Michel Maus
‘Jobverlies bij Proximus is niet meer dan een logisch gevolg van de digitalisering’
‘Indien de overheid de technologische (r)evolutie lijdzaam ondergaat, is de kans reëel dat we afglijden naar een tweeledige maatschappij die wordt gedetermineerd door een technologische kloof,’ schrijft Michel Maus over Proximus. ‘En dat moeten we te allen prijze vermijden.’
Het was deze week consternatie alom in de Belgische politiek en de bedrijfswereld. Dominique Leroy, de CEO van het overheidsbedrijf Proximus, kondigde immers aan dat zij het personeelsbestand van het bedrijf wil optimaliseren om Proximus beter voor te bereiden op de telecomsector van de toekomst. Om tot deze doelstelling te komen moeten enerzijds binnen het bedrijf 1.900 banen sneuvelen, maar anderzijds is het de bedoeling om 1.250 nieuwe jobs voor ‘digitale profielen’ te creëren.
Jobverlies bij Proximus is niet meer dan een logisch gevolg van de digitalisering.
Volgens Dominique Leroy hebben de klanten van Proximus meer en meer digitale noden, zodat het bedrijf zich aan deze evolutie moet aanpassen. Deze digitalisering zorgt ervoor dat er een aantal klassieke taken binnen het bedrijf aan het verdwijnen zijn, waardoor er voor deze taken minder nood is aan personeel. Daarnaast zorgt de digitalisering op zich dan weer voor extra werk, waarvoor nieuw personeel moet worden gezocht. In de kering impliceert dit echter dat er bij Proximus 1.900 klassieke banen zullen verdwijnen, en er 1.250 nieuwe digitale banen zullen bijkomen.
De politiek reageerde terug zoals vanouds verbolgen, gespeeld of niet, en kondigde aan CEO Leroy op het matje te roepen. Dat is ook gebeurd, maar verder dan een discussie over de vraag of een stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag bij Proximus tot de mogelijkheden behoort, kwam het debat eigenlijk niet. En dat mag best schrijnend genoemd worden.
Wie immers een beetje mee is met zijn tijd, beseft maar al te goed dat de personeelstransformatie binnen Proximus niet meer is dan een logisch gevolg van de technologische (r)evolutie die zich momenteel aan het voltrekken is in de economie. En dat laat zijn sporen na. De afgelopen jaren heeft nieuwe technologie reeds voor heel wat jobverlies gezorgd, ook in ons land, denk bijvoorbeeld maar aan ING, AXA, P&V Verzekeringen en Caterpillar.
Het is schrijnend dat het debat niet verder kwam dan een discussie over de haalbaarheid van werkloosheid met bedrijfstoeslag.
Deze vaststelling is bittere realiteit en dus in plaats van telkenmale te moeten discussiëren over begeleidende ontslagmaatregelen, zou de regering er veel beter aan doen om begeleidende maatregelen te nemen om de maatschappij aan te passen aan de vierde industriële revolutie. Want het is vrij duidelijk dat de verdere opkomst van de technologie nog tot heel wat nieuwe ontslagcatastrofes aanleiding zal geven. U moet zich maar eens de bedenking maken wat het effect op de tewerkstelling zal zijn als binnen afzienbare tijd de zelfrijdende voertuigen hun intrede gaan maken en de blockchain-technologie zijn weg vindt binnen de economie.
Ondertussen zijn er reeds heel wat studies verschenen die het effect van de technologie op de arbeidsmarkt hebben getracht in kaart te brengen. De ene studie is al wat pessimistischer dan de andere, maar allen hebben ze gemeen dat de impact van de technologie op onze jobs immens zal zijn. Dit betekent dat er heel wat jobs zullen verdwijnen, en dat de jobinhoud van heel wat jobs zal veranderen door de technologie, maar anderzijds ook dat de technologie voor heel wat nieuwe jobs zal zorgen.
De enige vraag die zich echter stelt is of deze technologische jobtransformatie evenwichtig zal zijn, dan wel of er meer jobs zullen verdwijnen, dan er zullen bijkomen. In het geval van Proximus is de balans in ieder geval negatief en de vrees is dat dit geen alleenstaande uitzondering is, maar wel in tegendeel een illustratief voorbeeld van de realiteit.
De regering moet zich bewust zijn van deze evolutie en anticiperen op de technologische transformatie van de arbeidsmarkt. Dit kan door maatregelen te nemen om het technologisch analfabetisme tegen te gaan. Dit betekent vooreerst dat men technologie voor iedereen, en dus ook de mensen aan de onderkant van de maatschappij de toegankelijk moet maken, om ook deze categorie van mensen meer kansen te geven op de arbeidsmarkt.
Ondergaat de overheid de technologische (r)evolutie te lijdzaam, kunnen we afglijden naar een tweeledige maatschappij met een technologische kloof.
Vervolgens is het ook vrij duidelijk geworden dat de substantiële impact van de technologie op de tewerkstelling een permanente vorming zal vereisen vanaf de schoolbanken tot het einde van een professionele loopbaan. De organisatie en de ondersteuning van dit systeem van levenslang leren moet eveneens een prioritaire taak worden van de overheid. Niet alleen dient de overheid hiertoe bedrijven te stimuleren, ook het onderwijssysteem dient aan dit model van levenslang leren te worden aangepast, onder meer via de organisatie van kortlopende opleidingen en avond- en weekendonderwijs aan hogescholen en universiteiten.
Laat ons dus hopen dat het Proximus-débacle voor de overheid een echte wake up call is, en er lessen uit dit verhaal worden getrokken. Indien de overheid de technologische (r)evolutie lijdzaam ondergaat, is de kans reëel dat we afglijden naar een tweeledige maatschappij die wordt gedetermineerd door een technologische kloof. En dit moeten we te allen prijze vermijden.
Op 7 februari organiseert de Vrije Universiteit Brussel in samenwerking met Knack Homo Roboticus, een inspirerende avond rond mens, robot en AI in de Munt in Brussel. Alle info en tickets vind je hier. p>
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier