Patrick Loobuyck
‘Jongeren die meest nood hebben aan kritische duiding over levensbeschouwing, laten we vandaag in de kou staan’
‘Jongeren die het meest nood hebben aan kritische duiding bij hun levensbeschouwelijke achtergrond en onze diverse, seculiere samenleving, laten we vandaag in de kou staan’, schrijft Patrick Loobuyck.
Nu de halvering van de uren levensbeschouwelijke vakken op de onderhandelingstafel ligt en dit vanuit conservatieve hoek op Doorbraak strategisch gelekt is, wordt van alle levensbeschouwelijke kanten de druk opgevoerd om niet aan die uren te raken. Alle erkende instanties, dat zijn de instanties die de levensbeschouwelijke vakken inrichten en controleren, hebben al laten weten dat ze tegen het voorstel zijn, er is een petitie gelanceerd en de godsdienstvakken worden nu zelfs onderdeel van het identiteitsdebat. ‘Handen af van het aantal uren godsdienst … Geen voorstander om christelijke cultuur en tradities in Europa verder terug te dringen’ zo tweette Hendrik Bogaert (CD&V) op 7 september. Theo Francken (N-VA) die nochtans tot een partij behoort wiens voorzitter het in zijn boek Over Identiteit voortdurend over ‘de verlichting als leidcultuur’ heeft, zit op eenzelfde lijn. De alliantie tussen het pleidooi voor het behoud van de uren godsdienst en de rechtse identiteitsretoriek zien nogal wat godsdienstleerkrachten met lede ogen aan. Een substantieel deel van hen is immers sociaal bewogen, half of vergaand geseculariseerd en eerder progressief dan conservatief.
Jongeren die meest nood hebben aan kritische duiding over levensbeschouwing, laten we vandaag in de kou staan.
De positie van Francken toont dat N-VA waarschijnlijk het gaspedaal niet zal durven indrukken om de uren effectief te halveren. De rooms-katholieke godsdienstles behoort immers tot ‘onze normen en waarden’ en het is niet aan een conservatieve partij om die af te bouwen. De positie van CD&V is duidelijk natuurlijk. Het enige waar ze eventueel zouden kunnen mee instemmen is dat de halvering enkel van toepassing is in het officieel onderwijs. Dit was ook het compromis dat enkele jaren geleden uit de bus is gekomen in Franstalig België. De uren godsdienst in het katholiek onderwijs zijn ongemoeid gelaten, de uren in het officieel onderwijs zijn gehalveerd en het andere uur wordt ingenomen door een cours de philosophie et de citoyenneté. Dit compromis zou ook tegemoet komen aan de vraag van de koepels en netten. Katholiek Onderwijs Vlaanderen is hoegenaamd geen vragende partij om het vak te reduceren, maar in het memorandum van het Gemeenschapsonderwijs naar aanleiding van de verkiezingen dit voorjaar lezen we wel een pleidooi voor de halvering van de uren.
Maar als de katholieke koepel buiten schot blijft, verliest de N-VA een deel van haar motivatie: namelijk eens goed laten voelen wie hier eigenlijk de baas is. En dan rijst de vraag in hoeverre Open VLD nog de forcing zal durven voeren. Vanuit de hoek van de geïnstitutionaliseerde vrijzinnigheid zal men immers woest reageren indien dit compromis er komt. In hun ogen moeten zij opdraaien door de uren niet-confessionele zedenleer te halveren, maar kunnen de katholieken in 70% van de scholen rustig hun ding blijven doen. Benieuwd of Open VLD met dat deel van de achterban rekening zal houden.
Ondertussen is er paniek uitgebroken en wordt alles uit de kast gehaald om de uren godsdienst-zedenleer te verdedigen. Die uren zouden een dam zijn tegen normloosheid, nihilisme, radicalisering, salafisme. Sommigen zijn zelfs niet te beroerd om er de zelfmoordcijfers bij te halen. Anderen overspelen dan weer hun hand door als zelfverklaarde tegenstanders van een algemeen vormend vak over levensbeschouwing, ethiek en filosofie (LEF), de facto zelf voor zo’n vak te pleiten. Het overkwam godsdienstleraar Ignace Demaerel, die in een opiniestuk op deze site een eerbiedwaardig pleidooi hield voor het belang van levensbeschouwelijke geletterdheid als onderdeel van algemene culturele vorming. ‘Mogen onze jongeren ook nog iets weten over Franciscus van Assisi, pater Damiaan, Anne Frank, Gandhi, Albert Schweitzer, Martin Luther King?’ zo vraagt hij zicht retorisch af.
Wel, het punt is net dat deze levensbeschouwelijke geletterdheid vandaag niet voor iedereen gegarandeerd is. Eén en ander zal zeker wel in bepaalde godsdienstlessen aan bod komen, maar zeker niet in alle godsdienstlessen van alle religies. Hetzelfde geldt voor de kritische reflectie. Jongeren die vandaag het meest nood hebben aan kritische duiding bij hun levensbeschouwelijke achtergrond en onze diverse, seculiere samenleving, laten we vandaag in de kou staan.
De enige manier waarop we dit alles echt voor alle leerlingen kunnen garanderen is via LEF-eindtermen, die wat mij betreft ook zinvol aan één LEF-vak kunnen verbonden worden.
Of die halvering van de uren levensbeschouwelijke vakken een goede zaak zou zijn, valt nog te bezien. We winnen er alvast geen schoonheidswedstrijd mee: de organisatie wordt mogelijk nog ingewikkelder en de vraag kan inderdaad worden gesteld of een vak van één uur wel zinvol is. De kans om de zaak eens ten gronde te kunnen bediscussiëren is ons dit voorjaar ontnomen door de politici van CD&V, Groen, Ecolo, MR en SP.A die in de Senaat weigerden om het grondwetartikel 24 waarin de levensbeschouwelijke vakken sinds 1988 zijn gebetonneerd voor wijziging open te verklaren.
Het minste wat de onderhandelaars in het regeerakkoord zouden moeten kunnen krijgen, is de invulling van de vrijstelling in het officieel onderwijs. Dit is ook de regeling in Franstalig België. Wie er vrijstelling vraagt krijgt er twee uur cours de philosophie et de citoyenneté. Er is in toenemende mate een groep van ouders (maar ook scholen en onderwijsschepenen) die zich niet meer in het aanbod zoals dat na het schoolpact van 1958 is gegroeid kunnen vinden. Zij willen geen vak levensbeschouwing dat vanuit een bepaalde religie, zuil of ideologie wordt gegeven. Deze mensen komen nu wel eens in niet-confessionele zedenleer terecht en reageren ontgoocheld dat ook dat vak voor een eigen winkel rijdt.
Anderen vragen effectief vrijstelling, maar voor hen is er dan geen aanbod. Ze worden afzonderlijk gezet en moeten zich bezighouden met de levensbeschouwing van de ouders. Getuigen van Jehova geven we zo een vrijgeleide om hun kinderen 12 jaar aan een stuk 2u in de week hun tijdschrift De Wachttoren te laten lezen.
Wat ik hier voorstel is niet nieuw. In 2003 is dit al geformuleerd door de VLOR en uitgeschreven door de KU Leuven onderwijsjurist Raf Verstegen. Het voorstel werd toen vakkundig getorpedeerd door zowel katholieken als vrijzinnigen. We zijn ondertussen 16 jaar verder. De samenleving is verder veranderd en enkele geesten zijn gerijpt. Ik had vorige legislatuur de indruk dat ook CD&V-politici van dit scenario te overtuigen zijn. Terecht: het huidig systeem is niet fair voor een groep van ouders die zich niet meer in het aanbod levensbeschouwelijke vakken herkent. Zolang de vrijstelling niet is ingevuld, is het geen reële optie voor ouders maar een lege doos.
Patrick Loobuyck is hoogleraar levensbeschouwing en verbonden aan de Universiteit van Antwerpen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier