Jan Jambon: ‘Ik heb geen uitspraken over dansende moslims gedaan’

De uitspraak van minister Jan Jambon, dat een significant deel van de moslimgemeenschap op straat danste na de aanslagen van 22 maart, zorgt voor ophef. ‘Jambon zal met een goede uitleg moeten komen op de volgende ministerraad of in het parlement.’ Jambon zelf stelt dat hij niets over dansen gezegd heeft.

Afgelopen weekend betreurde minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA) in een interview met De Standaard dat een ‘significant deel van de moslimgemeenschap’ op straat danste na de aanslagen van 22 maart. ‘Dat is het echte probleem. Dat migranten van de derde of vierde generatie zich openlijk tegen onze samenleving keren en daarbij bereid zijn om geweld te gebruiken of goed te praten.’

Een uitspraak die veel reactie met zich meebracht. Vooral de zin ‘dat er in bepaalde wijken in Brussel straatfeesten plaatsvonden na de aanslagen in Brussel’, kon op veel onbegrip rekenen.

Elsene

Premier Charles Michel (MR) verdedigt Jambon: ‘Ik bevestig dat er wel degelijk steunbetuigingen aan de daders van de aanslagen geweest zijn’, aldus Michel. Volgens hem was de Nationale Veiligheidsraad daarover ingelicht. Wel benadrukt hij dat die steunbetuigingen ‘van een kleine minderheid kwamen en dat er geen veralgemeningen moeten worden gemaakt.’

Waar precies de jongeren ‘dansend op straat kwamen’, is onduidelijk. ‘Om stigmatisering te vermijden gaan we niet zeggen in welke straat of wijk de incidenten voorvielen’, verduidelijkt Jambons woordvoerder, Olivier Van Raemdonck, aan De Standaard.

‘Wij hebben absoluut geen weet van zulke incidenten in onze zone’, zegt Johan Berckmans van de politiezone West (waartoe Molenbeek behoort) in de krant. Al voegt hij er wel aan toe dat dat niet wil zeggen dat het niet gebeurde. In de politiezone Brussel Hoofdstad Elsene had er de avond van 22 maart wel een één incident plaats. De politie zou twee jongeren hebben gearresteerd en vervolgens zou het parket een onderzoek zijn gestart. Maar dat werd niet officieel bevestigd. En ook concrete informatie over een mogelijk incident aan het Klein Kasteeltje bestaat er niet.

‘Concrete informatie of excuses’

Hoewel vooral de oppositie scherp was voor Jambons uitlatingen, waarschuwde ook de federale ministers Alexander De Croo (Open VLD)en Kris Peeters (CD&V) voor veralgemeningen. ‘Ik ken zelf de feiten niet, maar Jambon zal wel met een goede uitleg moeten komen op de volgende ministerraad of in het parlement. We zullen hem daar ook naar vragen’, aldus Peeters

‘Je zou verwachten dat een minister van Binnenlandse Zaken feiten op tafel legt’, reageerde Groen-voorzitter Meyrem Almaci. ‘Er is een probleem van radicalisering, zeker. Maar dat moet je dan heel precies benoemen. Met dit soort gratuite uitspraken zet je een hele gemeenschap in de wind’, klinkt het. Zij eist ofwel concrete informatie of excuses.

Straatfeesten

Volgens Apache.be is hier geen sprake van een uitschuiver van Jambon. Zo zou de minister op 30 maart tijdens een bezoek in Den Haag gelijkaardige uitspraken hebben gedaan. ‘De dag van de aanslagen in Zaventem en Brussel waren er in bepaalde wijken van Brussel straatfeesten. Geen rouwfeesten. Straatfeesten.’ (AVE)