Peter Vanvelthoven (SP.A)
Kernafval: (g)een kop in het zand
De federale regering maakt deze week beleidskeuzes waarvan de gevolgen eeuwenlang zullen doorwerken. Meer bepaald over de manier waarop we met ons nucleair afval omgaan. ‘Een controversiële uitdaging die, zeker in verkiezingstijd, om een breed maatschappelijk debat en duidelijke standpunten vraagt’, stelt SP.A-Volksvertegenwoordiger Peter Vanvelthoven.
Tweehonderdduizend jaar. Als je zo ver zou terug gaan in de tijd, beland je tussen de Neanderthalers. Kijken we vooruit, dan kom je terecht in een verre toekomst waar we ons met de beste wil van de wereld geen beeld van kunnen vormen. Zelfs Steven Spielberg – toch de ongekroonde koning van het futurisme – kan zich niet voorstellen hoe de wereld er binnen tweeduizend eeuwen uit zou zien. En toch maakte de federale regering deze week beleidskeuzes waarvan de gevolgen eeuwenlang zullen doorwerken. Meer bepaald over de manier waarop we met ons nucleair afval omgaan. De beslissingen van vandaag weegt door op de toekomstige generaties. Een controversiële uitdaging dus die, zeker in verkiezingstijd, om breed maatschappelijk debat en duidelijke standpunten vraagt.
De Europese Unie verplicht haar lidstaten om tegen 2015 een plan uit te werken dat vastlegt op welke manier ze hun hoogradioactief nucleair afval op een veilige manier zullen opslagen. Een terechte vraag die, zeker met de sluiting van de Belgische kerncentrales in het vooruitzicht, aan relevantie wint. Waar steken we dat nucleaire goedje zodat het potentiële aardbevingen, oorlogen of terroristische aanslagen in de verre toekomst overleeft? Deze vraag komt na 25 mei ongetwijfeld op de regeringstafel.
De oplossing die internationaal algemeen aanvaard is en die ook het best onderzocht is, bestaat erin het afval diep onder de grond in een zogenaamde bergingsinstallatie te stockeren. Om de veiligheid maximaal te garanderen wordt deze betonnen infrastructuur in stabiele grondlagen gebouwd en wordt ze op termijn hermetisch en onherroepelijk afgesloten. Niemand die achteraf nog tot bij het afval geraakt en geen mens die zich ooit nog zorgen hoeft te maken over die vervelende erfenis van zijn voorouders. Dat wordt ons door de wetenschap – en nogal wat politieke partijen – beloofd.
Kernafval: (g)een kop in het zand
En toch legt SP.A zich niet neer bij deze voorgestelde oplossing. We mogen dit debat niet eenzijdig laten domineren door scenario’s, cijfertabellen en bijhorende foutenmarges. Zo wordt de fundamentele discussie onrecht aangedaan en wordt elk ethisch debat onmogelijk. Op die manier blijft de vraag ‘wiens vrijheid we aan banden leggen?’ onbeantwoord. Terwijl het in essentie hierom draait: wie betaalt het gelag van deze of gene beleidskeuze?
Als vandaag wordt beslist om ons kernafval in een hermetisch afgesloten bunker onder de grond te stoppen, wat zijn daar dan de gevolgen van? Hoe gaan onze klein-, achterkleinkinderen en de vele generaties lang daarna om met de – vandaag onmogelijk geachte – nucleaire besmetting van ons grondwater? Welke oplossingen zal men in de toekomst – moeten – bedenken als de betonnen bergingsinstallatie of de nucleaire vaten zich toch anders dan voorzien gedragen (wat vandaag eigenlijk al het geval is)? Hoe communiceren we 750 generaties in de toekomst dat er op een bepaalde plek in Vlaanderen best nooit meer geboord of gegraven wordt en vermijden we dat menselijke nieuwsgierigheid op een bepaald moment haar grootste vijand wordt? Hoe kunnen sociaaldemocraten als vooruitgangsoptimisten blijven geloven en investeren in betere (lees: snellere en veiligere) verwerkingstechnologie als deze simpelweg ontoepasbaar wordt? Niet dus.
Waar steken we dat nucleaire goedje zodat het potentiële aardbevingen, oorlogen of terroristische aanslagen in de verre toekomst overleeft?
Natuurlijk is het debat over de berging van ons nucleair afval genuanceerd. De aanwezigheid ervan is een realiteit en we moeten er als samenleving mee omgaan, en daarbij alle onzekerheden in acht nemen. Een uitdaging van formaat die ons dwingt af te stappen van het simpele zwart-wit denken. En dat is wat SP.A de voorbije maanden binnen de federale regering deed. We verankerden de mogelijkheid tot het heropenen van een nucleaire bergingsinstallatie in de verre toekomst als – internationaal baanbrekend- principe alvast wettelijk. Je weet maar nooit dat er zich een betere oplossing aandient. En wellicht zal zich in de toekomst een betere oplossing aandienen.
En toch is de strijd niet gestreden. De concrete uitwerking van een Belgisch plan voor de berging van ons nucleair afval wordt een opdracht voor een volgende regering. Maar laat het duidelijk zijn: SP.A zal nooit instemmen met beleidskeuzes die de handen van toekomstige generaties vastbindt. Wel integendeel: de creatie van een plek in Vlaanderen ‘we must always remember to forget’ is alleen al vanuit semantisch oogpunt pure nonsens.
Peter Vanvelthoven (SP.A)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier