Peter De Roover (N-VA)
Kan je samenleven met ‘Turken’?
‘Eens Turk, altijd Turk’ spoort naadloos met ‘ooit geen Vlaming, nooit geen Vlaming’.
Het is bekend dat krantentitels en inleidingen van artikels een lezer behoorlijk op het verkeerd been kunnen zetten. Hoed u daarvoor; mij overkwam het dinsdag weer eens. De krantenkop klonk: ‘Geen Turkse kinderen bij Belgische pleegouders’ en in de inleiding stond te lezen: ‘De Turkse overheid vraagt ons land om Turkse kinderen niet langer bij Belgische pleegouders onder te brengen’.
Mijn wenkbrauwen legden zich spontaan in een frons. Worden er werkelijk Turkse kinderen uit problematische gezinnen in Istanbul, Trabzon of het Anatolische binnenland naar hier overgeheveld om bij pleegouders opgenomen te worden? Na lezing van het artikel bleek het evenwel te gaan over Vlaamse kinderen, weliswaar van Turkse afkomst. In de krant werden die Turks genoemd, mogelijk in een onhandige poging om het woord allochtoon te mijden.
Daaruit blijkt dat de overheid in Ankara die terminologieslag hier alvast heeft thuisgehaald. Want zoveel is intussen wel duidelijk: voor die overheid geldt het motto ‘eens Turk, altijd Turk’. Premier Erdogan maakte dat in 2008 tijdens een opgemerkte toespraak in Keulen al duidelijk. Vandaar ook dat het bijvoorbeeld haast onmogelijk is om van de Turkse nationaliteit af te komen.
Deze interventie van de Turkse regering roept nogal wat vragen op. Wat geeft Ankara het recht om tussenbeide te komen in strikt binnenlandse aangelegenheden van ons land? Blijkbaar redeneert die regering zoals vele Franstaligen als het over Vlaams-Brabant gaat. Vallen ook Marokkaanse moslims onder dat verbod om ‘Turkse’ kinderen op te nemen? Wat met gemengde pleeggezinnen? Moeten kinderen van Koerdische of Assyrisch-christelijke afkomst wél naar etnisch-Turkse gezinnen? Waarover gaat het als de Turkse autoriteiten zeggen te vrezen voor ‘vervreemding van hun eigen waarden’?
Bij Vlaams-nationalisten die binnen een concreet grondgebied één samenleving voorstaan, komt die eis van de Turkse overheid bijzonder stuitend over. Vermoedelijk zijn ze niet de enigen die geschokt kennis namen van het nieuws.
Toch kan de Turkse overheid ook in onze contreien rekenen op applaus, zelfs – weliswaar impliciet – in kringen waar men geen bondgenootschap zou vermoeden. De boodschap die de Turkse regering geeft, bevestigt perfect de stelling/waarschuwing van uiterst-rechts dat integratie een waangedachte is en altijd zal blijven. ‘Eens Turk, altijd Turk’ spoort naadloos met ‘ooit geen Vlaming, nooit geen Vlaming’.
Het vreemde bondgenootschap gaat echter nog breder. Ook strikte multiculturalisten zullen zich kunnen vinden in dat verhaal van Erdogan. Zij verkiezen binnen een grondgebied eveneens eerder een samenleving van etnische groepen dan van mensen. Het “‘ze’ kunnen geen mede-Vlaming worden” van uiterst-rechts vertaalt zich in die kringen als “‘ze’ moeten geen mede-Vlaming worden”. De allochtonen die zich blijven opsluiten in hun eigen gemeenschap vervolledigen dat vreemdsoortig vierpolige bondgenootschap.
We moeten de Turkse overheid dankbaar zijn omdat ze helpt het debat in een duidelijke plooi te leggen. Willen we op het Vlaamse grondgebied een uitnodigende samen-leving van mensen die elk hun eigen persoonlijkheid, achtergrond en overtuiging beleven met respect voor de democratisch tot stand gekomen wetgeving? Of schuiven we het idee van één gemeenschappelijk grondgebied opzij en delen we de inwoners in naar etnische afkomst met elk specifieke groepsgebonden normen?
De eerste optie is absoluut niet de gemakkelijkste, zoals de dagelijkse realiteit leert. Onze maatschappij verbrokkelt eerder dan ze groeit naar meer samen-leven. De tegenstand blijkt bovendien groot en veelvormig, want objectief staan de Turkse regering, zich opsluitende allochtonen, uiterst-rechtse autochtonen en multiculturalisten schouder-aan-schouder om dat samen-levingsproject tegen te werken.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier