvroeg of het wel gezond voor hem was. Zelfs op zijn 85e, zo beweerde zijn derde echtgenote, kon Wright nog steeds twee of drie keer per dag de liefde met haar bedrijven. ‘Het mag dan een hemels geschenk zijn geweest’, schreef ze, ‘maar zijn gepassioneerde lust werd zo hevig dat ik zelfs bezorgd werd of zo’n gigantische uitstroom van seksuele energie niet schadelijk voor hem zou kunnen zijn.’ Ze ging voor advies naar een dokter die voorstelde Wright ‘salpeter’, ofwel kaliumnitraat te geven, wat naar men zei de seksdrive van een man temperde. Uiteindelijk kon ze zich er niet toe zetten om dat te doen. ‘Ik kon het niet over mijn hart krijgen om hem te versuffen of hem op welke manier dan ook die geweldige ervaring af te nemen.’
Het grote waterverbruik van Woody Allen
De Amerikaanse filmregisseur springt om de haverklap in de douche om nieuwe inspiratie op te doen. ‘Douchen is vooral goed als het koud is’, zegt Allen. ‘Dat klinkt nogal onbenullig, maar als ik werk, heb ik gewoon mijn kleren aan, en die douche wil ik nemen voor een creatieve impuls. Dus trek ik wat kleren uit en smeer een muffin voor mezelf, of zoiets, en dan probeer ik mezelf zo even echt koud te laten worden zodat ik onder de douche wil stappen; dan sta ik daar onder kokend heet water, dertig of vijfenveertig minuten, alleen maar ideeën te verzinnen en de plot uit te denken. Daarna stap ik uit de douche, droog me af, kleed me aan en laat me weer op bed vallen om daar verder na te denken.’
‘Dagelijkse rituelen’ van Mason Currey werd uitgegeven bij Maven Publishing. ISBN: 9789491845390
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier