De studiedienst van de PVDA brengt vandaag een top 50 uit van ‘bedrijven die het meest voordeel halen uit de spitstechnologie van ons belastingstelsel’. Knack-redacteur Ewald Pironet houdt de studie tegen het licht.
Al voor de negende keer komt de Partij van de Arbeid (PVDA) met ‘een top 50 uit van bedrijven die het meest voordeel halen uit de spitstechnologie van ons belastingstelsel’. De conclusie formuleren ze zelf zo: ‘De 50 Belgische bedrijven die kampioen zijn in het ontwijken van belastingen betalen een gemiddeld belastingtarief van 2,6%. De 1000 meest winstgevende bedrijven in België betalen een gemiddeld belastingtarief van 12,6%. (…) De gemiddeld 2,6% belastingen die de 50 meest profiterende bedrijven betalen, ligt mijlenver van 33,99%, wat de normale aanslagvoet voor de vennootschapsbelasting is. De kleine zelfstandigen betalen die 33,99% wel …’
Net zoals de vorige jaren is er iets fundamenteel fout aan deze studie. De cijfers kloppen voor de vennootschappen in kwestie, maar bijna altijd maken ze deel uit van een grotere groep en de studie houdt geen rekening met wat die andere vennootschappen van die groep aan belastingen betalen. Alles samen genomen betalen die meer belastingen dan 2,6 procent of 12,6 procent. Een concreet voorbeeld: volgens de PVDA-studie staan er vier ‘KBC-gerelateerde bedrijven’ in hun top 50: KBC Groep, KBC Ancora, MRBB (Boerenbond) en KBC Credit Investments , die volgens de partij respectievelijk een aanslagvoet hebben van 0,7%, 0%, 6,8% en 0%.
De realiteit is dat bedrijven doorgaans één vijfde tot één derde van hun winst aan de fiscus geven.
Zakenkrant De Tijd berekende voor de zomer al wat de twintig belangrijkste beursbedrijven in Brussel (de BEL20) aan belastingen betaalden en daar hoort KBC natuurlijk bij. Dan blijkt dat KBC meer dan 1 miljard aan belastingen betaalde, wat neer komt op een aanslagvoet van 29,8%. Niet al dat geld vloeit naar de Belgische schatkist, want die grote bedrijven zijn zo goed als altijd internationaal actief en dus betalen ze natuurlijk belastingen in de landen waar ze actief zijn.
De PVDA-studie maakt ook geen onderscheid voor holdings, zoals GBL en Ackermans & van Haaren, die heel wat bedrijven in portefeuille hebben. Die bedrijven betalen natuurlijk al belastingen in de landen waar ze actief zijn. Volgens de PVDA-studie betaalden GBL en Ackermans & van Haaren 0% belastingen, volgens De Tijd was de aanslagvoet van GBL 14,8%, van Ackermans & van Haaren 15%.
De PVDA-studie beweert dat de 1000 meest winstgevende bedrijven in België een gemiddeld belastingtarief betalen van 12,6% en dat er nog een hele reeks grote en belangrijke ondernemingen zijn die veel minder tot niets betalen. Dat is een vertekend beeld. Volgens De Tijd bedroeg de gemiddelde aanslagvoet van de BEL20-bedrijven 22,9 procent. De realiteit is dat bedrijven doorgaans één vijfde tot één derde van hun winst aan de fiscus geven.
Ondanks het feit dat de PVDA elk jaar weer wordt gewezen op de tekortkomingen van haar studie, blijft ze volharden. De noodzakelijke discussie over een faire en transparante fiscaliteit is daar niet mee gebaat.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier
