Bruno De Lille
‘Ik woon al 28 jaar in Brussel en de houding tegenover homoseksualiteit is nog nooit zo open geweest’
‘We zijn terecht ongeduldig maar verlies niet uit het oog dat de mentaliteit bij heel veel Brusselaars, van welke herkomst dan ook, wel degelijk positief evolueert’, schrijft Bruno De Lille over de acceptatie van homoseksualiteit in Brussel en Molenbeek. ‘Laten we dankbaar zijn voor al die mensen die elke dag hun nek uitsteken.’
Molenbeek zit nog maar eens in het nieuws en wordt door sommige twitteraars nog maar eens afgeschilderd als een gemeente waaruit je maar beter verhuist als je openlijk homo wil zijn. Want dat zou Johan Leman, de directeur van het interculturele centrum Foyer, gezegd hebben in een interview met De Standaard. Toen ik zijn verdediging op me nam (want hij heeft dat niet gezegd), kreeg ik ook de wind van voren. De hashtag ‘Soumission’ werd gretig gebruikt en men stond klaar om met de grove borstel door Molenbeek te gaan. Allemaal om ‘onze’ homo’s te beschermen natuurlijk.
Objectieve vaststelling
Kan je in Molenbeek als homo overal hand in hand lopen? Nee. Ook in de rest van Brussel of in Antwerpen of Parijs of Amsterdam of Berlijn of … kan dat trouwens niet altijd. Er zijn overal wijken waar je weet dat je wellicht problemen krijgt als je als man hand in hand met je man loopt.
Ik woon al 28 jaar in Brussel en de houding tegenover homoseksualiteit is nog nooit zo open geweest.
Als Johan Leman of ik zoiets zeggen, dan doen we gewoon een objectieve vaststelling. Ben ik daar blij mee, keur ik dat goed of aanvaard ik dat? Natuurlijk niet, ik ben al homo-activist sinds ik op mijn 19de uit de kast kwam dus er is geen haar op mijn hoofd dat er aan denkt van me daarbij neer te leggen. Maar ik weet wel dat het niet is door luid te roepen of te dreigen dat je die situatie zal veranderen.
Homofobe godsdiensten
Johan Leman heeft gelijk als hij zegt dat je eerst moet begrijpen wat het probleem is. Voor de slechte verstaanders: begrijpen is geen synoniem van accepteren. Voor je een oplossing kan aanbrengen, moet je eerst weten waar het schoentje knelt. Voor de meeste Twitterati is het duidelijk: het is de homo-onvriendelijke Islam die aan de basis ligt van alle homofobie en seksisme. De islam, net als het christen- en het jodendom, houdt inderdaad niet van holebi’s en transpersonen (LGBT+) als je er de heilige boeken op naleest. Maar net als de ene katholiek de andere niet is, is er een grote verscheidenheid bij de moslims. De ene zal het dus een grote zonde vinden, de andere ziet het probleem niet.
Macho
Uit Nederlands onderzoek blijkt trouwens dat religie wel vaak als verantwoording voor het aanvallen van LGBT+ personen gebruikt wordt (want ze weten wel dat dat niet mag) maar zelden de aanleiding is. Het heeft eerder te maken met het macho-gehalte van de daders. Een macho (M/V) is iemand die een duidelijk beeld heeft van hoe mannen en vrouwen zich (volgens hem of haar) moeten gedragen en die zich geroepen voelt om mensen die zich daar niet aan houden, te ‘corrigeren’. Bij de (jonge) Marokkanen in Molenbeek vind je nogal wat macho’s. Net als bij groepen als Schild en Vrienden trouwens, vandaar dat die het ook nodig vinden om LGBT+ mensen uit te leggen wat ze wel of niet mogen doen. Het is belangrijk om dat te weten. Als je de islam als basis-probleem ziet, dan zal je oplossing er anders uitzien dan als je een groep macho’s wil overtuigen.
Wetten zijn niet genoeg
Vandaar dat het niet genoeg is om wetten te hebben die ons als LGBT+personen beschermen. We hebben terecht hard voor die gelijke rechten gevochten en die wetten zijn ook nodig omdat ze het signaal geven dat de overheid vindt dat we gerespecteerd moeten worden. Maar ze zijn niet genoeg. Ten eerste omdat het moeilijk is de daders te pakken te krijgen. Als het over fysiek geweld gaat, dan lukt dat gelukkig geregeld. Maar de mannen die “sale pédé” riepen afgewisseld met kotsgeluiden (zoals ik ooit mocht meemaken) zijn weg voor ik de politie kan bellen. Ten tweede omdat je een mentaliteit niet onder dwang kunt veranderen. Als ze wel gesnapt worden, dan levert het hen eerder meer aanzien op in de ogen van hun vrienden dan dat ze hun ideeën gaan aanpassen. In het beste geval stoppen ze ermee, in het slechtste geval gaan ze er subtieler mee door.
Mentaliteit wijzigen
De snelle weg, extra politie en we kloppen de homofobie er wel uit, werkt dus niet. Je hebt hem nodig als stok achter de deur maar wezenlijk verandert er niks. Ik zou het wel anders willen maar een mentaliteit verander je stap voor stap.
Foyer
Foyer doet dat bijvoorbeeld door jongeren die afhaken van school, te begeleiden. Ze worden strikter opgevolgd, gaan naast het leren ook een ploegsport beoefenen en moeten aan vrijwilligerswerk doen. Zo worden ze uit hun bubbel gehaald en leren ze openstaan voor anderen en voor nieuwe ideeën. Johan Leman beschrijft ook dat ze bewust vrijwilligers inzetten van wie de mensen weten dat ze gay zijn. En hij heeft mij vroeger – als staatssecretaris die openlijk homo was – enkele keren uitgenodigd op gesprekken met jongeren en hun ouders zodat ze meteen zagen dat ook homo’s mensen van aanzien konden zijn.
Nooit gedaan
Er zijn in Molenbeek nog meer van dit soort initiatieven. Of het nu gaat over Molenbeekse scholen die jongeren van WJNH uitnodigen, de vereniging TADA die het thema ook niet uit de weg gaat of mensen als Malika Saissi die binnen het Gemeenschapscentrum vrouwengroepen begeleid en daar ook expliciet LGBT+onderwerpen aanhaalt. Doordat Molenbeek een aankomstgemeente is, is het werk nooit gedaan. Maar het gebeurt en … het levert resultaat op.
Nooit zo open
Want naast alle frustratie over het niet-snel-genoeg-gaan, wil ik eindigen met een positieve noot. Het gaat wel degelijk vooruit in Brussel. Nu zijn er inderdaad nog enkele wijken waar we nog niet welkom zijn, maar die buurten worden steeds kleiner. Ik woon nu al 28 jaar in Brussel en de sfeer is nog nooit zo open geweest. In de jaren ’90 deden ze in bijna elk café vervelend als je daar met je vriend zat te flirten en was bijna elke homocafé een bar waar je moest aanbellen omdat men zich zo onveilig voelde. Dat is niet meer het geval. Toen ik er in 2001 voor zorgde dat de Pride de eerste keer door het centrum van Brussel mocht trekken, werden er op een bepaald moment zelfs stenen naar de stoet gegooid. Vandaag is de Pride het grootste en meest gemixte event dat Brussel kent.
Ik werd staatssecretaris in 2009 en toen zocht een krant uit of er nog homo’s in dat Brusselse parlement zaten. Ze vonden er 4 maar geen van hen durfde met naam of foto in de krant. Vandaag maken alle partijen een LGBT-programma op. In 2002 kreeg de jongeman die met een LGBT+vereniging voor de mensen met roots in de Maghreb durfde beginnen, doodsbedreigingen. Vandaag zijn er meerdere van die bewegingen en zijn er in Brussel nooit meer Marokkaanse en Turkse LGBT+jongeren geweest die thuis open zijn en er ook aanvaard worden.
Nek uitsteken
We zijn terecht ongeduldig maar verlies niet uit het oog dat de mentaliteit bij heel veel Brusselaars, van welke herkomst dan ook, wel degelijk positief evolueert. Niet door te bruuskeren of door te dreigen. Wel met elke vrijwilliger (en dat hoeven geen holebi- of transmensen te zijn) die elke keer als het kan, praat en positieve voorbeelden toont. Met elke LGBT+persoon die voor de 1001’ste keer zijn coming-out doet en geduldig de vreemdste vragen beantwoordt en zo angst en afkeer wegneemt. Met elk Marokkaans meisje of Togolese jongen die uit de kast komt tov haar of zijn ouders en vrienden. Vaak zetten we zo iets moois in beweging. Maar het is niet makkelijk want soms lopen we hard tegen de muur. Laten we dankbaar zijn voor al die mensen die elke dag hun nek uitsteken. Ondersteun hen waar je kan. En help zo de zaken in beweging zetten.
Bruno De Lille is gewezen Staatssecretaris en Schepen voor Gelijke Kansen in Brussel. Hij is homo-activist sinds 1993.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier