Journalistiek ramptoerisme
De uitvergroting, dramatisering, overdrijving en provocatie zijn bekende mediastijlen – soms zijn ze zelfs juridisch gelegitimeerd.
Niets nieuws onder de zon. Thomas De Zengotita (Mediated, 2005) beschreef hoe de mediavoorstelling van zaken een loopje neemt met ons en met ons wereldbeeld. Marshall MacLuhan (Understanding Media: The Extensions of Man, 1964) had eerder al aangevoerd dat de vorm van de boodschap bepaalt hoe we de boodschap opvatten.
De actuele mediaverslaggeving maakt ons ooggetuige, liefst uit diverse camerastandpunten, van elk nieuwsfeit. Ze biedt een serie instantreacties, snelle opiniëringen van zogenaamde ‘analisten’, aangevuld met het onmisbare straatinterview en de onvermijdelijke link met onze reporter ter plaatse. De illusie van nabijheid, van aanwezigheid, van erbij te zijn en erbij te horen. Dat vleit ons zeer, schrijft De Zengotita, we vinden dat zelfs in die mate flatterend en fascinerend dat we ons er niet meer bewust van zijn. Volgens hem is het de belangrijkste oorzaak van de hedendaagse plaag van narcisme die onze samenleving zo veel parten speelt.
We zijn nu heel vertrouwd met elk betekenisloos detail van de twist tussen een jeugdige ex-senator en haar partij: bij definitie voorpaginanieuws en een journaalitem. Flauwekul toch? We voelen elke emotie in de assisenzalen en wonen de debatten bijna bij. Persrechters leggen uit en advocaten voeren pleidooi in krant en journaal. We zijn betrokken bij de geminuteerde emotionele golven tussen Elio en Bart – of toch bij wat redacties ervan maken. We kennen de zielenroerselen, de keuken-, slaapkamer- en toiletgebeurtenissen van hele rijen vedetten via gespecialiseerde vakbladen of rubrieken.
De plots ontdekte vulgariteit van de toekomstige ex, het (v-)echtscheidingsdebat, de vermeende nalatenschapsbetwisting, het krachtig gedacht van schoonmoe, buurman of poetsmadam: exclusief in onze kolommen! Allemaal écht. Of misschien ook niet. Of misschien alleen maar om te lachen. Of misschien maar een eenzijdig uitvergroot aspect aan de meest biedende, of van de minst scrupuleuze. Maar u en ik maakten het mee, écht, uit het leven gegrepen en met passie gebracht. Nou moe! Pers, of bedrukt papier?
Zijn het slechts de onvermijdelijke nevenwerkingen van moderne journalistiek, of is het vandaag de voornaamste actieve substantie geworden van de media-activiteit? Een existentiële vraag voor het moderne journalistieke vak.
Hebben we nu te maken met drie maanden politieke stilstand of met drie maanden impassejournalistiek: verslaggeving die het effect beschrijft of … tot stand brengt? Moeilijk te beoordelen. Zeer ruime interviews met hoofdfiguren die trachten uit te leggen dat ze hun best doen om resultaat te boeken, naast redactionele opinies over de nu écht bijna terminale fase van de impasse. Intellectueel ramptoerisme of kritische journalistieke beoordeling? Beschrijving en analyse van feiten en op feiten gesteunde opiniëring – of de uitdrukking van de allerindividueelste perceptie van het ogenblik?
Niet altijd mediëren de media nog. Twitters en tweets, de onstuitbare drang naar e-relevantie van veel (jonge) politici: ze ventileren hun emoreactie op elk moment van de dag, uit ijver om aan bod te komen. Direct in de ether en onmiddellijk via websites en sms-alerts gepromoveerd tot prominent nieuws. Men kan er zich fors mee in de eigen voet twitteren, zoals Open VLD met zijn Antwerpse saga mocht ondervinden.
Toch blijft het bijzonder: politici zijn nu blijkbaar minder de intellectuele ordebrengers in het maatschappelijk debat, maar worden ook commentatoren – een branchevervaging zonder toegevoegde waarde. Daarmee wordt een politieke leegte tot stand gebracht waarin degenen die alsnog trachten om relevante beslissingen te nemen het nog lastiger krijgen. Probeer het maar eens: een grote beleidsbeslissing over een enorm infrastructuurwerk, of een relevant debat over een financieringswet – met twitterend volk binnen en buiten, en zeven camera’s aan elke voor- en achterdeur.
Leo Neels
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier