Hendrik Bogaert
‘Indien we de Catalaanse drang naar autonomie erkennen, moeten we het conflict naar Europees niveau brengen’
‘Het is niet op de huidige autoritaire wijze dat Madrid die drang naar meer zelfstandigheid in de kiem zal kunnen smoren’, schrijft Kamerlid Hendrik Bogaert (CD&V) over de crisis in Catalonië.
Het nieuws over de recente unilaterale onafhankelijksverklaring van Catalonië en de daaropvolgende verkiezingen, lijkt helaas hoe langer hoe meer op een schilderij van René Magritte; het is politiek surrealisme bij uitstek. Catalaans leider en verklaard president Carles Puigdemont vluchtte naar België, uit schrik voor een gevangenisstraf. Momenteel stelt hij voor om van hier uit een regering op te starten… Wat moeten we denken, als Vlaming en christendemocraat, en als Europees burger, van deze Spaanse heksenketel?
Indien we de Catalaanse drang naar autonomie erkennen, moeten we het conflict naar Europees niveau brengen
Vooreerst is het belangrijk te stellen dat ik er rotsvast van overtuigd ben dat men politici niet gevangen zet voor beleidsmatige beslissingen en daden, zelfs al is het maar enkele weken of maanden. Het spreekt voor zich dat het hier gaat om politieke daden: de organisatie van een referendum zou Puigdemont en zijn entourage niet hebben kunnen verwezenlijken moesten ze geen politieke beslissingsbevoegdheid hebben. En dat ze vervolgens gehandeld hebben naar het resultaat van dat referendum, is een logische politieke actie.
Of men akkoord is of niet met de stellingnames, verklaringen, en acties van de independantisten, politici in de gevangenis gooien is een daad van agressie die Madrid wellicht beter niet zou gedaan hebben; wenselijker is de dialoog te blijven voeren en pogingen te ondernemen om een geweldloze oplossing te vinden – dat is heus wel mogelijk.
Losbreken uit een natie
Over de essentie van de kwestie dan. Het onafhankelijkheidsstreven van de Catalanen is niet nieuw, het gaat om een sterke historische drang, een queeste naar autonomie, die niet ongerechtvaardigd is. Maar een regio die zich letterlijk losbreekt uit een natie binnen de Europese Unie, dat is niet vanzelfsprekend, en het is logisch dat de Madrileense autoriteiten zich enigszins beroepen op grondwettelijke en andere regels om dat te beletten.
Echter, hoezeer men in Madrid ook tracht, het is niet op de huidige autoritaire wijze dat men die drang naar meer zelfstandigheid in de kiem zal kunnen smoren. Indien er nog wat meer politiegeweld zou plaatsvinden, en in de toekomst nog enkele andere politici vastgezet worden, zou dat misschien wel de ontwikkeling van een burgerlijk politico-militair conflict kunnen veroorzaken.
Indien we de drang naar autonomie erkennen, of alleszins een correcte plaats willen geven, moeten we het conflict open te trekken en naar het Europese niveau brengen. In zo’n scenario moeten we even stilstaan bij het Europees Comité van de Regio’s (CvdR), dat in deze materie best een belangrijkere rol zou kunnen spelen. Haar voorzichtige, adviserende functie is te beperkt om werkelijk van enige impact en belang te kunnen spreken. Het is een Europese instelling die nog amper gekend is, en weinig impact heeft, maar misschien zou daar verandering in kunnen komen.
Europa moet wel niet “het Europa van 300+ regio’s” worden, dan zou het beslissingsproces moeilijk zo niet onmogelijk worden, maar het is ook niet de bedoeling dat enkel de natiestaten iets voor het zeggen hebben. De tussenlagen van steden en regio’s, belangrijk om in de context van meervoudige identiteit een morele connectie te kunnen garanderen en bestendigen met het Europese niveau, zijn hier van cruciaal belang.
Europa kan niet zelf en exclusief een band bouwen met haar half miljard inwoners. Het is trouwens ook beduidend om er aan te herinneren dat dit vervat zit in het ‘subsidiariteitsprincipe’, dat in het Verdrag van Maastricht (1992) staat, en waarmee men bedoelt dat beslissingen op zo doeltreffend mogelijke wijze moeten genomen worden op het meest optimale niveau: Europa, natie, of regio.
Hierbij is het essentieel dat beslissingen ‘dicht bij de burgers’ genomen worden indien dat het meest opportuun blijkt. Dat betekent dan ook dat de Europese gedachte in feite tweerichtingsverkeer is, en dat werd in een recent verleden wellicht te weinig benadrukt: natiestaten doen afstand van enige soevereiniteit naar het Europese niveau (naar ‘boven’), maar ook naar het regionale niveau (naar ‘beneden’). We zijn in Vlaanderen en België de feitelijke constitutionele pioniers van zulk een politiek model van gedeelde macht.
De Catalaanse uitdaging gaat immers niet enkel Spanjaarden aan, het is bij uitstek een vraagstuk dat ons allen aanbelangt.
De grote en nog steeds groeiende autonomie van Vlaanderen heeft in onze staatstructuur ervoor gezorgd dat burgers op vlak van identiteit werkelijk ‘meervoudig’ kunnen denken; van lokaal naar regionaal tot federaal niveau. We zijn dan zowel Gentenaar, Oost-Vlaming, Vlaming, Belg, Europeaan en wereldburger. In de ontwikkeling van dat specifieke model speelde de CD&V tijdens de voorbije decennia dé cruciale rol.
Het is in dit kader dat we moeten nadenken, en dat Europa een belangrijke rol kan spelen in het Spaanse conflict. De Catalaanse uitdaging gaat immers niet enkel Spanjaarden aan, het is bij uitstek een vraagstuk dat ons allen aanbelangt. Niemand wil een gewelddadig conflict in de straten van Barcelona, Lleida, en Girona; bijna iedereen wenst een vreedzame en duurzame oplossing. Velen hebben begrip voor de roep om meer autonomie van Catalonië, ik ben daar zeker niet ongevoelig voor.
De economische impact van de hete Spaanse herfst is Catalonië trouwens niet ontgaan: ongeveer 2000 ondernemingen hebben hun hoofdzetel uit Barcelona en andere Catalaanse steden verhuisd.
Mogelijkheden en tussenoplossingen
Indien zowel Europa haar rol speelt, en Madrid en Barcelona enige goede wil en verantwoordelijkheid tonen (beiden maakten immers fouten), bestaan er creatieve mogelijkheden en tussenoplossingen. In deze materie is zwart-wit denken immers uit den boze en zal enkel het innovatief denken een uitweg bieden. Als men de gematigde Catalaanse middenmoot kan bereiken, die geen extreme oplossingen wel, maar wel sereen en doordacht bestuur met meer autonomie, kan men ongetwijfeld de puur separatistische krachten politiek beheersen.
Zolang dat niet gebeurt, blijft de kans bestaan dat de vlam van het conflict weer ontwaakt, en steeds feller zal branden dan tevoren, want de ontevreden stemmen zullen niet vanzelf verdwijnen. Slechts een substantiële grondwettelijke tegemoetkoming vanuit Madrid, eventueel met Europese hulp of bemiddeling, zal het ongebreideld separatisme kunnen temperen. De huidige Catalaanse crisis is dan ook de ideale gelegenheid om een ietwat verouderd Spaans constitutioneel model te moderniseren, en een fris meerlagig kader te creëren dat niet enkel Catalonië, maar heel Spanje en Europa ten goede zal komen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier