Hermes Sanctorum
Klimaatconferentie in Doha
‘De 99,9% pikt het niet langer dat de 0,1 procent rijk wordt van de klimaatopwarming. Dat moet centraal staan op de klimaatconferentie van Doha.’
Op dit moment is er een internationale klimaatconferentie aan de gang in Doha. Hoewel er weinig verwacht wordt van die conferentie, blijven multilaterale onderhandelingen op VN-niveau waar alle staten een stem hebben, de meest eerlijke onderhandelingen. Tegelijk moeten we toegeven dat juist dit type van onderhandelingen muurvast zit. In afwachting van een dergelijk internationaal akkoord kunnen overheden op alle niveaus al heel wat nuttige actie verrichten. Allemaal in het belang van de 99,9% mensen die grote gevolgen dreigen te ondervinden van die 0,1% die tegen beter weten in rijk worden van de klimaatopwarming.
Price Watershouse Cooper dropte net nog een kleine bom: de omslag naar een duurzame economie moet met een factor zes versnellen. Het Britse Carbon Track Initiative berekende dat zowat 80% van alle fossiele brandstoffen in de grond moet blijven om het klimaat niet totaal te laten ontsporen.
Ondanks de steeds toenemende toevloed aan waarschuwingen, wordt er wereldwijd steeds meer olie en gas opgepompt. In plaats van de investeringen in hernieuwbare energie op te bouwen, keren de grote oliebedrijven hernieuwbare energie de rug toe en beslissen om te gaan boren aan de Noordpool. Dit is het cynisme ten top: door de klimaatopwarming wordt de Noordpool ijsvrij. De grote oliemultinationals maken hier schaamteloos gebruik van om nog meer olie op te pompen. Dat betekent dus nog meer CO2 en nog meer klimaatopwarming.
Wereldwijd tekent zich een nieuwe ecologische golf van verzet af tegen deze nieuwe milieuverwoestende oliewinningen. Milieubewegingen, maar ook internationale organisaties zoals de Organisatie voor Economische Ontwikkeling en Samenwerking (OESO) en het Internationaal Energie Agentschap (IEA) stellen de miljardenstroom aan overheidssubsidies voor fossiele brandstoffen steeds meer in vraag. Voor België zou het volgens de OESO om 11,8 miljard euro gaan voor de laatste 10 jaar ofwel jaarlijks meer dan 1 miljard euro. Deze urgentie is bij onze regeringen en lokale besturen helaas nog niet doorgesijpeld. Zij hebben nochtans heel wat hefbomen in handen om de klimaatopwarming tegen te gaan.
Ten eerste is het aan politici op alle geledingen om in te gaan tegen de belangen van de fossiele machtslobby’s. Bijvoorbeeld door meer samenwerking tussen die landen die niet of minder beschikken over fossiele reserves, om los te komen van olie en snel schone energie te ontwikkelen. Een moedige keuze voor gemeenten, steden, provincies, landen, unies om CO2-, maar ook olieneutraal te worden. Een wereldwijd klimaatfonds om te investeren in duurzame oplossingen. Te beginnen met een “coalition of the willing” waarin ieder een deel financiert en zich ook aan zijn belofte houdt (wat nu niet het geval is, ook niet in ons land). Altijd in de hoop dat in de toekomst steeds meer staten zullen meedoen. Natuurlijk is dit geen ideale situatie, maar er is geen alternatief.
Daarnaast is ook een meer pragmatische aanpak nodig. CO2 is het belangrijkste broeikasgas maar ook de moeilijkste stof om op korte termijn aan te pakken. Terwijl er een hele reeks broeikasgassen zijn met een sterker effect op het klimaat dan CO2 en met een veel kortere verblijfsduur in de atmosfeer die veel makkelijker kunnen teruggedrongen worden: black carbon (roet), methaan, troposferisch ozon en koelgassen zoals HFC’s. Zij zouden samen goed zijn voor zo’n 40% van de klimaatverandering. Door het klimaatbeleid meer toe te spitsen op deze stoffen, kan op korte termijn veel meer vooruitgang geboekt worden. Het terugdringen van deze stoffen heeft het voordeel dat er ook directe baten zijn voor de volksgezondheid, ook bij ons.
Ook op vlak van aanpassing is er dringend nood aan een meer pragmatische opstelling. Landen moeten zich dringend aanpassen aan de realiteit van ‘blijvende klimaatverandering’. Aanpassing is intussen een kwestie geworden van internationale rechtvaardigheid. De meest kwalijke effecten van de klimaatverandering laten zich eerst bij armen en arme landen voelen. De grootste historische vervuilers hebben hier een ecologische schuld in te lossen. De wereld staat voor nooit geziene uitdagingen op vlak van waterbeheerswerken in armere regio’s, evacuatie van bedreigde eilandengroepen en kustzones, opvang van klimaatvluchtelingen, inrichting van nieuwe leefzones, enz.
Mensen verwachten van hun politici dat ze moedige keuzes maken. Keuzes die de welvaart van de gemeenschap verzoenen met die van het individu. In de strijd tegen de klimaatopwarming is het duidelijk dat de welvaart van 99,9% van de wereldwijde gemeenschap regelrecht bedreigd wordt door het belang van enkele multinationals die er enkel op uit zijn winst te maken voor de eigen organisatie. De 99,9% pikt dit niet langer.
Hermes Sanctorum (Vlaams parlementslid), Kristof Calvo (federaal parlementslid) en Bart Staes (Europees parlementslid)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier