Walter De Smedt
Kazachgate: ‘Staat minister Geens aan de kant van de burger of die van de zakenadvocaten?’
‘Staat justitie ten dienste van de burger of van het systeem’, vraagt voormalig strafrechter Walter De Smedt zich af bij de recente ontwikkelingen in Kazachgate.
Je kan justitie vanuit twee standpunten bekijken: een dienst aan de burger of de sterke arm van het systeem. In het eerste geval zoek je hoe een geschil tussen de burgers of tussen de burger en de staat snel, doelmatig en definitief kan worden opgelost. In het tweede gaat het over heel wat anders: welk maatschappijbeeld kan je langs justitie afdwingen.
De laatste maal dat een commissie trachtte om de burger de justitie te geven waar hij recht op heeft was door de eerste commissie Franchimont die poogde ” de knelpunten” in de dagelijkse werking weg te nemen. Sindsdien zijn de opeenvolgende hervormingen daarvan weg gegroeid en gaat het nog enkel om de macht: onderzoeksrechter Claise heeft het bevattelijk gezegd: “Minister van Justitie Koen Geens wil de rechterlijke macht breken.”
Kazachgate: ‘Staat minister Geens aan de kant van de burger of die van de zakenadvocaten?’
Het is een oud zeer dat nu opnieuw pijn doet: behoren procureurs tot de rechterlijke macht of zijn het vervolgingsambtenaren die doen wat het politiek beleid dicteert? Eén ding kan niet worden ontkend: procureurs zijn “partijdig” want zij vertegenwoordigen als proces partij de Staat, en zij staan onder het gezag van de justitieminister. Rechters zijn “onpartijdig” en staan niet onder het politiek gezag.
Wat dat in de werkelijkheid geeft is nu duidelijk zichtbaar in de Kazachhgate. Er is geen parlementaire onderzoekscommissie nodig om vast te stellen dat procureur-generaal de Le Court uitvoerde wat in een parallel parlementair circuit werd bedisseld. Waar is nog de integriteit van deze hoge magistraat indien deze in één omzendbrief vaststelt dat er nog geen wet is en hij anderzijds opdraagt om hem bij “bijzonder uitzonderlijke omstandigheden” te raadplegen om de onbestaande wet toch toe te passen, wat overigens ook gebeurde?
De overgrote meerderheid van parketmagistraten zijn onafhankelijk denkende en handelende mensen die op normale wijze en zelfs met grote inzet hun job doen. Maar ook daar speelt het verschil tussen de rechter en het openbaar ministerie. Niemand kan of mag aan een rechter een bevel geven. Wat parketmagistraten moeten doen beslissen zij niet alleen, dat wordt bepaald door het “crimineel beleid” dat uitgewerkt wordt door de justitieminister en de procureurs-generaal, en de substituten zijn verplicht daaraan gevolg te geven.
Onder ministerieel gezag geplaatst parket
Daarom is het openbaar ministerie de poort langs waar het politiek beleid kan tussen komen in de rechterlijke macht. Daarom moet ook de grote hindernis die deze tussenkomst belet, de rechter, worden opgeruimd. Daarom werd ook de uitgebreide minnelijke schikking gemaakt want daarin krijgt de procureur de bevoegdheid om over schuld en boete te beslissen en mag de rechter enkel op de vorm toekijken en niet langer over de grond oordelen. Daarom wil justitieminister Koen Geens ook de onderzoeksrechter en de rechter van de raadkamer afschaffen: geen onderzoeksrechter meer, geen rechter van de raadkamer meer, en geen strafrechter meer: wat overblijft is de macht van het onder het ministerieel gezag geplaatst parket.
‘Schurkenstaat’
Betwistingen als voorgaande worden opgelost door de tussenkomst van het in deze materie hoogste rechtscollege, het Grondwettelijk Hof. Dit Hof dat niet alleen uit beroepsrechters maar ook uit gewezen politiekers bestaat heeft met een arrest de afkoopwet afgekeurd juist omdat er geen rechterlijke controle meer is én omdat de procureur een partij in het proces is die onder politiek gezag staat. In een democratische rechtsstaat zou daardoor het probleem van de baan moeten zijn. Maar ons land is een ” Schurkenstaat” geworden. Daarom wacht de justitieminister en het college van procureurs-generaal nu al bijna een half jaar om aan het arrest gevolg te geven: voor de stemming van de afkoopwet zelf kon dat in een paar dagen.
In de parlementaire interpellaties nemen zowel de justitieminister als de procureur-generaal Delmulle een op zijn minst dubbelzinnige houding aan: de uitvoering van de schikking in de Kazachgate werd ” niet volledig uitgesloten maar onderworpen aan een bijzondere verantwoording”. Prietpraat is dat: de nog niet bestaande wet werd toegepast, en wat de bijzondere verantwoording kan zijn wordt iedere dag duidelijker.
De schikking met Chodiev zelf blijft intussen geheim. Ook dat is een aanfluiting van het eerlijk proces. Want de supranationale regel die door het Grondwettelijk Hof werd toegepast schrijft voor dat een eerlijk proces in het openbaar moet gebeuren en “de uitspraak in het openbaar moet worden gewezen”.
Zowel de justitieminister als de procureur-generaal Delmulle blijven doof en blind voor de uitspraak van het hoogste Hof. Zij doen ondertussen reeds wat zij door de hervorming wensen te bekomen: ondanks de houding van het openbaar ministerie in de zaak Chodiev erg betwist is weigeren zij het onderzoek daarover aan een onpartijdige onderzoeksrechter over te maken en blijft het zoeken naar de waarheid beperkt door hun eigen opsporingsonderzoek: dat is vragen om een ander onderzoek, ditmaal een parlementair.
En de burger?
In deze strijd tussen de machten is er één partij die er het voornaamste slachtoffer van is: niet alleen blijven minister Geens en procureur-generaal Delmulle ontkennen wat de burger vroeg, meer openheid en rechtvaardigheid, maar doen zij net het omgekeerde. Niet alleen de rechter wordt ontweken of vervangen. Ook de burger wordt uit “zijn” proces gezet: afschaffing van de assisenjury, afschaffing van de burgerlijke partijstelling, de mogelijkheid voor de burger om op te komen tegen de opportuniteitsbeslissing van de procureur waardoor zijn klacht zonder gevolg wordt gelaten, afschaffing van de raadkamer en vervanging door de enkele beslissing van de procureur of er al dan niet voor de strafrechter wordt gedagvaard.
Wie intussen de macht over justitie heeft verkregen is duidelijk: Chodiev, Omega Diamands, Bois Sauvage…en de zaken advocaten die hen vertegenwoordigen. Aan welke kant staan de justitieminister en zijn procureur-generaal?
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier