Jan Jambon is duidelijk Geert Bourgeois niet: drie dingen die u moet onthouden na de regeerverklaring

Jan Jambon (N-VA). © Belga

De Septemberverklaring van minister-president Jan Jambon, voor de gelegenheid uitgesproken op 2 oktober, is meteen uitgemond in een krachtmeting tussen oppositie en regering. Knack zet nog enkele opvallende elementen op een rijtje.

Net zoals de Russische Oktoberrevolutie eigenlijk in november 1917 plaatsvond en de Beierse Oktoberfeesten ook wel eens in september worden gevierd, sprak minister-president Jan Jambon (N-VA) zijn Septemberverklaring uit in oktober.

De kwinkslag waarmee Jambon zijn rede voor het Vlaams Parlement opende, typeert de man die Vlaanderen vijf jaar lang zal leiden. In portretten van de nieuwe Vlaamse regeringsleider vallen de woorden ‘joviaal’ en ‘bourgondisch’ wel vaker. Jambon lijkt die beeldvorming door te willen trekken naar het hoogste ambt van Vlaanderen. Het is een van de manieren waarop de N-VA’er zich zal onderscheiden van zijn voorganger Geert Bourgeois, een partijgenoot voor wie hij niets dan lof koestert.

1. Stijlbreuk met de regering-Bourgeois

Met ministers als Bart Somers (Open VLD), Wouter Beke (CD&V) en Zuhal Demir (N-VA) heeft Jan Jambon een stevige ploeg rondom zich verzameld. De excellenties moeten zich allemaal nog inwerken op hun beleidsdomeinen, maar nu al staat vast dat deze Vlaamse regering een meer herkenbare smoel zal krijgen dan die van Geert Bourgeois. ‘Niets slechts over de vorige regering, maar het zou niet misstaan als er sterke figuren in deze regering komen’, zei een bron vorige week nog aan Knack.

Naast die herkenbaarheid, is er de stijl van Jambon. ‘Sterke Jan’ toonde zich in zijn regeerverklaring veel minder ambtelijk dan Bourgeois. Een snelle kijk op de eerste Septemberverklaring van Bourgeois in 2014 spreekt boekdelen. In de openingswoorden vallen termen als het Europees Verdrag van Lissabon, de Wereldhandelsorganisatie, de multipolaire wereld. Zijn verklaring bulkte van cijfers die de beloften uit zijn regeerakkoord moesten staven. Bourgeois noemde dat een ‘goede traditie’ die onder meer dient om ‘democratisch rekenschap te geven aan de natie’. Anno 2019 moet het parlement een weekje wachten op dat rekenschap.

2. Bipolair discours

De openingsparagrafen van Jambon borduren voort op de verkiezingsresultaten van 26 mei. N-VA is beducht om het zogenaamde ‘signaal van de kiezer’ niet uit het oog te verliezen. Op de persconferentie van maandag had hij het al over het ‘onbehagen’ dat leeft. Die term herhaalt hij in zijn toespraak.

‘Vlaanderen mag nog zo’n fantastische plek zijn om te wonen, te werken en te leven. De economie mag nog zoveel pieken als ze wil. Er is ook onbehagen in onze samenleving, daar moeten we niet flauw over doen.’

En dan volgt de boosheid nog. ‘Mensen zijn boos, omdat ze zelfs als ze heel hard werken relatief weinig centen overhouden. Boos omdat ze het gevoel hebben dat de lasten en de lusten niet evenredig verdeeld zijn. Boos omdat ze zich hier benadeeld voelen. Boos omdat de politiek daar volgens hen te weinig op ingrijpt. Ik kan voor die boosheid begrip opbrengen. Ik voel mij daar ook mee verantwoordelijk voor’, klonk het.

De passages doen ietwat denken aan de inauguratiespeech van Amerikaans president Donald Trump. Die sprak in 2017 over ‘this American carnage‘, een slachting. Hij had het dan specifiek over armoede en werkloosheid, een slecht onderwijssysteem, onveiligheid op straat. Al moet gezegd dat Jambons beeld van Vlaanderen toch iets rooskleuriger is.

In elk geval countert Jambon de boosheid in de straten snel met positivisme. ‘Ik wil vandaag iedereen oproepen om het negativisme achter ons te laten. Ik stel voor dat we samen een verhaal schrijven. Wij hebben alles om de wereld te verbazen.’ Op het einde parafraseert hij de lijfspreuk van de Brugse Heren van Gruuthuse: ‘Plus est en nous’. Het signaal van de kiezer is begrepen, nu moeten de handen uit de mouwen, zo wil de MP zeggen.

Maar wie A zegt moet ook B zeggen.Volgen er op de papieren beloften ook de nodige centen? Daar knelt voorlopig het schoentje. Het regeerakkoord van 300 bladzijden blijft vaag over de begroting. De concrete tabellen – volgens Bart De Wever (N-VA) ‘het prerogatief van het parlement’ – blijven in de schuif tot volgende week. Dat slikt de oppositie niet zomaar.

Koning Filip en Jan Jambon (N-VA) op 2 oktober 2019.
Koning Filip en Jan Jambon (N-VA) op 2 oktober 2019.© Belga

3. De oppositie is wakker

Ook nieuwe parlementsleden moeten nog veel leren. Nog voordat de ministers waren ingezworen, wilde PVDA-fractieleider Jos D’Haese al tussenkomen om het gebrek aan cijfermateriaal aan te klagen. ‘Laten we eerst wachten tot er een Vlaamse regering is‘, zo vermaande parlementsvoorzitter Wilfried Vandaele (N-VA), die later op de dag zou worden opgevolgd door partijgenote Liesbeth Homans.

Maar de vingerwijzing van Vandaele kon niet baten dat de oppositie erin slaagde om om de vergadering kortstondig te laten schorsen. Zo stonden het Vlaams Belang, SP.A, Groen en PVDA plotsklaps schouder aan schouder.

Is het een voorafname op de komende vijf jaar? Nu het Vlaams Belang zich op economisch vlak duidelijker links van het centrum profileert, staat de partij van fractieleider Chris Janssens dicht bij de oppositiepartijen aan de linkerzijde van het halfrond. Op socio-cultureel vlak staat het grote blok van Vlaams Belangers dan weer klaar om de voor hen veel te progressieve maatregelen van minister van Samenleven Bart Somers en co. af te schieten.

De vraag is of het team van Jan Jambon die aanvallen ongedeerd en zonder geruzie kan doorstaan. De regeringsleider hoopt het in ieder geval wel. ‘Ook al zitten hier collega’s die het niet eens zijn met alle voorstellen die in ons akkoord zijn opgenomen, toch durf ik hen vandaag oproepen mee te werken aan plannen die dat doel helpen bereiken. Dat zijn we, als vertegenwoordigers van het Vlaamse volk, toch aan de Vlamingen verschuldigd.’

Applaus.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content