Knack onderzoekt: ‘Het ANPR-cameraschild riskeert zich tegen de politie te keren’
Meer dan een half miljoen foto’s per dag nemen de ANPR-camera’s van de federale politie, en dat levert gemiddeld meer dan 3500 zogenaamde hits op. Maar de efficiëntie is ver zoek, waarschuwt Frank Schuermans van het COC, de waakhond van de politiedatabanken. En dat is niet zijn enige zorg. ‘Waarom moet de Staatsveiligheid weten dat jij ooit veroordeeld bent omdat je dakraam twee meter te veel naar links stond?’
‘Lokale politie koopt ANPR-camera’s’, ‘Dieven geklist dankzij ANPR’: vrijwel wekelijks verschijnen er nieuwsberichten over camera’s voor nummerplaatherkenning. Maar hoeveel van die Automatic Number Plate Recognition-camera’s staan er intussen in België? Helpen ze ook echt om misdaad te bestrijden? En wie krijgt allemaal toegang tot gevoelige politie-informatie? Op vraag van Knack geeft het Controleorgaan op de politionele informatie (COC) voor het eerst het totaalbeeld.
‘Meer informatie genereren: dat is de bedoeling van het ANPR-schild’, zegt Frank Schuermans, lid-raadsheer en woordvoerder van het COC. ‘Het is zeer nuttig voor opsporingswerk maar heeft ook neveneffecten. Het cameraschild riskeert zich tegen de politie te keren. De ANPR-camera’s zullen onvermijdelijk “hits” opleveren waarvan achteraf zal worden gezegd: “Komaan, hoe kan het dat je daar niet op hebt gereageerd?!” De reden is simpel: de politie verdrinkt gewoon in een hoop overbodige informatie.’
Het is één zaak om duizenden camera’s te plaatsen, maar je moet natuurlijk wel de capaciteit hebben om al die informatie te verwerken.
Hoeveel ANPR-camera’s gebruikt de politie vandaag?
Frank Schuermans: In totaal zijn er nu 1892 ANPR-camera’s: 157 exemplaren zijn aangesloten op het nationale netwerk van de federale politie en 1735 op een technische gegevensbank van de lokale politie. Tegen 2021 moet het volledige cameraschild uitgerold zijn en zal de politie over 3465 ANPR-camera’s beschikken.
Hoeveel nummerplaten worden dagelijks gefotografeerd?
Schuermans:We hebben alleen cijfers voor de 157 camera’s van de federale politie. De afgelopen maand hebben die gemiddeld 546.664 nummerplaten per dag gefotografeerd. Als je dat cijfer extrapoleert naar het hele cameraschild van 3465 camera’s, kom je op ruim 12 miljoen foto’s. Elke dag opnieuw. Het is natuurlijk wel zo dat de camera’s van de federale politie langs autosnelwegen staan. Daar passeren meer auto’s dan op de gewest- of gemeentewegen waar de lokale politie haar ANPR’s heeft ingeplant.
De ANPR-camera’s zijn aangesloten op databanken met allerhande politie-informatie. Hoe vaak levert een gefotografeerde nummerplaat een hit op?
Schuermans:De 157 camera’s van de federale politie hebben de voorbije maand gemiddeld 3522 hits per dag opgeleverd: matches tussen een gefotografeerde nummerplaat en een registratie in de Algemene Nationale Gegevensbank (ANG). Daarin staan zowel seiningen als te nemen maatregelen.
Opnieuw: als je dat cijfer extrapoleert naar het hele schild, kom je op termijn tot meer dan 77.000 hits per dag. Dat is natuurlijk hallucinant én onbeheersbaar. Voor de politie is dat dan een vergiftigd geschenk. Het is één zaak om duizenden camera’s te plaatsen, maar je moet natuurlijk wel de capaciteit hebben om al die informatie te verwerken. Nu raken relevante hits ondergesneeuwd door allerhande brol.
Waarom zijn er zo veel hits?
Schuermans: Omdat er in de ANG wel honderden verschillende redenen opgenomen zijn om te seinen. Soms is zo’n reden verbonden aan een onderzoek van vijf jaar geleden dat al lang is geseponeerd. Je kunt zelfs vrijgesproken zijn en nog altijd geseind staan. Er moet dus zwaar gesnoeid worden in die seiningen en in de redenen om te kunnen seinen. De ANG dateert van het einde van de vorige eeuw: die databank is niet opgevat om er twintig jaar later een realtime-ANPR-systeem aan te koppelen.
De politie is de lijst van seiningen nu wel aan het herbekijken, maar dat is een werk van lange adem. En de dienst die verantwoordelijk is voor het hele ANPR-schild telt amper drie man.
Wat kan er zoal misgaan?
Schuermans:We hebben een dossier gehad van iemand die een hele tijd eerder was aangehouden met een baseballbat in zijn koffer. De politie had toen een pv opgemaakt: ‘Verboden wapendracht.’ Maar daaraan werd in de ANG ook meteen de maatregel gekoppeld van grondige fouillering, met de vermelding ‘Wapengevaarlijk; gewelddadig’. Zulke info blijft vijf jaar in de databank staan zonder enige tussentijdse evaluatie. Het gevolg? Telkens als die man langs een ANPR-camera passeert, levert dat een hit op. Tijdens een routinecontrole is hij al eens volledig gefouilleerd en is zijn voertuig ondersteboven gekeerd – en hij had geen idee waarom.
Om misdaden op te lossen werkt het ANPR-systeem wél goed.
Schuermans:Dat klopt. Voor reactief opsporingswerk is het een zeer goed systeem. Cijfers bestaan daar niet over, maar elke politieambtenaar of parketmagistraat zal je verzekeren dat ANPR-camera’s voor doorbraken zorgen. Er is wel een belangrijk juridisch aandachtspunt: als je bepaalde nummerplaten actief zou beginnen op te sporen via dat systeem, moet je opletten dat je niet in een stelstelmatige observatie terechtkomt. Dat is een zogenoemde bijzondere opsporingsmethode. Om die te mogen gebruiken, heb je eerst de toestemming van een magistraat nodig.
Burgers die willen weten of hun naam in een politiedatabank zit, kunnen bij uw dienst terecht.
Schuermans:Ja. Dan gaan we na of er informatie over hen aanwezig is, en zo ja: of die correct is. Daarna melden we hun dat ‘de nodige verificaties zijn gebeurd’. We mogen helaas niet meedelen of iemand in een databank zit, laat staan dat we de registratie bijvoorbeeld hebben laten wissen. Dat willen we veranderd zien: in 80 procent van de gevallen is het geen enkel probleem om die informatie te geven. Bij lopende onderzoeken kan dat natuurlijk niet.
Kloppen veel mensen aan met zo’n vraag?
Schuermans: Vroeger deed de Privacycommissie die controle, zij had zo’n 150 dossiers per jaar. Sinds kort is het onze bevoegdheid. Vorig jaar hebben we 400 van zulke vragen van burgers behandeld. Daar zaten trouwens flink wat politieambtenaren of kandidaten bij: zij mogen niet zelf nagaan of hun naam in de ANG staat – dat zou een misdrijf zijn. En ja, er zitten wel wat politieambtenaren in de databank, dat is geen geheim.
Ook de Staatsveiligheid heeft sinds vorig jaar rechtstreekse toegang tot de ANG.
Schuermans:Daar is in het parlement amper over gedebatteerd. Merkwaardig. Ons advies was zeer negatief, maar er is geen rekening mee gehouden. Opmerkelijk is dat de Staatsveiligheid van 2014 tot 2019 de ANG al kon raadplegen via een zogenoemd hit/no hit-systeem, maar dat nooit gedaan heeft. En toch moest ze in 2019 zo nodig rechtstreekse toegang krijgen. Waarom moet de Staatsveiligheid weten dat jij ooit veroordeeld bent omdat je dakraam twee meter te veel naar links stond, en je dus een pv wegens inbreuk op de stedenbouw hebt gekregen? Dat is natuurlijk disproportioneel.
Hoelang blijft zulke informatie in de ANG staan?
Schuermans:Ben je ooit op een zomerfestival betrapt met speed, xtc of cocaïne op zak? Dan blijft dat er tien jaar in staan. Met alle gevolgen van dien. Vroeger was dat misschien niet zo erg, maar tegenwoordig is het echt wel een probleem. Want het beleid heeft de problematische neiging om de ANG meer en meer open te stellen voor allerhande diensten die vinden dat ze toegang moeten krijgen. Voor de Vlaamse Belastingdienst hebben we dat ooit geweigerd. De sociale inspectie is al lang vragende partij. De douane wil rechtstreekse toegang. Ook tal van Vlaamse agentschappen met handhavingsbevoegdheid zouden graag in de politiegegevens willen kijken. Het is aan de ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken om zich daarover uit te spreken. En de Haven van Antwerpen, bijvoorbeeld, is dan weer vragende partij om toegang te krijgen tot het ANPR-systeem van de politie.
Ook daar kunnen de inlichtingendiensten sinds kort in neuzen.
Schuermans:Ik heb de cijfers daarover bij de politie opgevraagd, en dat blijkt mee te vallen. In 2019 hebben de inlichtingendiensten vier keer toegang gevraagd tot het ANPR-netwerk van de politie. En ik kan me wel indenken dat een bepaalde nummerplaat in een inlichtingenonderzoek plots relevant is.
Kloppen lokale politiezones ook soms aan voor juridisch advies?
Schuermans:Vorig jaar hebben we zo’n zeventigtal vragen daarover gekregen. Ik kan natuurlijk onmogelijk de jurist zijn voor 38.000 politieambtenaren. De vragen zeggen soms wel iets over het gebrek aan juridische knowhow bij hen. Soms moet ik echt nog het abc uitleggen. Soms liggen de vragen niet zo voor de hand: mag een politieambtenaar info meedelen aan een gerechtsdeurwaarder, curator of verzekeringsmaatschappij? Dat is ingewikkelde materie.
Regelmatig doen we ook op eigen houtje proactieve onderzoeken bij politiezones of diensten van de federale politie. ANPR-camera’s zijn daarbij een vast thema. En dan stellen we soms vast dat er camera’s staan terwijl de gemeenteraad daarvoor geen toestemming heeft gegeven. Vaak is er sprake van een gebrek aan kennis. Er is bij de politie echt een expertiseprobleem.
Soms staan er ANPR-camera’s terwijl de gemeenteraad daarvoor geen toestemming heeft gegeven.
Uw dienst heeft meer macht dan het Comité P, de andere waakhond van de politie.
Schuermans: Het klopt dat wij, in tegenstelling tot het Comité P, dwingend kunnen optreden. À la limite kunnen wij een bepaalde gegevensstroom of applicatie stopzetten. Zo hebben we het gezichtsherkenningssysteem op de luchthaven in Zaventem een halt toegeroepen. Maar de politie wil ermee doorzetten. Naar ik heb begrepen bereiden ze nu een nieuw dossier voor. En dat terwijl er toch nog veel onduidelijkheid bestaat rond gezichtsherkenning.
Het systeem maakt nog te veel fouten?
Schuermans:Bij mensen met een donkere huidskleur – en zeker een zwarte – zijn er manifest meer valse positieven of valse negatieven. Het systeem is ook minder nauwkeurig als je een bril draagt of ooit een gezichtsoperatie hebt ondergaan. Of wanneer de omstandigheden voor gezichtsherkenning niet optimaal zijn.
Begin maart was ik, samen met buitenlandse politiediensten en dataprotectie-autoriteiten, op een vergadering met Microsoft en andere producenten die gezichtsherkenning uiteraard promoten en zulke systemen ook verkopen. Er was een Britse professor bij, Peter Fussey van de University of Essex. Hij heeft de enige onafhankelijke evaluatie gevoerd van de accuraatheid van gezichtsherkenning. Amper 16 procent van de hits was correct, bij de rest ging het om valse positieven of valse negatieven. De Britse Metropolitan Police heeft het over amper 3 of 4 procent valse hits. Sowieso zit je met een foutenmarge, en de vraag is hoe je daarmee omgaat. Daarover moet in België nog gedebatteerd worden.
Hoe kan gezichtsherkenning in Zaventem toegepast worden?
Schuermans: Je hebt grof genomen drie mogelijkheden. Eén: de foto op je ID-kaart wordt vergeleken met een foto die op Zaventem van je wordt genomen. Dat is het minst intrusief. Twee: je loopt in de luchthaven rond, je wordt gefotografeerd, en die foto wordt vergeleken met een lijst van foto’s – bijvoorbeeld in strafonderzoeken als opsporingsmethode. De derde en meest intrusieve optie is live facial recognition, met live-interventie. Je fotografeert alle 30.000 bezoekers die dagelijks in Zaventem passeren en zet al die foto’s af tegen een lijst. Op basis van een hit kan de politie dan meteen optreden. De vraag is wat of wie er op die vergelijkende lijst mag staan. De Verenigde Staten willen een lijst met een foto van élke Amerikaan. Opsporingsmatig valt daar natuurlijk veel voor te zeggen, maar wat met de privacy? In Europa zou zoiets niet passeren.
Gaat u het nieuwe voorstel van de politie ditmaal wél goedkeuren?
Schuermans:We hebben niet de bevoegdheid om op voorhand iets goed of af te keuren. We geven wel advies, en nadien kunnen we altijd dwingend optreden.
Sowieso ontbreekt momenteel nog een wettelijke basis. De politie heeft een informeel overleg aangevraagd over het thema. We zijn bereid daarop in te gaan, maar dan willen wij eerst toegang krijgen tot haar FOCUS-applicatie. Met dat nieuwe systeem kunnen politieambtenaren op een smartphone politie- en andere databanken inkijken.
Sowieso zit je met een foutenmarge, en de vraag is hoe je daarmee omgaat.
Klinkt revolutionair.
Schuermans:En dat is het ook. Het is twee jaar geleden door de Antwerpse politie opgestart, en het is een zeer performant instrument. Vroeger moesten politiemensen terug naar hun bureau of de terminal in hun dienstauto gaan, of moesten ze contact opnemen met de dispatching om politiedatabanken in te kijken of meer informatie te krijgen. Nu kan dat rechtstreeks. Maar het brengt ook uitdagingen met zich mee. In de basisgegevensbank van de lokale politie zit immers ook niet-gevalideerde, ruwe informatie. Dat kan informatie zijn van één getuige – die twee andere getuigen later bijvoorbeeld kunnen tegenspreken. Doordat een politieambtenaar die info nu snel op zijn smartphone ziet en op basis daarvan tijdens een interventie meteen kan reageren, is de kans op missers groter.
En die FOCUS-app wilt u nu onder de loep nemen?
Schuermans: Te meer omdat ook andere politiezones FOCUS sinds enkele maanden uitrollen. De bedoeling is zelfs om het tegen eind 2020 in heel België te hebben. We vragen er nu al meer dan twee maanden toegang toe, maar om een of andere reden krijgen wij – toch de dienst die politionele informatie als parlementair controleorgaan moet controleren – die niet. Wanneer de geïntegreerde politie ons zoiets weigert, voel ik dat er iets aan de hand is. Daarom hebben we recent minister van Justitie Koen Geens (CD&V) en minister van Binnenlandse Zaken Pieter De Crem (CD&V) formeel om toegang gevraagd.
Al die databanken en camerasystemen moeten worden onderhouden. Besteedt de politie die taak uit aan derden? En krijgen die dan toegang tot politie-informatie?
Schuermans:Wanneer privébedrijven technische ondersteuning bieden en zulke systemen onderhouden, hebben zij natuurlijk ook toegang tot de gegevens zelf. Op zich is dat aanvaardbaar. Maar dan moet er wel een zogenoemde verwerkingsovereenkomst zijn tussen de politie en het bedrijf, met duidelijke afspraken over waarborgen en aansprakelijkheid. Dat is al heel lang een wettelijke verplichting. Wij onderzoeken momenteel bij een bepaalde toepassing of dat correct verloopt. Veel kan ik er nog niet over kwijt, maar soms ontdekken we zaken die niet geruststellend zijn.
Frank Schuermans
– Studie: rechten (UGent)
– 1989-1992: advocaat aan de balie van Gent
– 1992-2020: parketmagistraat parket Oost-Vlaanderen en parket-generaal Gent
– 1996-1999: adjunct-kabinetschef van Johan Vande Lanotte (SP.A) op het kabinet Binnenlandse Zaken (1996-1999) en het vicekabinet Justitie en Binnenlandse Zaken (1999-2003)
– 2005-2009: lid-raadsheer bij het Comité P
– 2012-2014: adjunct-kabinetschef van Johan Vande Lanotte op het vicekabinet Justitie en Binnenlandse Zaken
– 2006-2019: lid van de Privacycommissie/Gegevensbeschermingsautoriteit
– Sinds 2018: lid-raadsheer bij het Controleorgaan op de politionele informatie
Corona even beu? Hier vindt u al ons andere nieuws
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier