‘Je zou huisdieren alleen mogen houden als je hún levensbehoeften vervult’

De jaarlijkse zegening van huisdieren op de feestdag van Sint Antonius in Mexico City.

Door de pandemie is er meer vraag naar huisdieren dan ooit. Volgens dierenethica Friederike Schmitz is dat een probleem. ‘Dieren zouden niet mogen worden gezien als eigendom, of als kinderspeelgoed.’ Schmitz pleit voor een fokverbod.

De verkoop van huisdieren breekt records en er zitten minder huisdieren in asielen dan ooit. U roept echter op om de handel in huisdieren en de fokkerij te verbieden. Mogen mensen geen huisdieren meer houden?

Schmitz: ‘De meeste mensen houden te weinig rekening met de behoeften van hun huisdier: het wordt beschouwd als een voorwerp tegen de verveling, een voorwerp waar je gemakkelijk vanaf kunt komen. Soms lijken huisdieren niet meer dan een accessoire, en hebben ze geen goed leven.’

Dat klinkt alsof mensen hun huisdieren martelen.

Schmitz: ‘Meestal gaat het helemaal niet om opzet of kwade wil, maar om onwetendheid en onkunde. Mens en dier kunnen wel degelijk in harmonie samenleven en allebei baat hebben bij elkaars gezelschap. Maar daar zijn we nog lang niet. Er lijden veel meer huisdieren dan we denken.’

Hoe bedoelt u?

Schmitz: ‘Hamsters en konijnen in hokken, of vissen in aquariums: die willen echt niet in zo’n krappe omgeving leven. Je zou huisdieren alleen mogen houden als je hún levensbehoeften vervult. Dat lukt niet als je ze als eigendom of kinderspeelgoed beschouwt. Commerciële dierenhandel en fokkerij zouden ook beter verdwijnen. Het is altijd gevaarlijk als winst het doel wordt. Dan wordt die winst als snel belangrijker dan het welzijn van het dier.’

Veel hondenfokkers hanteren hoge kwaliteitsnormen en doen moeite om de juiste baasjes voor hun pups te vinden.

Schmitz: ‘Alleen al de term “kwaliteitsnormen” toont aan dat we dieren als handelswaar beschouwen. Fokken heeft altijd een menselijk doel, dieren doen het niet vrijwillig. En wie gaat na of de kopers geschikte baasjes zijn? Dan heb ik het nog niet over dierenmishandeling, maar over de kleine dingen die baasjes elke dag fout doen. Er zijn strengere controles achteraf nodig. Veel dierenasielen doen dat gelukkig al.’

Niet alle fouten worden opzettelijk gemaakt. Kan een betere scholing soelaas bieden?

Schmitz: ‘Zeker en vast. Te beginnen bij kinderen. Zij hebben meestal het beste voor met een dier. Alleen leren ze nu vaak niet welke behoeften dat dier heeft. Zo weten ze niet dat het fout is om een konijn in een kooi steken..’

Hoe ziet een goed leven er voor een hond of een konijn dan uit?

Schmitz: ‘Elk hondenras werd vroeger voor specifieke taken gefokt, en die taken zijn nog steeds bepalend voor hun behoeften. Daarnaast heeft elke hond zijn individuele karaktertrekken. Sommige honden hebben mentale uitdagingen en beweging nodig of genieten van rondrennen en contact met andere honden. Voor andere levert dat net stress op. Bij kleine dieren zoals konijnen en hamsters is het al moeilijker. Je zou konijnen kunnen houden in de natuur, in grote omheinde gebieden, maar dan zijn het geen huisdieren meer. Konijnen en hamsters hebben ook niet veel baat bij interactie met mensen.’

Volgens uw criteria zouden katten de ideale huisdieren zijn.

Schmitz: Inderdaad, bij katten zit de relatie tussen mens en dier goed. Katten kunnen zich vrij bewegen en zelf beslissen of ze bij mensen willen zijn of niet. Wel blijft het een probleem dat ze andere dieren doden wanneer ze vrij rondlopen.

Katten zijn nu eenmaal roofdieren, ze volgen louter hun instinct.

Schmitz: Toch zijn eigenaars mee verantwoordelijk als hun kat vogels of muizen doodt. Katten maken tenslotte geen deel meer uit van de natuur. Ze moeten geen voedsel zoeken, want dat geeft de mens hen. Voor een vos is dat anders.

U klinkt heel strijdvaardig. Hoe zou u zichzelf omschrijven?

Schmitz: Professioneel zie ik mezelf als dierenethica, politiek als dierenactiviste of als lid van de dierenbevrijdingsbeweging.

Dierenethiek is nog een relatief jonge discipline in de filosofie. Een radicaal voorbeeld is de Amerikaanse rechtsprofessor Gary L. Francione. Hij vergelijkt huisdieren met slaven. Heeft hij een punt?

Schmitz: ‘Ik begrijp wat hij bedoelt, maar ik vind het een iets te simpele vergelijking. Bij de slavernij had je ook nog eens te maken met racisme en zware arbeid. Huisdieren verrichten geen dwangarbeid. Ik ben wel akkoord dat huisdieren volledig van de mens afhangen en soms nog louter objecten zijn. Maar of dieren het is moeilijk te zeggen of dieren er belang bij hebben om niemands eigendom te zijn. Ik zeg ook niet dat niemand huisdieren zou mogen houden.’

Sommige activisten pleiten er zelfs voor om dieren burgerrechten te geven.

Schmitz: ‘Ja. Zij vinden dat de domesticatie van dieren onrechtvaardig was, maar willen daarom niet dat huisdieren langzaam uitsterven. Ze willen dat dieren volwaardige leden in de samenleving worden. En daar horen volgens die redenering burgerrechten bij.’

Welke rechten zijn dat dan?

Schmitz: ‘De activisten die dergelijke rechten bepleiten, vinden het vooral belangrijk dat dieren tot niets worden gedwongen. Dieren die graag werken bijvoorbeeld, kunnen op een zinvolle manier bijdragen aan de maatschappij: zoals geiten die terreinen onderhouden of honden die geiten hoeden. Zolang het maar vrijwillig gebeurt, en de behoeften van de dieren vervult.’

Is dat ook weer geen heel menselijke kijk? Hoe weten wij wat een dier vrijwillig doet?

Schmitz: ‘Bij gedomesticeerde dieren kan ik dat moeilijk zeggen, omdat wij hun leven volledig bepalen. Ruiters denken vaak dat hun paarden graag bereden worden, maar die dieren zijn gewoon blij om uit hun box te komen. In de vrije natuur zouden ze geen nood hebben aan zware wezens op hun rug. Gedragsonderzoek kan ons helpen om de behoeften van dieren te bepalen. Meestal kun je die behoeften pas achterhalen als je dieren in vrijheid laat leven.’

Christopher Piltz

Copyright Der Spiegel, vertaling: Nina Lauwaert

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content