Alexander De Croo (Open VLD)
‘Ik wil dit land opnieuw meer federaal maken, maar dan in de authentieke betekenis van het woord’
‘Herfederalisering is blijkbaar een taboewoord’, schrijft vicepremier voor Open VLD Alexander De Croo. Hij houdt een pleidooi voor een echt federaal België.
Kamerleden Veerle Wouters en Hendrik Vuye (ooit N-VA, nu onafhankelijk) hebben vastgesteld dat steeds meer stemmen pleiten voor een Belgische aanpak van moeilijke problemen, maar hebben het in een opiniestuk op Doorbraak over de ‘mythe van de herfederalisering’. Alexander De Croo voelt zich aangesproken en licht toe waarom hij pleit voor een echt federaal België.
Aftands belgicisme, terug naar het unitair verleden, heimwee naar het Belgique à papa,… de verwijten uit Vlaams-nationale hoek naar aanleiding van mijn uitspraken over de aanpak van het dossier van het Eurostadion zijn herkenbaar. Herfederalisering is blijkbaar een taboewoord. Maar toch, j’assume. Ik wil inderdaad het debat over herfederalisering op tafel. Ja, ik wil dit land opnieuw meer federaal maken, maar dan in de authentieke betekenis van het woord.
Ik wil dit land opnieuw meer federaal maken, maar dan in de authentieke betekenis van het woord
Als we de voorbije tijd één ding hebben gezien dan is het wel dat het Belgisch model niet perfect werd, net omdat het té confederaal is geworden. Dat zagen we al bij het CETA-akkoord, toen we ons internationaal te kijk zetten omdat ons land niet één maar zeven handtekeningen moest zetten onder een verdrag. Dat hebben we gezien bij de trage uitrol van 4G en de discussie over de stralingsnormen in Brussel. Dat stellen we vast in de discussie over de luchthaven van Zaventem, onze nationale luchthaven en belangrijke economische slagader. En dat zien we vandaag opnieuw. Onze bevoegdheden zijn exclusief opgedeeld en er is geen hiërarchie der normen. Dat zorgt ervoor dat blokkering een aanvaardbare en gebruikelijke onderhandelingsstrategie is geworden.
Confederalisme betekent immers dat besluitvorming enkel kan plaatsvinden op basis van unanimiteit tussen gelijken. Het is logisch dat dan iedere gesprekspartner in de eerste plaats vanuit het eigenbelang denkt en niet vanuit het gemeenschappelijk belang. Federalisme daarentegen betekent samenwerking, namelijk bevoegdheden organiseren op meerdere niveaus zodat zowel het belang van de delen als van het collectief aan bod komen. Net dat is mijn uitgangspunt.
Ik voel me helemaal niet aangesproken door zij die stellen dat we terug moeten keren naar de situatie van voor 1970.
Ik voel me dus helemaal niet aangesproken door zij die stellen dat we terug moeten keren naar de situatie van voor 1970. Het unitaire België zou geen lang leven meer beschoren zijn, omdat het te weinig rekening houdt met de taal, de cultuur en economische eigenheden van de deelgebieden. Maar in de centrifugale drang om zoveel mogelijk bevoegdheden te splitsen, zijn we vergeten een land en een beslissingsstructuur uit te tekenen waarin verantwoordelijkheid om problemen aan te pakken ook effectief wordt opgepakt in plaats van dat de hete aardappel voortdurend naar elkaar door te schuiven.
Het kan anders. Neem nu Duitsland, Canada, Zwitserland en de VS. Stuk voor stuk zijn het voorbeelden van welvarende economieën met groot aanzien op het wereldtoneel. En het valt op: het zijn allemaal federale staten. Al deze landen bevatten systemen waar de nationale staat de belangrijke lijnen kan uitzetten. Maar niemand zal zeggen dat bijvoorbeeld de eigenheid van Beieren niet meer bestaat, of dat het Frans in Quebec is uitgeroeid, of dat de krachtige directe democratie op lokaal niveau in Zwitserland buitenspel is gezet.
Federalisme verzoent de noodzaak van een efficiënt gemeenschappelijk optreden met een hoge graad van regionale en lokale autonomie. Het zorgt ervoor dat de overheid voor burgers en bedrijven meerwaarde genereert op het niveau dat daarvoor het meest geschikt is. Lokale problemen los je lokaal op, maar grotere problemen los je best op een hoger niveau op. Op die manier ontstaan er ook geen lacunes. Kijk naar het Klimaatakkoord van Parijs. De federale regering van Donald Trump nam de domme beslissing om de Verenigde Staten als land terug te trekken uit het verdrag. Als reactie zijn het nu de steden en de staten in de VS die vanuit hun eigen domein de strijd tegen de opwarming van de aarde mee aangaan. Ieder niveau kan zijn rol spelen, afhankelijk van de omstandigheden en noden.
Ik betwist dat een federalisme dat een nationaal belang kan laten doorwegen, staatsrechtelijk onwerkbaar is. Zo zouden bekwame professoren staatsrecht kunnen preciseren dat er vandaag in ons federalisme al een aantal van dergelijke mechanismen bestaan. De federale overheid kan bijvoorbeeld in de plaats treden van de deelstaten wanneer die het nalaten internationale milieuverplichtingen na te komen. Ook ten aanzien van Brussel kan de federale overheid dossiers naar zich toe trekken wanneer de hoofdstedelijke rol in het gedrang wordt gebracht. Het gaat weliswaar om beperkte uitzonderingen die zelden worden toegepast, maar het zou net interessant zijn om die pistes verder te bestuderen als een manier om uit patstellingen te geraken.
Ook in de EU kennen we het subsidiariteitsbeginsel. Dat betekent dat de bevoegdheid van de lidstaten wordt beschermd op gebieden die niet onder de exclusieve bevoegdheid van de EU vallen. Het stelt dat de EU enkel kan optreden wanneer de doelstellingen op het vlak van de omvang en de gevolgen van de actie niet voldoende door de lidstaten en beter op het niveau van de EU kunnen worden verwezenlijkt. De nationale parlementen en het Hof van Justitie waken over de toepassing van de subsidiariteit.
De oplossing is alleszins vele malen eenvoudiger dan het uitroepen van de onafhankelijkheid van een Republiek Vlaanderen. Voor ervaringsdeskundigen kan men steeds te rade gaan bij de Catalanen.
Niets houdt ons tegen om een gelijkaardige regel in onze staatsstructuur te organiseren: wanneer de federale overheid aantoonbaar beter gewapend is om een complex probleem aan te pakken, dan moet ze de zaak kunnen regelen. Dat zal natuurlijk institutionele creativiteit vergen, maar dat zijn we intussen wel gewend in België. De oplossing is alleszins vele malen eenvoudiger dan het uitroepen van de onafhankelijkheid van een Republiek Vlaanderen. Voor ervaringsdeskundigen kan men steeds te rade gaan bij de Catalanen. Je hoeft er tegenwoordig zelfs niet meer voor naar Barcelona maar vindt er hier ook in ons land een paar, zo’n succes is het ginder gebleken.
Een meer op samenwerking gericht federalisme is waar burgers en bedrijven terecht naar vragen. Gedaan met de voortdurende profilering, maar het mogelijk maken dat democratische keuzes op het geschikte niveau worden genomen en gerespecteerd. Ik wijs inderdaad ook op het voorbeeld van buitenlandse handel. Een radicale splitsing heeft ervoor gezorgd dat deelstaten nog altijd wapens kunnen exporteren naar Saoedi-Arabië, terwijl de federale regering het beleid ten aanzien van dat land verstrakt. En het zorgt ervoor dat onze Belgische diplomaten nauwelijks nog aan exportpromotie mogen doen. Alsof drie economische vertegenwoordigers van de gewesten in elk buitenland meer deuren doen openen dan één Belgische ambassadeur.
Verhoogt het plaatsen van andere verkeersborden in Vlaanderen en Wallonië echt de verkeersveiligheid?
Inzake mobiliteit wil ik meegaan in de kritiek dat de huidige bevoegdheidsverdeling complex is, maar dat is net het gevolg van de exclusiviteit in onze bevoegdheidsverdeling die statisch vastlegt wie op ieder klein domeintje bevoegd is. Het doortrekken van die scheuring is echter allesbehalve de oplossing. Verhoogt het plaatsen van andere verkeersborden in Vlaanderen en Wallonië echt de verkeersveiligheid? Hoe ontwarren we de verkeersknoop rond Brussel door nu drie aparte regeringen bevoegd te maken voor alles wat er op de weg gebeurt? Hoe zorgen we voor minder vertragingen op het spoor door de NMBS op te splitsen in drie aparte spoorwegmaatschappijen? Men mag het mij eens komen uitleggen.
Ik wil dus helemaal niet naar het verleden, maar voluit voor de toekomst kiezen. Het economisch succes van staten zal in de eenentwintigste eeuw in grote mate afhankelijk zijn van de vraag in hoeverre men kan inspelen op snelle veranderingen, in hoeverre men wendbaar is ten aanzien van de steeds complexer wordende vragen van de burger en in hoeverre men bereid is om democratische besluitvorming en transparantie effectief na te leven. Die staten zullen niet succesvol zijn door steeds meer muren tussen mensen op te trekken, maar door net samen te werken waar het kan en moet.
Federalisme is een succesvol recept, zowel voor Europa als België. Ik neem graag de handschoen op om dat ons land opnieuw die federale toekomst te geven die nodig is.
Subsidiariteitsbeginsel
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier