Jan Nolf: ‘Nieuwe wet over juridische bescherming kwetsbare personen raakt ons allemaal’
Ere-vrederechter Jan Nolf schreef twee nieuwe boeken over ‘Kwetsbaren in het recht’. ‘De beste bescherming tegen misbruik en willekeur is de mondigheid van de burger.’
Waar gaat uw nieuwe boek over?
Jan Nolf: ‘In feite gaat het om een “tweelingproject” want het zijn niet één, maar twee nieuwe boeken over de nieuwe wet ‘Bewindvoering’ die op 1 september in werking treedt. Die wet bestaat sinds 1991, maar werd nu grondig hervormd en zal ons allemaal raken, of we gezond blijven of niet. Daarom schreef ik een leesvriendelijk document voor het breed publiek van kwetsbare mensen en hun familie, medische en sociale zorgverstrekkers.
Daarnaast publiceert uitgever UGA ook mijn boek voor juristen. Dat laatste is de volledige herwerking van mijn eerste boek van 2012 over het onderwerp ‘Kwetsbaren in het recht’.’
Wie zijn die kwetsbaren?
Jan Nolf: ‘Vroeger vielen die onder de toepassing van uiteenlopende statuten, waarvoor daarenboven ook verschillende rechters bevoegd waren: mensen onder bewindvoering, verlengd minderjarigen, onbekwaamverklaarden, en juridische bijstand voor verkwisters. Nu wordt één globaal beschermingsstatuut van toepassing op alle meerderjarigen die hun belangen niet zelf behoorlijk kunnen waarnemen.
Het gaat dan om mensen met een ernstige handicap, hetzij van kinds af aan of opgelopen bij ongeval, dementerenden, geesteszieken of comapatiënten.
Het toepassingsveld is dus zeer breed, maar de wet wil ook uitdrukkelijk alle juridische overconsumptie – of betutteling – weren. De gerechtelijke bescherming wordt slechts voorzien als die “noodzakelijk” is, en daarenboven wordt het dan een statuut ‘à la carte’: proportioneel volgens de noden van de beschermde persoon.
Een andere nieuwigheid in de bescherming die bij de vrederechter gecentraliseerd wordt, is dat die niet alleen materiële zaken (centen en eigendommen dus) kan betreffen, maar ook strikt persoonsgebonden materies, zoals de verblijfskeuze, verzorging en patiëntenrechten.’
Kunnen we allemaal onder dat juridisch ‘à la carte’-menu vallen ?
Jan Nolf: ‘Wellicht de belangrijkste innovatie van de wet is dat we niét moeten wachten tot er ons iets overkomt, en het dus “te laat” is om daar zelf iets aan te doen. In dat laatste geval – wanneer iemand dus minstens gedeeltelijk wilsonbekwaam wordt – beslist immers de vrederechter over de aanstelling van een of meerdere ‘bewindvoerders’. Die kunnen samen met of in de plaats van de betrokkene heel ingrijpende beslissingen nemen zoals financieel beheer of zelfs de keuze van een rusthuis.
In de nieuwe wet werd echter een ‘buitengerechtelijk’ luik in de bescherming ontworpen, dat veel mogelijkheden biedt voor mensen die wél nog gezond van geest zijn, maar voorbereidingen willen treffen voor de dag dat er door ouderdom of ongeval een probleem opduikt. De wet goot die mogelijkheid in het ar-chi-lelijk woord ‘lastgeving’. Denk daarbij niet aan ‘last’ of overlast, maar aan een soort volmacht. Ikzelf noemt het liever een “plaatsvertrouwing”: het contract waarbij u de eigen bescherming voor de toekomst toevertrouwt aan iemand anders, binnen of buiten familieverband. Die nieuwigheid biedt ook voordelen voor verdere vermogensplanning op een moment dat bijvoorbeeld dementie of ongeval toegeslagen hebben.
Het komt een beetje neer op een geprivatiseerde bewindvoering, want een rechter komt er in principe nooit aan te pas – zelfs niet als de ‘lasthebber’ (dus de volmachtdrager) bijvoorbeeld. schenkingen uitvoert in naam van zijn ondertussen wilsonbekwame volmachtgever.
Opmerkelijk overigens: ook de gerechtelijk bewindvoerder wordt in de nieuwe wet toegelaten dergelijke ‘plaatsvervangende schenkingen’ uit te voeren op basis van “vroegere mondelinge verklaringen” van de beschermde persoon. Dat laatste is een recept voor problemen: daar moet ik geen tekening bij maken.’
Hoe kunnen we ons beschermen tegen willekeur ?
Jan Nolf: ‘Zowel het buitengerechtelijk als het gerechtelijk beschermingssysteem kan misbruikt worden.
Wanneer het met de ‘lastgeving’ misloopt, kan toch nog een beroep gedaan worden op de vrederechter via een soort ‘alarmbelprocedure’. Maar het verleden leerde dat ook de rechtsbescherming via de vrederechter niet altijd vlekkeloos verloopt. Te vaak wordt de wettelijke prioriteit in de keuze voor familiale bewindvoerders boven advocaat-bewindvoerders genegeerd. Een ‘voorkeurverklaring’ voor de keuze van toekomstig bewindvoerder kan dat vermijden, maar ook die moet tijdig op papier gezet worden bij de vrederechter of een notaris.
Het is ook opmerkelijk dat de wetgever bakzeil haalde in verband met het verbod voor een vrederechter zijn plaatsvervangende vrederechters als advocaat-bewindvoerder aan te stellen. De vrederechters zelf wilden onder geen beding van dat verbod dat de Hoge Raad voor de Justitie nochtans wél al jaren terecht voorstond.
De beste bescherming tegen misbruik en willekeur is de mondigheid van de burger
Jan Nolf
Ook de vergoedingsregeling van advocaat-bewindvoerders is een delicaat voorwerp van discussie. Alhoewel de wet hun maximale vergoeding rond 3 procent enkel op de “inkomsten” toelaat, wordt die vaak ook gevraagd en verkregen als percentage op kapitalen van immobiliënverkoop – soms zelfs op wat de beschermde persoon via schenkingen of testament verkrijgt. Dat is onaanvaardbaar. Op die manier wordt de bewindvoerder een soort immo-makelaar, en wordt hij aangemoedigd om snel mogelijk huizen en appartementen te verkopen. Dat is fundamenteel strijdig met zijn opdracht van bescherming, en heeft al tot een aantal schandalen geleid. En er komen er jammer genoeg nog.
Ik waarschuw ook tegen een gebrekkig toezicht van de vrederechter. Zijn mogelijkheden van controle worden nu uitgebreid, maar als ze niet gebruikt worden, voorspel ik eerstdaags een vonnis dat de verantwoordelijkheid van de Belgische Staat voor fouten en nalatigheden van vrederechters vastlegt op basis van de zgn. Anca-rechtspraak. In Nederland – waar een gelijkaardige regeling bestaat – gebeurde dat al.
De beste bescherming tegen misbruik en willekeur is de mondigheid van de burger. Daarom hoop ik dat vooral de publicatie van het cahier ‘Kwetsbaren in het nieuwe recht’ een breed publiek bereikt, informeert en weerbaar maakt.’
De beide boeken ‘Kwetsbaren in het nieuwe recht’ (met een verschillende ondertitel) zijn verkrijgbaar bij uitgeverij UGA (20 en 60 euro)
Een YouTube-voorstelling van de boeken vindt u op de juridische blog van ere-vrederechter Jan Nolf. Onder het trefwoord ‘Bewindvoering‘ vindt u er ook heel wat informatie en handige formuliervoorbeelden:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier