Jan Jambon: ‘Eén vraag houdt me bezig: hoe zijn die kerels aan onze radar ontsnapt?’
Sinds de aanslagen in Parijs en de link met ons land is de naam van Jan Jambon bekend tot op de redacties van The New York Times en Le Monde. De minister van Binnenlandse Zaken zei dat de situatie in Molenbeek niet meer onder controle is, maar predikt kalmte. Al geeft ook hij toe dat het voor de Belgische veiligheidsdiensten ontnuchterende dagen waren: ‘We zijn met de neus op de feiten gedrukt.’
Minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA) was van plan om de avond van vrijdag de dertiende onbekommerd door te brengen.’s Avonds had hij met zijn kabinetschef Herman De Bode in Brussel een tafeltje gereserveerd, ‘om iets te vieren’. Maar het aperitief was amper besteld of de minister werd van de tafel weggeplukt: het eerste nieuws van de aanslagen in Parijs had Brussel bereikt. Een halfuur later had Binnenlandse Zaken al de eerste contacten gelegd met de Franse autoriteiten, en had de federale politie de eerste grenscontroles al uitgevoerd. Om halftwee ’s nachts was het Crisiscentrum operationeel, en kon Jambon naar Brasschaat, voor een wel erg korte nachtrust: zaterdag om halfzes begon een nieuwe en zo mogelijk nog hectischer dag.
Het hele weekend lang was Jambon alomtegenwoordig op radio en tv: om de bevolking gerust te stellen en in te lichten, maar ook om vragen te trotseren waarop hij niet kon of mocht antwoorden. Tussendoor ging hij snel heen en terug naar Parijs, voor een ontmoeting met zijn Franse ambtsgenoot Bernard Cazeneuve. Dat was nodig, want de internationale pers schildert België dezer dagen af als de zwakke schakel in het Europese veiligheidssysteem. Parijzenaren hadden vrijdagavond al gezien dat minstens een van de wagens waarmee de terroristen zich verplaatsten een Belgische nummerplaat had. Ze hadden helaas gelijk.
Jambon: “Toch ontken ik dat mijn Franse collega mij op het matje heeft geroepen. Integendeel, hij heeft ons gefeliciteerd omdat we er zo snel bij waren met onze grenscontroles. Natuurlijk hadden de Fransen liever gezien dat wij die kerels uit Molenbeek tijdig hadden gevat. Maar Cazeneuve weet ook dat Mehdi Nemmouche, de vermoedelijke dader van de aanslag op het Joods Museum in Brussel, uit Frankrijk kwam en dat ook hij door de mazen van de Franse veiligheidsdiensten was geglipt. Dit soort terrorisme kent geen grenzen. In plaats van elkaar de zwartepiet toe te schuiven, moeten we vooral lessen trekken uit wat er gebeurd is. Vandaar dat wij en de Fransen hebben afgesproken dat we nog meer informatie zullen uitwisselen.”
‘Ik kan niet zeggen wat ik hierover denk’
De Britse zakenkrant Financial Times vestigde er als eerste internationale medium de aandacht op: ‘Het is de vijfde keer in achttien maanden dat België wordt gelinkt aan een belangrijke terroristische aanslag.’ Zeer pijnlijk voor de reputatie van ons land, en zo te zien niet eens onterecht.
“Kijk, geen enkel land kan honderd procent veiligheid garanderen. En ik geef toe: we hebben een zekere reputatie, omdat van alle Europese lidstaten vanuit België in verhouding het grootste aantal Syriëgangers is vertrokken. Maar die uitstroom is min of meer stilgevallen. Dat komt door het uitstekende werk van onze local taskforces. Alleen in Brussel en in Molenbeek lukt dat dus niet.”
Het Belgische probleem is dus eigenlijk de Brusselse ziekte. Wordt het geen tijd om een einde te maken aan de oude Brusselse baronieën?
“Ik kan niet zeggen wat ik hierover denk, want dan schiet men mijn plan af als ‘een N-VA-manoeuvre’. Ik kan maar herhalen wat ik vorige week dinsdag, drie dagen voor de aanslagen, heb gezegd tijdens een debat van de Europese denktank Politico: ‘Brussel is een relatief kleine stad met 1,2 miljoen inwoners. Toch hebben we er zes politiezones en negentien gemeenten. Hoeveel politiezones heeft New York, een stad met 11 miljoen inwoners? Eén’.”
Tijdens datzelfde debat van Politico zei u dat u bang was voor een lone wolf, een terrorist die in z’n eentje werkt, maar dat u ervan uitging dat de Belgische veiligheidsdiensten de terroristische netwerken in kaart hadden gebracht. Dat bleek ijdele hoop.
“Toen we erin geslaagd waren om de terroristische cel in Verviers uit te schakelen, dachten we inderdaad dat we in staat waren om de activiteiten van de netwerken te monitoren. De actie in Parijs heeft helaas bewezen dat er toch nog gaten in het net zitten. We zijn met onze neus op de feiten gedrukt. Maar dat neemt niet weg dat de geïsoleerde, vervreemde jongeman die in de eenzaamheid van zijn kamer de vreselijkste plannen maakt, nog veel moeilijker te pakken is.”
Was u honderd procent zeker van uw zaak toen u groen licht gaf voor de actie in Verviers?
“Ik heb die ‘go’ niet gegeven. Het komt niet aan een minister toe om groen licht te geven voor een gerechtelijke en politionele actie van de omvang. De dag voordien werden de eerste minister, de minister van Justitie en ik ingelicht over wat er zou gebeuren. Op het moment dat de politie in actie kwam in Verviers, zaten wij in het parlement. Denk niet dat ik vanaf de Kamerbanken een knop op mijn gsm heb ingedrukt: go-go-go! Zelfs Catherine De Bolle, hoofd van de federale politie, beslist dat niet in haar eentje. Het is gebeurd in samenspraak tussen de verantwoordelijke magistraten, het federale parket, OCAD (Orgaan voor de Coördinatie en de Analyse van de Dreiging, nvdr.) en de Staatsveiligheid.”
‘Het zou dom zijn IS-strijders met asielzoekers mee te sturen’
Het vermoedelijke brein achter de aanslag in Parijs, Abdelhamid Abaaoud, had ook de aanslag beraamd die de terroristen uit Verviers moesten uitvoeren. U krijgt hem maar niet te pakken.
“Als hij in België komt, zal hij niet lang op vrije voeten zijn. Maar de opdrachtgevers van terroristen die vanuit ons land opereren, zitten meestal in het buitenland. De groep van Verviers werd vanuit Griekenland aangestuurd. En de plannen voor de aanslagen in Parijs zouden in het Syrische Raqqa zijn gesmeed, het hoofdkwartier van de Islamitische Staat.”
Uit de identiteitspapieren van de dode terroristen zou blijken dat enkelen van hen als vluchteling de EU zijn binnengekomen. Onlangs zei Jaak Raes, hoofd van de Staatsveiligheid, in een gesprek met Knack dat hij niet geloofde dat veel IS-strijders zo Europa proberen binnen te komen. Werd ook die dreiging onderschat?
“Vergeet nooit dat het verhaal van ‘duizenden als vluchteling vermomde IS-strijders’ door de IS zelf de wereld werd ingestuurd. Ik heb het nooit geloofd. De IS pochte ermee dat ze 4.000 strijders met de vluchtelingen zouden meesturen, maar haar hele leger bestaat uit amper 30.000 manschappen. Zij kunnen zich het vertrek van zoveel soldaten niet veroorloven. Bovendien zou het bijzonder dom zijn, want ze weten ook dat de identiteit van elke asielaanvraag wordt gecontroleerd. In België gebeurt dat niet alleen door de Dienst Vreemdelingenzaken, maar ook door de databanken van de federale politie. De IS heeft genoeg andere kanalen om haar mensen ongezien de EU binnen te smokkelen.
Wat doet u met teruggekeerde Syriëstrijders?
“Als zij bij het leger van de IS hebben gevochten, komen ze voor de rechtbank. Net zoals we Sharia4Belgium voor de rechter hebben gebracht. België heeft als enige EU-lidstaat geradicaliseerde moslims veroordeeld.”
Socioloog Luc Huyse vergeleek de Syriëgangers van vandaag met de Oostfronters van vroeger: het zijn geradicaliseerde jongeren die ook na het uitzitten van hun straf opnieuw ingepast moeten worden in onze samenleving.
“Daar ben ik het mee eens. Wie een fout heeft begaan – en het opnemen van de wapens voor de IS is een zéér zware fout – komt in dit land voor de rechter. Maar in een democratische staat zijn de straffen per definitie redelijk en genuanceerd. Ook bij Sharia4Belgium zagen we straffen die varieerden van vijftien jaar effectief tot een paar jaar voorwaardelijk. Er komt dus altijd een dag waarop die ex-Syriëstrijders de gevangenis zullen verlaten.”
“Bij die ’terugkeerders’ onderscheid ik twee groepen. De kleinste bestaat uit ongeveer drie op de tien ex-Syriëgangers. Het gaat om mensen die totaal gedegouteerd zijn door wat ze ginds hebben gezien en meegemaakt. Die kerels – of die dames, want er zijn intussen ook best wat vrouwen mee afgereisd – kunnen ons schitterende diensten bewijzen. Ze kunnen hun verhaal vertellen aan jongeren die vatbaar zijn voor de lokroep om naar Syrië te gaan. Helaas komt de grootste groep terug met een missie: vroeg of laat willen ze hier de strijd verder zetten. Alleen weten we niet wanneer ze in actie zullen komen. We mogen dus niet naïef zijn, en we moeten ze laten volgen door de federale politie en de veiligheidsdiensten.”
Zijn we nu in oorlog met de IS of niet? De Franse president François Hollande meent van wel, terwijl schrijver David Van Reybrouck vreest dat Hollande zo in de val trapt die de terroristen voor het Westen spannen.
” Het is toch vooral de tegenstrever die de oorlogsretoriek hanteert en beetje bij beetje oorlogstechnieken toepast. De IS haalt vliegtuigen uit de lucht, en laat op ongewapende burgers schieten en bommen ontploffen.”
Als een NAVO-lidstaat zegt dat hij in staat van oorlog verkeert, kan dat betekenen dat het cruciale artikel vijf van het NAVO-handvest in werking treedt: dan zijn alle andere lidstaten van het bondgenootschap verplicht om militair bij te springen.
“Ik ben nogal terughoudend over het gebruik van ‘artikel vijf’. Het is opgesteld in de context van de Koude Oorlog, met het IJzeren Gordijn als een zeer zichtbare grens tussen ‘wij’ en ‘zij’. Vandaag is dat allemaal veel minder duidelijk geworden. Zeker, wij hebben mee een coalitie op de been gebracht, en in Wenen werken wij mee aan een diplomatieke oplossing voor Syrië. Maar aan een onderhandelingstafel sta je pas sterk als de andere partijen weten dat je ook militair ferm uit de hoek kunt komen. Dat wil niet zeggen dat ik voorstander ben van overhaaste militaire operaties: ik ga ervan uit dat er pas opgetreden wordt onder een duidelijk omschreven mandaat van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties.”
Gaan we straks geen Sinterklaas meer vieren? Gaan we alle kerstmarkten sluiten? Nee toch?
‘U zult mij niet snel begrijpen als beschavingsoorlog horen hanteren’
Intussen is afgesproken dat het Belgische fregat Leopold I een Frans vliegdekschip naar het Midden-Oosten zal escorteren. Willy Claes, gewezen secretaris-generaal van de NAVO, vindt het onverstandig om dat na Parijs te doen: ‘Je geeft de fanatici van de IS een stok om mee te slaan.’
“Het níét doen zou pas onverstandig zijn, want daarop mikt de IS natuurlijk: dat wij onze levensstijl en onze democratisch genomen beslissingen zouden aanpassen of terugdraaien omdat wij te allen prijze een IS-aanslag willen vermijden. Gaan we straks geen Sinterklaas meer vieren? Gaan we alle kerstmarkten sluiten? Nee toch?”
U ziet niet onmiddellijk een ‘strijd tussen de beschavingen’ losbarsten?
“U zult mij niet snel zwaarwichtige begrippen zoals ‘een beschavingsoorlog’ horen hanteren. Laten we maar met de voeten op de grond blijven. Zeker, alle politie- en veiligheidsdiensten zijn in de hoogste staat van paraatheid gebracht, en bij sommige grote manifestaties zou het kunnen dat je identiteit gecontroleerd wordt, waar dat vroeger wellicht niet hoefde. Maar verder gaan we zeker niet. Natuurlijk zijn we allemaal bezorgd, maar angst en paniek zijn dan de slechtste raadgevers. Nogmaals, we moeten vooral kalm en koelbloedig blijven.”
Zullen deze aanslagen niet tot verhitte Kamerdebatten leiden? Het Vlaams Belang vroeg al het ontslag van justitieminister Koen Geens en van u.
“De ervaring leert mij dat de Kamer bij drama’s zoals de aanslag op de Thalys spontaan aanvoelt dat het geen tijd is voor spelletjes tussen meerderheid en oppositie. Ik denk ook niet dat het in het belang van de PS is om de oorlogstrom te roeren over Molenbeek? Dat neemt niet weg dat ik kritische vragen verwacht over wat er gebeurd is en wat er voorkomen had kunnen worden. Dat is trouwens de rol van het parlement. “
Zijn er na het voorbije weekend nog vragen waar u mee worstelt?
“Jazeker. Eén vraag houdt me voortdurend bezig: hoe zijn die kerels aan onze radar ontsnapt? Hoe is het mogelijk dat we een groep met dergelijke intenties niet in het snotje hadden?”
Om de politie nog efficiënter te kunnen inzetten, hebt u een plan uitgewerkt waarin de privésector een groot aantal politietaken zal overnemen.
“Wie zegt dat? Wacht maar tot de plannen er zijn. Een aantal taken zal naar de privé gaan, maar niet één ervan zal een echte politietaak zijn. Het is niet omdat een journalist van De Tijd zoiets schrijft dat het waar is. We zullen de private bewakingsfirma’s níét laten patrouilleren in onze winkelstraten. Ze blijven natuurlijk werken voor de winkelketens die hun diensten inhuren, dat doen ze al tientallen jaren en daar is niets mis mee. Maar het is manifest fout om te zeggen dat de politie tijdens de koopjes niet meer aanwezig zal zijn op de Antwerpse Meir.”
‘Is een escorte van 30 paarden niet genoeg?’
Wilt u dan alleen kantoortaken uitbesteden?
“Vandaag staan er driehonderd politiemensen in voor de eigen human resources. Ik vraag me af of er geen nuttiger werk is voor speciaal opgeleide politie-inspecteurs dan de loonberekening van hun collega’s te doen. Waarom kunnen we dat niet uitbesteden aan een sociaal secretariaat? De politie brengt nu ook alle gestolen voorwerpen terug naar de slachtoffers. Is dat echt een politietaak? Bedrijven als bpost of bol.com brengen toch ook pakjes rond?”
De privésector werkt ook goedkoper dan de politie.
“Het is niet de bedoeling van mijn hervorming om te besparen, maar om de veiligheid te verhogen. Onlangs hadden we de Turkse president, Recep Tayyip Erdogan, op bezoek. Hij kreeg een escorte van ruim honderd manschappen te paard, in vol ornaat. (lacht) Kan dat soort show ook niet met dertig paarden? Maar voor een politieactie tegen mensensmokkelaars moeten we krabben om volk bijeen te krijgen.”
Vorige week was er in mijn eigen gemeente Brasschaat een betoging van honderd man tegen mij. Plezierig is dat niet
De onrust over de aanslagen en over de paraatheid van onze ordediensten komt op een moment dat er zenuwachtigheid is ontstaan over de komst van grote aantallen asielzoekers.
“Tegen wie zegt u het? Vorige week zondag was er in mijn eigen gemeente Brasschaat zelfs een betoging van honderd man tegen mij. Plezierig is dat niet. De overgrote meerderheid van de burgemeesters is wel bereid om ‘de maatschappelijke verantwoordelijkheid’ op te nemen. Maar ik heb er nog niet één ontmoet die mij zei: ‘Minister, mijn contingent bedraagt driehonderd man, maar maak er gerust vijfhonderd van.’ Gelukkig beseffen de meeste burgemeesters dat iedereen een deel van de inspanningen moet doen. Als sukkelaars aan de grenzen aankloppen, moet je je humanitair opstellen.”
De vraag is dan: wat is humanitair? U besliste dat elke vluchteling een badge moet krijgen. Die maatregel werd vergeleken met de invoering van de Jodenster.
“Ongelooflijk, niet? Ik begrijp er niets van. In de vluchtelingencentra moeten ze hun badge inderdaad zichtbaar dragen. En waarom ook niet? In het parlement draagt toch ook iedereen een badge? Maar daarbuiten natuurlijk niet, daar hoeven de vluchtelingen de badge alleen op zak te hebben. Die verplichting is in hun eigen voordeel. Als ze hun badge kunnen tonen als de politie dat vraagt, is er niets aan de hand. Zo niet moeten ze mee naar het politiebureau voor een controle van de vingerafdrukken en van hun papieren.”
Blijkbaar loont het politiek om een duidelijk, zo niet een gespierd beleid te voeren tegenover vluchtelingen. Een kwarteeuw geleden deed Louis Tobback het al, en na Maggie De Block merkt ook Theo Francken dat het hem geen windeieren legt.
“Vandaar ook dat ik de toespraak van Bart De Wever bij het openingscollege van Carl Devos in Gent geen uiting van populisme vond, zoals zijn tegenstanders beweerden. Ik zag vooral een politicus die zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid nam. Bart stelde de vraag die veel burgers zich al langer stelden, maar waarop vanuit de Wetstraat nog geen antwoord was gekomen: wat is het maatschappelijke draagvlak voor de opvang van vluchtelingen? Dat is geen evidente vraag, en het antwoord erop is nog veel minder gemakkelijk te geven. Maar het is nog altijd beter dan die kwestie niet op tafel te durven leggen. De standpunten waarvoor hij na zijn les in Gent verguisd werd, zijn nu op het internationale forum opgepikt. Niet omdat hij het gezegd heeft, maar hij verwoordde wat op meer plaatsen in Europa in de lucht hing.”
Wat waren dan zijn voornaamste inzichten?
“De hotspots (de eerste grondige controle van vluchtelingen aan een buitengrenzen van de EU, red.) en het sluiten van de Europese buitengrenzen.”
Europakenner Paul Goossens tweette over de sluiting van de buitengrenzen: ‘Good luck, want 66.000 kilometer, anderhalve keer de omtrek van de aarde.’
“Cijfers zeggen niet alles. Vóór de Schengenakkoorden waren niet alleen de Europese buitengrenzen maar ook de binnengrenzen gesloten. Er werden honderdduizenden kilometers grens bewaakt. En natuurlijk zal er straks niet langs de hele Europese buitengrens om de vijf meter een VOPO (Volkspolizei, naar de beruchte grenswachters van de DDR, red.) moeten staan. We voorzien in extra bewaking waar er bijzondere problemen zijn. Griekenland is niet in staat om al zijn eilanden alleen te bewaken, vandaar dat het Europese grensagentschap Frontex de Grieken helpt om hun moeilijke en poreuze grenzen te beveiligen.”
N-VA-staatssecretaris Theo Francken suggereerde: ‘Misschien moeten we de grenzen sluiten.’ VB-voorzitter Tom Van Grieken zei in Knack: ‘Ons land hoeft niet één vluchteling meer op te nemen.’ Ziet u nog een verschil?
“De N-VA stelt het gegeven ‘asielzoeker’ toch niet ter discussie? Wij willen de asielstroom aan de grenzen onder controle krijgen, en dat is ook in het belang van de asielzoekers zelf. Het probleem wordt toch totaal onbeheersbaar als we mensen weken of maanden door Europa laten zwerven? Om die miserie te vermijden, opteren we voor een aanpak aan de grenzen. Maar in onze gesloten buitengrenzen staan nog altijd poorten, hè. De toegang wordt natuurlijk gecontroleerd, maar ze zijn niet dicht. Wie in aanmerking komt als asielzoeker, blijft welkom. Aan de buitengrenzen gebeurt een eerste, ruwe triage. Albanezen of Macedoniërs raken in principe niet meer binnen, maar Syriërs wel.”
Blaast de N-VA niet te veel warm en koud over multiculturele thema’s? U kreeg op alle Kamerbanken applaus toen u Filip Dewinter van antwoord diende toen hij met de Koran zwaaide als bron van alle kwaad. Maar blijkbaar smeedde u zelf ooit plannen voor een N-VA-denktank over de islam, die geleid zou worden door de ‘islamhaters’ Wim van Rooy en zijn zoon Sam. Die laatste is nu de rechterhand van Dewinter.
“Die twee zaken staan volkomen los van elkaar. Toen ik nog N-VA-fractieleider was in de Kamer was ik inderdaad bekommerd om de toename van de radicalisering en het gewelddadig extremisme bij moslims. Ik vond en vind dit een relevant maatschappelijk thema. Ik was van mening dat de N-VA daarover extra expertise kon gebruiken, vandaar dat ik contact opnam met Sam van Rooy. Maar er was te veel verschil in mening, en daarom is de samenwerking niet doorgegaan.”
De woorden waarmee ik Dewinter van antwoord diende, kwamen recht uit de buik. In dit land wonen 600.000 moslims. Wie zoals Filip Dewinter denkt dat hij die mensen hier ooit weg krijgt, is crazy. Bovendien schilderde hij de hele gemeenschap zonder de minste nuance af als extreem gevaarlijk. Hoe idioot kun je zijn?”
Walter Pauli en Jan Lippens
Europa in oorlog
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier