De Vlaamse jobpremie voor personen met een beperking heeft een omgekeerd effect. Werkgevers zijn net minder geneigd om zulke personen aan te nemen, ‘want het moet toch wel erg zijn.’
Wie een beperking heeft en in zijn sollicitatiebrief verwijst naar de ondersteuningspremie van de Vlaamse overheid, verhoogt zijn jobkansen niet. Integendeel. “Werkgevers lezen dat als: het moet toch wel erg zijn”, citeert De Standaard onderzoekers van de Universiteit Gent.
In het onderzoek werden naar 786 vacatures op de Vlaamse arbeidsmarkt twee fictieve sollicitaties van mannelijke kandidaten gestuurd. Beide sollicitanten waren, op details en lay-out na, volstrekt gelijkaardig. Op een kenmerk na: in een van beide brieven stond duidelijk dat de kandidaat doof, blind of autistisch was. Conclusie: wie in zijn sollicitatiebrief zijn handicap duidelijk vermeldt, halveert de kans op een gesprek.
‘Premie niet alleen voor zware gevallen’
“Nochtans wordt expliciet vermeld dat er voldoende subsidies beschikbaar zijn om de werkplek aan te passen aan de behoeften, zodat er geen verschil is in productiviteit”, verduidelijkt onderzoeker Stijn Baert.
De substantiële activeringspremie waarmee Vlaanderen dat probleem hoopte aan te pakken, werkt bovendien contraproductief. Een expliciete verwijzing naar de ondersteuningspremie doet de kansen op een jobgesprek nog verder dalen, zo blijkt voorts. Nochtans gaat het om een substantiële premie elke drie maanden, en dat vijf jaar lang. De onderzoekers roepen de overheid op duidelijker te communiceren, zodat werkgevers begrijpen dat de jobpremie niet enkel voor ‘zware gevallen’ is. (Belga/AVE)
