In gesprek met onze redders: ‘Losse zwemshorts zijn een veel groter probleem dan boerkini’s’
Politici hebben, met hun gekissebis over de boerkini, van het zwembad een heet hangijzer gemaakt. Maar het zijn de redders – nu al een knelpuntberoep – die het mogen uitleggen. ‘Zwemmers zijn veel mondiger dan vroeger.’
In Vlaanderen zijn ongeveer 1260 redders actief in zwembaden, vertelt Hanne Neirynck, stafmedewerker bij het Vlaams Instituut voor Sportbeheer en Recreatiebeleid (ISB). ‘Maar we kampen al jaren met tekorten, al is dat heel plaats- en periodegebonden. Wanneer in mei de openluchtzwembaden openen, zijn er veel tijdelijke vacatures die moeilijk ingevuld raken.’
Je zou je kunnen afvragen of politieke spanningen rond de boerkini een rol spelen, maar volgens Neirynck hebben die er niet veel mee te maken. ‘Redders zijn wel het eerste aanspreekpunt. Bij een conflict moeten zij een oplossing proberen te vinden. Zwemmers worden ook steeds mondiger. Het reddersberoep kampt nog met een fout imago: veel mensen denken dat zij rustig vanuit hun stoel zitten te kijken, maar in realiteit hebben ze een heel grote verantwoordelijkheid. Ze moeten ook veel weekend- en avondwerk doen en het loon is niet overal even aantrekkelijk. Bovendien is de opleiding zwaar: je moet toch vrij sportief en sociaal vaardig zijn om het diploma te behalen.’
Om meer kandidaten aan te trekken, organiseert het ISB samen met de VDAB, RedFed en Sport Vlaanderen een traject voor werkzoekenden. ‘En we pleiten er ook voor om al in het secundair onderwijs een reddersopleiding te organiseren. Maar dat is nog toekomstmuziek.’
‘Ondergoed onder de zwemkledij kan echt niet’ – AMIR AKBARIAN (38) De Nekker, Mechelen
‘Op mijn 18e behaalde ik mijn reddersdiploma, in Iran. Mijn vader was zwembadmanager: hij leerde me al op mijn tweede zwemmen. Later ging ik aan de slag aan de universiteit, als landbouwingenieur. Toen ik in 2013 als vluchteling in België arriveerde, werden mijn diploma’s wel erkend, maar was mijn Nederlands niet voldoende om als ingenieur te werken. Dus werd het mijn tweede passie: redder.
‘Eigenlijk is er weinig verschil tussen zwembaden in Iran en in België: de reglementen zijn overal ter wereld dezelfde. Maar in 20 jaar tijd heb ik wel veel zien veranderen. Vroeger moest ik na sluitingstijd een paar emmers chloor in het zwembad spuiten, en het helemaal reinigen met een speciale stofzuiger. Dat gebeurt nu allemaal automatisch: een hele verbetering.
‘In de media wordt geregeld over boerkini’s gesproken, maar die zien wij hier eigenlijk nooit. Losse zwemkledij, zwemshorts bijvoorbeeld, zijn een veel groter probleem. In ons reglement staat dat alle zwemmers – mannen en vrouwen – aansluitende badkledij moeten dragen, om hygiënische redenen. Als je zwemmers op een vriendelijke, respectvolle manier terechtwijst, is er meestal wel begrip. We zien trouwens ook mensen die, om religieuze of hygiënische redenen, ondergoed dragen onder hun zwemkledij. Dat kan echt niet. Ik respecteer elke religie, maar als je hier wilt zwemmen, moet je ons huishoudelijk reglement volgen.’
‘Ik heb één keer een bezoeker in boerkini gezien’ – HELENA SIOKOS (22) De Ster, Sint-Niklaas
‘Ik studeer lichamelijke opvoeding en bewegingswetenschappen aan de UGent, tijdens mijn derde bachelor behaalde ik mijn reddersdiploma. Vorig jaar heb ik mijn eerste volledige seizoen in De Ster gewerkt. Het is veel toffer dan een gewone vakantiejob. Je bent buiten, hebt veel sociaal contact én je haalt er voldoening uit. Als ik een verdwaald kindje kan terugbrengen naar de ouders is iedereen blij. Hoewel: soms zijn mensen best ondankbaar. Dan trekken ze dat kind gewoon uit je handen, zonder iets te zeggen. Maar dat zijn uitzonderingen.
‘De eerste weken had ik veel stress, zeker op drukke dagen: wat als iemand zou verdrinken? Maar hoe langer je dit doet, hoe beter je het water leert screenen. Nu voel ik dat ik alles onder controle heb. Echte reddingen heb ik gelukkig nog niet hoeven uit te voeren. Soms moet ik jonge kinderen die zonder bandjes rondlopen wel extra in de gaten houden. Dan waarschuw ik hun ouders ook. Of ik moet eens iemand uit het water halen die bijvoorbeeld kramp heeft in zijn been. En in het hoogseizoen loopt dagelijks wel een kind verloren.
‘Vorige zomer heb ik één keer een bezoeker in boerkini gezien. Al ging ze niet echt zwemmen, ze was vooral bezig met haar kindje op het strand. Onder collega’s wordt daar amper over gesproken, ik denk dat politici er meer mee bezig zijn dan wij.’
‘Ik heb al aan paar keer héél snel moeten duiken’ – CHRISTOPHE VANWYNSBERGHE (42) Lago Olympia, Brugge
‘In een klein gemeentelijk zwembadje zou ik niet willen werken. Hier is altijd iets te doen. We hebben een topsportbad, een kinderbad, een wildwaterbaan, glijbanen, een openluchtgedeelte… De redders wisselen om het uur van standplaats, en maar goed ook. Op drukke dagen zit er veel volk in het recreatieve gedeelte. Vooral kinderen zijn dan zeer enthousiast, hen moet je constant in de gaten houden. Dan is het een verademing om na een uur naar het gewone zwembad te gaan.
‘We moeten vaak mensen redden, vooral kinderen. Ouders en grootouders zijn zich te weinig bewust van het gevaar. We zien zo vaak kleuters zonder zwembandjes. Eén onoplettend moment en ze sukkelen in de lagune. En het is helaas niet zoals in de films, waarbij ze wild om zich heen spartelen. Een kind zinkt meteen, je merkt dat bijna niet. Dat maakt deze job best stresserend: we moeten constant alert zijn. Gelukkig heb ik nog geen verdrinking meegemaakt, maar ik heb toch al een paar keer héél snel moeten duiken om iemand uit het water te halen.
Zwemmers zijn veel mondiger dan vroeger. Soms beginnen ze bijvoorbeeld te klagen als ze “hun” baantje moeten afstaan omdat een school komt zwemmen, terwijl er voldoende andere banen beschikbaar zijn. Toen ik als puber ging zwemmen, had ik genoeg aan één opgestoken vinger van de redder. Nu moeten we soms verschillende keren fluiten en roepen.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier