Josse De Pauw wordt 70: ‘Twijfel is deel van de motor’
Josse De Pauw viert zijn zeventigste verjaardag én zijn vijftigjarige carrière met muziektheater vol schoonheid en troost. Zijn Rhapsody opent het Klarafestival.
Als twintiger vormde Josse De Pauw met zijn vrienden Dirk Pauwels en Pat Van Hemelrijck het prettig gestoorde collectief Radeis. Ze reisden de wereld rond met weinig meer dan een bak bier en een Hawaïaanse bloemenkrans. De Pauw groeide uit tot een theateravonturier die zijn liefde voor muziek verpakt in jazzy voorstellingen die soms schuren en altijd troosten.
Trakteert u dit keer op troost én taart?
Josse De Pauw:(grinnikt) Het wordt me afgeraden om taart te consumeren. Dat gaan we niet doen. We gaan wél aan de slag met Van de schoonheid en de troost, de interviewreeks die de Nederlandse journalist Wim Kayzer in 2000 voor de VPRO maakte. LOD (het Gentse theaterhuis waar De Pauw een van de huisregisseurs is, nvdr) wist dat ik ‘iets’ met die reeks wilde doen en stelde voor om dat te doen ter gelegenheid van mijn zeventigste verjaardag. Dat vond ik geen slecht plan. In dit stuk komt alles samen waar ik graag op focus: muziek, beeldende kunst en verhalen uit de wereld buiten het theater.
We beginnen bij de apen en eindigen in het universum.
Wat maakt die interviews zo bijzonder?
De Pauw: Kayzers openingsvraag was telkens: ‘Wat maakt het leven de moeite waard?’ Hij interviewde zesentwintig kunstenaars, wetenschappers en denkers, onder wie antropologe Jane Goodall, schrijver J. M. Coetzee en schilder Karel Appel. Ik herbekijk die gesprekken vaak. Naar het gesprek met Coetzee, bijvoorbeeld, grijp ik als ik wil nadenken over taal. Niet alleen wat Coetzee zegt, maar de aarzelende, rustige manier waarop hij zijn woorden kiest, inspireert. Het is met die muzikaliteit – het ritme en tempo in hun spreken – dat we spelen.
Hoe vertaalt u de gesprekken naar muziek?
De Pauw: Eerst selecteerde ik vijf gesprekken. Ik koos, puur intuïtief, voor Goodall, Coetzee, Appel, filosoof George Steiner en de wiskundig natuurkundige Edward Witten. We beginnen bij de apen en eindigen in het universum. (lacht)
Uit elk gesprek destilleerde ik een monoloog voor mezelf. Omdat we per figuur het juiste spreektempo zochten, werkte ik al vroeg in de schrijffase samen met componist Frederik Neyrinck. Hij maakte een compositie die vijf keer hetzelfde is maar vijf keer anders klinkt. Hij schreef een rapsodie – een grillige muziekvorm met vele invloeden – voor het Nederlandse ensemble Asko|Schönberg, bestaande uit een klarinet, een trombone, een viool, een cello en véél percussie. Het wordt een uitdaging me tot dat muzikaal geweld te verhouden. (lacht)
U staat in een papieren landschap van Anne Marcq waarop zogeheten ‘LOMO-beelden’ van Max Pinckers worden geprojecteerd. Wat zijn ‘LOMO-beelden’?
De Pauw: Lomo’s zijn Russische kleinbeeldcamera’s. Max fotografeerde ermee en gaf die toestelletjes dan aan zijn vrienden. Zij maakten dan over zijn eerste reeks foto’s andere foto’s. Zo ontstonden kleurige, gelaagde beelden. Hij heeft een archief met duizenden foto’s. Wij gebruiken onder meer een wazig natuurbeeld met veel watervallen. Dat beeld maakt deel uit van het universum van Goodall. Per monoloog verandert het decor. Muziek, decor en mijn woorden vormen zo een gedicht over zingeving. Denk ik. En over vijf briljante mensen die de twijfel durven te omhelzen.
Twijfelt u minder dan vroeger?
De Pauw: De twijfel wordt enkel groter. Na vijftig jaar spelen, herken je misschien de obstakels. Maar de oplossingen liggen nooit voor het grijpen. Toch blijft die twijfel deel van de motor. Alle mensen die Kayzer sprak, bewijzen dat in de twijfel de vooruitgang geboren wordt.
Rhapsody van LOD speelt van 11 tot 13 maart in KVS te Brussel en nadien in Concertgebouw Brugge (31 maart), Muziekcentrum De Bijloke te Gent (22 april) en Toneelhuis te Antwerpen (3 mei). kvs.be, lod.be, klarafestival.be
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier