Joke Schauvliege rekent af met woelig jaar: ‘Bij de minste tegenwind kwam ik alleen te staan’

Joke Schauvliege. © Dieter Telemans
Jeroen de Preter
Jeroen de Preter Redacteur

Begin februari nam Joke Schauvliege (CD&V) huilend ontslag als minister van Omgeving, Natuur en Landbouw. Het was haar eigen beslissing, zegt ze. ‘Maar ik geef toe: het deed veel pijn om te zien hoe een paar mensen van mijn partij er als de kippen bij waren om mijn verdere functioneren ter discussie te stellen.’

Grote klimaatmarsen in Brussel, tienduizenden spijbelende jongeren, en als klap op de vuurpijl een oproep van de beweging Act for Climate Justice om de vier Belgische klimaatministers te bestoken met mails en sms’en. Tegen die achtergrond zakte Joke Schauvliege (CD&V) op de avond van 2 februari af naar ontmoetingscentrum de Lier in Lierde om er te spreken op de nieuwjaarsreceptie van het Algemeen Boerensyndicaat. Tijdens haar speech vertelde ze iets vreemds: ‘vanuit de Staatsveiligheid’ zou haar ter ore gekomen zijn dat de klimaatprotesten ‘in scène gezet’ waren.

De speech werd haast onmiddellijk nationaal nieuws. Toen niet veel later duidelijk werd dat het ‘complot’ een kwakkel was, zag Joke Schauvliege zich gedwongen om ontslag te nemen als minister van Omgeving, Natuur en Landbouw. Het zou een langdurig afscheid blijken van het hoogste niveau.

Ondanks een opvallend mooie score bij de verkiezingen van 26 mei zat er voor Schauvliege geen ministerpost meer in. Er zijn van die momenten dat haar dat nog steekt, vertelt ze in haar bureau in het Vlaams Parlement. ‘Ik zou liegen als ik zeg dat ik het ministerschap niet mis. Als parlementslid weet ik mijn dagen goed te vullen, maar zo intensief als het leven van een minister is het mijne vandaag natuurlijk niet. Ik heb altijd van die intensiteit gehouden. Je ziet je opvolgers ook dossiers overnemen waarvan je denkt: dat had ik graag zelf tot een goed einde gebracht.’

De onstandvastigheid van mijn partij heeft me de laatste jaren enorm gestoord. Ze heeft ons in mei een pak kiezers gekost.

U behaalde in mei 43.428 stemmen: had dat niet moeten volstaan voor een ministerpost?

Joke Schauvliege: Op Hilde Crevits na heb ik op de Vlaamse CD&V-lijst de meeste stemmen behaald. Maar de verkiezingsuitslag was niet goed voor mijn partij, meer dan twee of drie mandaten zaten er niet in. Als dan blijkt dat de voorzitter de stap naar het Vlaamse niveau zet, weet je dat het niet voor jou zal zijn. Gelukkig word je daar niet van, maar ik begrijp de logica wel.

Er komt mogelijk nog een tweede kans, op het federale niveau.

Schauvliege: Daar ben ik totaal niet mee bezig. Eerst moeten de twee grootste partijen maar eens hun verantwoordelijkheid opnemen. Het is in ieder geval geen goed idee om in een regering te stappen waar de grootste partij van Vlaanderen, de N-VA, niet in zit en die geen meerderheid heeft aan Vlaamse kant.

Uw fout werd u door de kiezer blijkbaar niet zwaar aangerekend. Misschien heeft het zelfs geholpen, Vlamingen houden naar verluidt van martelaarschap.

Schauvliege:(lacht) Ik heb bij vorige verkiezingen nog meer stemmen behaald, dus nee, dat geloof ik niet. Ik denk dat authenticiteit en nabijheid mijn belangrijkste troeven zijn. Als minister heb ik vaker met mijn laarzen in het veld gestaan dan dat ik in een jurkje op recepties verscheen. Mensen waarderen dat.

Na mijn ontslag heb ik een tijdje serieus getwijfeld: doe ik verder of hou ik het voor bekeken? Als het aan mezelf had gelegen, had ik niet meer meegedaan. Maar er was ook enorm veel steun. Van Hilde Crevits, Wouter Beke en Koen Geens, die me bij wijze van spreken op hun blote knieën hebben gesmeekt om de Oost-Vlaamse lijst te trekken. Er waren ook aanmoedigingen van gewone mensen, zowel leden als niet-leden. Allemaal samen hebben ze me doen geloven dat ik nog een draagvlak had, wat bij de verkiezingen ook is gebleken.

Blijkbaar is er ook weer een groot draagvlak voor Vlaams Belang. Was u verrast?

Schauvliege: Nee. Ik had het voorspeld. Ik heb het ook een paar keer gezegd in de partij, maar die had er niet echt oren naar.

Waarop baseerde u uw voorspelling?

Schauvliege: Zoals ik al zei: ik kom vaak op het terrein. Wat ik daar voelde werd bevestigd door mijn achttienjarige dochter, die nog in het laatste jaar van de middelbare school zat. Ze vertelde me dat figuren als Dries Van Langenhove bij de jongste kiezers goed in de markt liggen.

Hoe verklaart u de renaissance van Vlaams Belang?

Schauvliege: Er spelen verschillende factoren. Veel mensen hebben het gevoel dat de politiek met zichzelf bezig is en niet met hun dagelijkse problemen. Ik kan hun daarin geen ongelijk geven. Vlaams Belang heeft ook sterk ingespeeld op de onzekerheid die mensen voelen als het gaat over hun inkomen en pensioen. Dat dat die partij zo goed gelukt is, mogen we ook onszelf aanrekenen. De CD&V had over die thema’s veel duidelijkere standpunten moeten innemen.

Stemmen mensen niet in de eerste plaats voor Vlaams Belang vanwege de migratiestandpunten?

Schauvliege: Dat heeft ook meegespeeld. Vlaams Belang is heel goed in angst zaaien. En onderschat het cadeau niet dat de N-VA haar heeft gegeven: door de manier waarop die partij eind 2018 het Marrakeshpact heeft geframed, wekte ze de indruk dat alleen zij een duidelijk standpunt had over migratie.

Joke Schauvliege
Joke Schauvliege© Dieter Telemans

Volgens een onderzoek had 7 procent van de Vlaams Belang-kiezers vorige keer voor de CD&V gestemd. Hoe kan uw partij hen terugwinnen?

Schauvliege: Als je voortdurend de hypes en nieuwe tendensen achternaholt, ben je altijd ouderwets en ongeloofwaardig. Die onstandvastigheid van mijn partij heeft me de laatste jaren enorm gestoord. Ze heeft ons in mei een pak kiezers gekost. Neem het Marrakeshpact: het duurde weken voor de CD&V met een heldere visie over migratie naar buiten kwam.

In volle voorzittersstrijd verklaarde Walter De Donder dat er in Antwerpen wijken ‘volledig ontvolkt zijn van onze eigen mensen’. Veel opzichtiger kun je Vlaams Belang niet naar de mond praten.

Schauvliege: Weet u, ik ben een echte ervaringsdeskundige als het gaat over quotes die uit hun context gehaald worden en zo een eigen leven gaan leiden. Walter De Donder heeft in die toespraak gepleit voor duidelijke antwoorden op reële problemen. Dat pleidooi is terecht, al was de manier waarop hij het heeft geformuleerd wel ongelukkig.

‘Onze eigen mensen’: is dat niet de taal van Vlaams Belang?

Schauvliege: In sommige wijken ís er een probleem met leefbaarheid en diversiteit. Het is niet meer dan terecht dat Walter De Donder dat op de agenda wil zetten.

Even terug naar uw ontslag. Hebt u spijt dat u bent opgestapt?

Schauvliege: Ik denk dat ik vandaag dezelfde beslissing zou nemen. Er zijn verschillende ministers die, ondanks veel straffere feiten, toch zijn blijven zitten, ja. Maar zo zit ik niet in elkaar. Ik kon dat voor mezelf niet verantwoorden.

N-VA-kopstuk Theo Francken had het op Twitter over ‘een moedermoord’ binnen de CD&V. Zijn partij was volgens hem eenstemmig achter haar minister blijven staan.

Schauvliege: Het was mijn eigen beslissing, dus van een moord kun je niet spreken. Maar ik begrijp natuurlijk wel wat hij wil zeggen. Ik heb het gevoel dat ze in andere partijen sneller achter hun mensen gaan staan als die in de wind terechtkomen. Die eendracht heb ik in de dagen voor mijn ontslag wat gemist. Dat verwijt geldt trouwens ook voor de vorige Vlaamse regering. De bereidheid om samen de miserie aan te pakken was er veel te weinig.

‘De dolk kwam uit Vilvoorde’, tweette Francken nog. Hij had het over jongerenvoorzitter Sammy Mahdi, die uw optreden ‘een gigantisch probleem’ noemde.

Schauvliege: Ik geef toe: het deed wel veel pijn om te zien hoe een paar mensen van mijn partij er als de kippen bij waren om mijn verdere functioneren ter discussie te stellen op de sociale media. Ze hadden dat beter intern kunnen doen.

Mahdi, die nu ook kandidaat-partijvoorzitter is, deed die uitspraak op een moment dat de klimaatopwarming hét thema was, zeker bij jongeren. De vrees dat uw uitspraken het imago van uw partij zouden schaden, was niet onbegrijpelijk.

Schauvliege: Dat zou kunnen. Er zijn wel meer mensen die zich op dat thema miskeken hebben, binnen en buiten mijn partij. Ik voelde toen al dat het klimaat niet hét thema van de verkiezingen zou worden. Voor een goed begrip: ik zeg niet dat het geen prioriteit moet zijn. Ik heb er de afgelopen tien jaar dag en nacht mijn botten voor afgedraaid, soms tot ergernis van collega’s die er het belang niet van inzagen.

Mij kun je echt geen gebrek aan politieke moed verwijten.

Nog even over uw uitspraken op die nieuwjaarsreceptie. Wat bracht u ertoe om een niet-gecontroleerde complottheorie de wereld in te sturen?

Schauvliege: Zoals u weet, was ik op dat ogenblik dagenlang bestookt met soms bijzonder haatdragende sms’en. Ik stond onder enorme druk en zat in overdrive. In die state of mind ben ik gaan spreken en heb ik, in het vuur van mijn betoog, iets verteld wat ik in de wandelgangen had gehoord. Fout, natuurlijk. Dat had niet mogen gebeuren.

Wie had u dat verhaal verteld?

Schauvliege: Dat maakt niet uit. Laten we het erop houden dat ik het niet uit mijn duim gezogen heb. Ik heb iets verteld wat niet klopte. Maar ik heb niet bewust gelogen.

De moeder van klimaatactiviste Anuna De Wever heeft het u niet vergeven. ‘Lager dan dat kun je als politicus niet vallen’, zei ze in Humo. ‘Ze heeft dan wel haar excuses aangeboden op de persconferentie, maar dat ze daarna doodleuk weer opkwam bij de verkiezingen, dat kan ik nog altijd niet verkroppen. Ze had van schaamte moeten wegkruipen in de donkerste krochten.’

Schauvliege: Ik heb dat gelezen.

Kunt u haar woede begrijpen?

Schauvliege: Moeilijk. Iedereen is vrij om zich kandidaat te stellen bij verkiezingen, en het is de kiezer die beslist. Dat is toch het democratische principe waar ik achter blijf staan. Ik zou niet goed weten waarom je daar kwaad voor moet worden.

U hebt de beweging van haar dochter weggezet als een complot.

Schauvliege: Mag ik aanstippen dat die beweging het ook heel hard op mijn persoon heeft gespeeld? Anuna en haar moeder hebben uiteraard het recht om kwaad te zijn. Maar mogen mijn moeder en mijn dochter dan ook kwaad zijn op hen?

Moet een minister niet kunnen verdragen dat er geprotesteerd wordt tegen haar beleid?

Scheuvliege: Daar heb ik niet de minste moeite mee. Meer zelfs: ik vind dat protest in essentie een hoopvol teken. Als jongere heb ik trouwens ook veel betoogd.

Waartegen dan?

Schauvliege: Tegen premier Wilfried Martens (CVP) en de kernraketten, onder meer. (lacht) Het is mooi als jongeren zich opnieuw engageren. Helaas is dat klimaatprotest later wat verruwd. De actie met die sms’en was echt wel een brug te ver.

Over uw beleid waren de meningen verdeeld. De Boerenbond zegt dat ‘Schauvliege haar job heeft gedaan’, Bond Beter Leefmilieu vindt van niet. Er zullen mensen zijn die vinden dat die beoordelingen uw beleid goed samenvatten.

Schauvliege: Ik heb het nog niet meegemaakt dat Bond Beter Leefmilieu tevreden was over een minister van Milieu. En het beeld dat ik de handpop ben van de Boerenbond is nonsens. Als ik ging spreken voor een publiek van landbouwers, was de eerste vraag altijd: ‘Waarom doe je alleen iets voor het milieu en het klimaat?’ Als ik ging spreken voor natuurverenigingen was het omgekeerd. Dat bewijst toch dat ik daar het midden in gevonden heb? Ik had goede relaties met de Boerenbond, dat is zo, maar je kunt onmogelijk beweren dat ik niet tegelijk geijverd heb voor een beter milieu. Er is nog nooit meer geïnvesteerd in natuur en zuiver water.

Anuna De Wever en haar moeder hebben het recht om kwaad te zijn. Maar mogen mijn moeder en mijn dochter dan ook kwaad zijn op hen?

Vlaanderen zal zelfs zijn weinig ambitieuze klimaatdoelstellingen niet halen.

Schauvliege: Wij hebben in Vlaanderen een realistisch beleid gevoerd. Hoge ambities formuleren is gemakkelijk, ze in de praktijk brengen is dat veel minder. Ik denk dat een ruime meerderheid van de Vlamingen voorstander is van een ambitieus klimaatbeleid, tot je de theorie gaat omzetten in de praktijk. Dan is het van: ‘blijf van mijn huis’, ‘blijf van mijn auto’, ‘blijf van mijn houtkachel’. Maar dat wil niet zeggen dat er niets mogelijk is, of dat er niets is gebeurd.

De Bouwunie vreest dat wonen duurder wordt omdat er zo veel strengere isolatienormen zijn: dat stond onlangs nog in de krant. Waar komen die normen vandaan, denkt u? Uit het klimaatplan van de vorige regering. Een van mijn belangrijkste realisaties is de oprichting van het Vlaams Klimaatfonds. Wij hebben ervoor gezorgd dat daar enkele honderden miljoenen in zitten. Dat geld kan de nieuwe regering nu investeren in maatregelen om de CO2-uitstoot in de landbouw en het verkeer naar beneden te halen en de energie-efficiëntie van onze gebouwen te verbeteren.

Ligt u weleens wakker van wat klimaatwetenschappers over het klimaat zeggen? Hun voorspellingen zijn echt wel zorgwekkend.

Schauvliege: Er worden stappen gezet. Niet snel genoeg, dat klopt, maar er is geen andere weg dan de geleidelijke. Anders krijg je een felle tegenreactie, die finaal tot achteruitgang leidt.

De meest efficiënte en noodzakelijke klimaatmaatregel in Vlaanderen is de betonstop. Dat plan om tegen 2040 geen open ruimte meer aan te snijden, hebt u er niet door gekregen .

Schauvliege: De betonstop was een van mijn grote missies, want die maatregel is inderdaad cruciaal. Mag ik aanstippen dat ook de vorige minister-president (N-VA’er Geert Bourgeois, nvdr) dat met zoveel woorden heeft gezegd?

In uw gemeente Evergem is naar verluidt wel een betonstop ingevoerd.

Schauvliege: Dat klopt. Evergem heeft beslist om de woonuitbreidingsgebieden niet aan te snijden.

Waarom is dat zo veel moeilijker in Vlaanderen?

Schauvliege: Omdat sommigen er bang voor zijn.

Wie bedoelt u?

Schauvliege: Verschillende mensen die mee in de coalitie zaten. Er was koudwatervrees en er waren, niet onterecht, ook zorgen over de betaalbaarheid. De eigenaar van grond waarop niet meer mag worden gebouwd, moet daar een correcte vergoeding voor krijgen. Dat lijkt me niet meer dan logisch, maar het kost natuurlijk wel veel geld. Om de betaalbaarheid te garanderen is gekozen voor een gefaseerde invoering van de betonstop.

(denkt na) Ik zou het ook liever anders zien, maar zo’n betonstop is nu eenmaal heel moeilijk te realiseren in Vlaanderen. Onze ruimtelijke ordening is een ramp. Dat maakt een doortastend klimaatbeleid voeren veel ingewikkelder en duurder dan in andere regio’s. Het is, letterlijk, de prijs die we moeten betalen voor het verleden.

Behalve de betonstop zijn ook het rekeningrijden en het statiegeld uitgesteld of afgevoerd. De politieke moed lijkt soms ver te zoeken.

Schauvliege: Mij kun je echt geen gebrek aan politieke moed verwijten. Moeilijke dossiers als het statiegeld en de betonstop heb ik op tafel gelegd. Maar – en dat is meteen mijn boodschap aan de nieuwe regering – om zulke dossiers erdoor te krijgen, heb je wel een eendrachtige ploeg nodig. Tijdens de vorige regeerperiode had ik vaak de indruk dat ik bij de minste tegenwind alleen kwam te staan.

Ik zou liegen als ik zeg dat ik het ministerschap niet mis.

Neem de zonevreemde bossen. Iedereen binnen de regering was het erover eens: daar moest een oplossing voor komen. Mijn voorstel kwam overeen met wat in het regeerakkoord was gevraagd en wat in het Vlaams Parlement was goedgekeurd. Ik heb ook duidelijk voor de gevoeligheid van dat dossier gewaarschuwd: het raakt aan het eigendomsrecht van mensen. In het volste besef daarvan heeft de voltallige regering het goedgekeurd – tot de verwachte storm opstak en de minister-president meteen alles introk. Kijk, zo werkt het niet in een regering. Je staat op het veld als een ploeg. Soms sta je samen in de zon, maar soms ook samen in de regen.

Is de regering-Bourgeois ook afgestraft vanwege dat tekort aan ploeggeest?

Schauvliege: Dat heeft meegespeeld, zeer zeker. Als je voortdurend beslissingen neemt maar die vervolgens niet uitvoert, hoe kun je dan nog geloofwaardig zijn?

Nog even over uw beleid. U bent ook de politieke moeder van de Mobiscore. Mogen we dat een mislukking noemen?

Schauvliege: Nee. De Mobiscore geeft de koper van een huis een indicatie van de bereikbaarheid ervan. Niets minder, en zeker niets meer. Niet politici maar academici hebben hem ontwikkeld. De politiek wil er hoogstens mee sensibiliseren. Maar hij is voorgesteld als een instrument waarmee de overheid zou bepalen of een huis goed of slecht was. Dat lijkt me een typisch voorbeeld van hoe de sociale media iets kunnen vervormen.

De sociale media hebben uw vak er niet makkelijker op gemaakt.

Schauvliege: De verruwing op de sociale media heb ik ook daarbuiten gezien, hoor, en ze is niet iets van de laatste jaren. Ik was in 2009 misschien twee dagen minister van Cultuur toen ik ‘ de boerentrien van Ertvelde‘ werd genoemd. Die belediging kwam niet van een anonieme Facebookaccount, maar van een vooraanstaand cultuurmens. Als belangrijke figuren uit de culturele wereld of politici zulke grove taal gebruiken, mag je natuurlijk niet vreemd opkijken wanneer ook gewone mensen zich daaraan bezondigen.

Voor mezelf zie ik maar één manier om daarmee om te gaan, en dat is: niet meedoen. Ik krijg weleens te horen dat ik te braaf ben. Dat ik wat harder moet zijn. Ik zal dat advies nooit volgen. Ik blijf bij mezelf. Ik ben een politica die met de inhoud bezig is en oplossingen zoekt.

Volgens de twaalf apostelen, de werkgroep die het slechte verkiezingsresultaat van de CD&V heeft onderzocht, staat uw partij ‘mijlenver achter’ op het vlak van sociale media. Maar heeft de CD&V op die media wel evenveel te winnen als bijvoorbeeld Vlaams Belang? Gematigde berichten doen het nu eenmaal minder goed dan polariserende.

Schauvliege: Als politieke partij heb je de sociale media vandaag nodig. Maar alles begint met inhoud en goede, duidelijke standpunten. Die moet je op een verstaanbare manier brengen. Met de botten aan en tussen de mensen. Ik vind dat we op dat vlak niet goed gewerkt hebben – dat mag ondertussen duidelijk zijn. We zullen onze problemen niet oplossen door alleen wat meer in sociale media te investeren.

We moeten het nog even hebben over cultuur. Minister-president Jan Jambon (N-VA), die ook minister van Cultuur is, heeft 60 procent van de projectsubsidies geschrapt. Als ex-cultuurminister weet u wie daardoor getroffen wordt.

Schauvliege: Bij de regeringsvorming is afgesproken dat de cultuursector evenveel moet besparen als andere sectoren. Het is de vakminister zelf die dan mag schuiven. En inderdaad, hij heeft de keuze gemaakt om meer te besparen op projectsubsidies en minder op structurele subsidies. Het is een keuze die meer jonge en vernieuwende kunstenaars treft. Toch staat er in het regeerakkoord dat we ook op die jonge kunstenaars inzetten.

Begrijpt u Jambons keuze?

Schauvliege: Nee. Wat de beweegreden precies is, zou u aan de minister-president zelf moeten vragen. Onlangs heeft hij wel uitdrukkelijk gezegd dat hij samen met de sector wil kijken naar alternatieven. Dat is een goede zaak. Ik hoop dat ze er zo samen uit zullen raken.

Joke Schauvliege

– 16 maart 1970: geboren in Gent

– Studie: rechten (UGent)

– 1994: wordt verkozen als gemeenteraadslid (CVP) in Evergem

– 1999-2003: Kamerlid (CVP/CD&V)

– 2009-2014: Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur

– 2014-2019: Vlaams minister van Omgeving, Natuur en Landbouw

– Sinds 2019: Vlaams Parlementslid

Partner Content