Kazachgate: Staatsveiligheid informeerde parket over opmerkelijke rol van De Decker

De Staatsveiligheid heeft vorig jaar het Brusselse parket ingelicht over een ongewoon bezoek van voormalig senaatsvoorzitter Armand De Decker (MR) aan de Franse inlichtingendiensten. © BELGA
Kristof Clerix
Kristof Clerix Onderzoeksjournalist

Op 22 april 2016 heeft de Staatsveiligheid informatie ovegemaakt aan het Brussels parket over een Parijse tussenkomst van voormalig senaatsvoorzitter Armand De Decker (MR) in het dossier-Kazachgate. Dat vernamen Knack en Le Soir uit goedgeïnformeerde bronnen.

Volgens informatie waar de Staatsveiligheid over beschikt, zou Armand De Decker in de periode eind februari-begin maart 2011 in Parijs hebben aangeklopt bij de Nationale Coördinator van Inlichtingenwerk (CNR), die afhangt van het Elysée. Dat kwam aan het licht toen de Franse zusterdienst DCRI (Direction Centrale du Renseignement Intérieur) kort daarna contact opnam met de Staatsveiligheid: blijkbaar had De Decker aan de CRI gemeld dat de Staatsveiligheid met de DCRI zou willen samenwerken over een bepaalde Belgische burger, de heer V.

Opmerkelijk is dat De Decker – aldus de Staatsveiligheid – contact zou hebben opgenomen met de CNR in zijn hoedanigheid van vicevoorzitter van de senaat én voorzitter van de parlementaire begeleidingscommissie van het Comité I (dat de Staatsveiligheid controleert).

Sowieso was De Decker op dat moment niet langer voorzitter van die begeleidingscommissie. Bovendien komt het niet aan parlementsleden toe om operationele stappen te ondernemen in de internationale samenwerking tussen inlichtingendiensten.

Indien de informatie van de Staatsveiligheid over De Deckers démarche in Parijs klopt (puur theoretisch is ook een manipulatie door de CNR of DCRI niet uit te sluiten), stelt zich de vraag: vanwaar de interesse van De Decker voor de heer V., een Belg die gekend staat om zijn contacten met een aantal rijke zakenlui uit de voormalige Sovjet-Unie?

De heer V. maakte in 2011 in België noch Frankrijk het voorwerp uit van een lopend onderzoek. Is er mogelijk een link met het Kazachse trio? Ter herinnering: sinds eind 2010 werkte De Decker als advocaat voor de steenrijke Belgish-Oezbeekse zakenman Patokh Chodiev, die in juni 2011 een beroep kon doen op de verruimde minnelijke schikking en zo zijn strafvervolging in een witwaszaak afkocht.

Nieuwe informatie in het Kazachgateschandaal doet de vraag rijzen of de tussenkomst van voormalig senaatsvoorzitter Armand De Decker (MR) bij Franse inlichtingendiensten iets te maken zou kunnen hebben met zijn voormalige cliënt Patokh Chodiev (foto).
Nieuwe informatie in het Kazachgateschandaal doet de vraag rijzen of de tussenkomst van voormalig senaatsvoorzitter Armand De Decker (MR) bij Franse inlichtingendiensten iets te maken zou kunnen hebben met zijn voormalige cliënt Patokh Chodiev (foto). © BelgaImage

Minnelijke schikking

Momenteel buigt een parlementaire onderzoekscommissie onder leiding van kamerlid Dirk Van der Maelen (SP.A) zich over de manier waarop Chodiev & co. de Belgische nationaliteit konden verwerven, en de manier waarop in het voorjaar van 2011 de wet op de verruimde minnelijke schikking precies tot stand is gekomen. De onderzoekscommissie bestudeert eveneens de rol van de Staatsveiligheid in het hele dossier. Het is in die context dat de informatie van de Staatsveiligheid over De Deckers tussenkomst in Parijs Knack en Le Soir ter ore kwam.

Op 29 maart gaf Guy Rapaille, voorzitter van het Comité I, uitleg aan de onderzoekscommissie – achter gesloten deuren. Vandaag organiseert de onderzoekscommissie hoorzittingen met Jaak Raes en Alain Winants, de huidige en voormalige chef van de Staatsveiligheid.

Zes jaar later

Voormalig hoofd van de Franse binnenlandse inlichtingendienst herinnert zich de tussenkomst van De Decker ‘zes jaar later’ niet

Bernard Squarcini, voormalig hoofd van de Franse binnenlandse inlichtingendienst DCRI, herinnert zich de kwestie ‘zes jaar later’ naar eigen zeggen niet. ‘Een tussenkomst van De Decker? Dat zegt me niets’, liet hij weten aan de Franse nieuwssite Mediapart. Knack en Le Soir konden De Decker gisteren niet bereiken voor een reactie in het kader van wederhoor. Ook de toenmalige Nationale Coördinator van Inlichtingenwerk kon niet bereikt worden.

‘Alle documenten en elementen die pertinent zijn in verband met Kazachgate hebben we overgemaakt aan de procureur des Konings van Brussel, de bevoegde minister en nu ook aan de Commissie’, is de enige reactie die de Staatsveiligheid kwijt wil. Volgens goedgeïnformeerde bronnen beschikt de Staatsveiligheid niet over informatie met betrekking tot een eventuele tussenkomst van De Decker in het wetgevende werk rond de verruimde minnelijke schikking.

Franse helikopters voor Kazachstan

Volgens Franse media was de Belgische wet op de verruimde minnelijke schikking (waar Chodiev een beroep op deed) versneld tot stand gekomen, en speelde Frans oud-president Nicolas Sarkozy daarin een rol

De relatie tussen De Decker en Patokh Chodiev kwam in oktober 2012 aan het licht in Le Canard Enchaîné. Volgens het Franse satirische weekblad was de wet op de verruimde minnelijke schikking (waar Chodiev een beroep op deed) versneld tot stand gekomen, en speelde de Franse oud-president Nicolas Sarkozy daarin een rol. Het Franse luchtvaartbedrijf EADS had namelijk een belangrijk contract afgesloten voor de levering van helikopters aan Kazachstan, en in ruil daarvoor zou de Kazachse president aan Sarkozy hebben gevraagd om de zaak van Patokh Chodiev vooruit te helpen.

Daarbij dook de naam van De Decker op als advocaat van Chodiev. De Decker ontkende toen een rol te hebben gespeeld in de versnelde goedkeuring van de verruimde wet op de minnelijke schikking. Zowel in Frankrijk als in België kwam er een gerechtelijk onderzoek op gang naar het dossier.

Artikel 29

Indien De Decker strafrechtelijk zijn boekje te buiten zou zijn gegaan in Parijs, had de Staatsveiligheid dat in de regel moeten melden aan het parket.

Artikel 29 van het Wetboek van Strafvordering verplicht elke Belgische ambtenaar om bij het parket aangifte te doen wanneer hij tijdens de uitoefening van zijn ambt kennis krijgt van een misdaad of wanbedrijf. Indien De Decker strafrechtelijk zijn boekje te buiten zou zijn gegaan in Parijs, had de Staatsveiligheid dat in de regel moeten melden aan het parket. Een analyse van de juridische dienst van de Staatsveiligheid zou echter hebben uitgewezen dat er te weinig elementen voorhanden waren om de relevante info inderdaad over te maken in het kader van Artikel 29.

Dat Staatsveiligheid-topman Jaak Raes uiteindelijk in april 2016 de Brusselse procureur des Konings Jean-Marc Meilleur toch informeerde over De Decker, gebeurde dan ook op basis van een andere wettelijke bepaling (namelijk artikel 19 van de Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten). Achterliggende idee is dat de informatie van de Staatsveiligheid nuttig zou kunnen zijn voor het strafrechtelijke onderzoek dat intussen in België was geopend naar de Kazachgate.

Chodiev daagt België voor de burgerlijke rechtbank

Op een persconferentie in Brussel maakte advocaat Pascal Vanderveeren gisteren bekend dat zijn cliënt Patokh Chodiev het Belgische parlement dagvaardt. Vanderveeren zegt dat de Belgisch-Oezbeekse zakenman morele, familiale en professionele schade ondervindt door ‘het gedrag’ van de parlementaire onderzoekscommissie onder leiding van Van der Maelen. ‘De reputatie van mijn cliënt werd de laatste maanden substantieel en ongerechtvaardigd aangevallen.’

Volgens advocaat Pascal Vanderveeren schenden perslekken het vermoeden van onschuld en de privacy van zijn cliënt Patokh Chodiev
Volgens advocaat Pascal Vanderveeren schenden perslekken het vermoeden van onschuld en de privacy van zijn cliënt Patokh Chodiev© Kristof Clerix

De commissie zou niet alleen haar mandaat te buiten gaan (‘In plaats van zich uit te spreken over de politieke verantwoordelijken, voert men een strafrechtelijk onderzoek tegen mijn cliënt’), maar ook Chodievs vermoeden van onschuld en recht op privacy schenden. De vele perslekken (‘Zelfs Guy Rapaille van het Comité I hekelt dat het geheim van het onderzoek geschonden wordt.’) en publieke verklaringen van sommige commissieleden -Van der Maelen en Georges Gilkinet (Ecolo) werden met naam genoemd- zijn Chodiev een doorn in het oog. Meester Vanderveeren: ‘De aanvallen tegen mijnheer Chodiev blijven maar aanhouden, en de commissie is nog maar een paar maanden aan de slag.’

Dat Vanderveeren en Chodiev opteerden voor een burgerlijke procedure en niet voor een strafrechtelijke klacht, komt volgens de advocaat door de hoge werklast bij de correctionele rechtbank in Brussel. ‘Een burgerlijke vordering is efficiënter.’ Momenteel vragen ze een voorlopige schadevergoeding van 1 euro, voor de ‘schade die de onderzoekscommissie en de Belgische staat berokkend hebben’.

Zou Chodiev ingaan op een uitnodiging van de parlementaire onderzoekscommissie om onder ede gehoord te worden? ‘Die vraag stelt zich op de dag dat de uitnodiging binnenloopt’, zegt Vanderveeren. ‘Ik heb al vaak gelezen dat Chodiev zal worden opgeroepen. Maar of dat ook zal gebeuren, weet ik niet.’

Partner Content