Zuhal Demir
‘Ik wil best met Di Rupo een dansje doen over een Belgische triomf tegen Wales, maar…’
Zuhal Demir (N-VA) vindt het niet hypocriet om tegen België te zijn, maar wel te supporteren voor de Rode Duivels. ‘De Belgische driekleur is niet mijn symbool als Vlaams-nationaliste, maar ik laat er de sfeer en gezelligheid op een feestje niet voor links liggen.’
Geachte heren,
Mag ik het even hebben over voetbal? Over wat het is. En over wat het niet is. Over hoe het de belangrijkste bijzaak is en daarom de grens met de hoofdzaken al eens overschrijdt.
Maar allereerst een bekentenis.
Ik zou liegen als ik zeg dat ik een groot voetbalkenner ben. Dat ben ik niet echt. Ik ken de buitenspelregel niet. Doe geen moeite om ze me uit te leggen. Ik vind ze niet zo heel erg boeiend. Ik leg me graag neer bij het oordeel van de mensen rond me op de tribune of voor het televisiescherm. Dat de scheidsrechter omgekocht is, bijvoorbeeld. Of dat hij ‘stront in zijn ogen’ heeft. Of erger, blind is. Als het op voetbal aankomt, zal ik de meerderheid zelden dwarsliggen.
Ik wil best met Di Rupo een dansje doen over een Belgische triomf tegen Wales, maar…
Ik mag er dan niet veel van kennen: nu ik opnieuw in Genk woon, zal ik weinig thuismatchen van KRC Genk missen. Ik houd namelijk van het gevoel dat voetbal bij mensen losmaakt. Iedereen vergeet even zijn job, de sleur en zijn miserie. “In de mijn waren we allemaal zwart”, zegt mijn vader steevast als het op racisme aankomt. Wel, op de tribunes van Genk zijn we allemaal blauw-wit. Advocaat, arbeider, minder-valide, Turk, Italiaan, Belg… Ik begrijp het belang van de business seats voor een club, maar u zal er mij niet snel in terugvinden. Je mist er veel. Voetbal is een feestje. Ik geniet intens van het sfeertje in en rond het stadion. Voetbal heeft de kracht gemeenschapsvormend te zijn en te verenigen. En er troept veel volk samen. Geen wonder dat het voetbal politici aantrekt als vliegen naar wat blijkbaar in de ogen van sommige scheidsrechters zit.
Voetbal vs politiek
Misschien is het ook daarom dat sommigen er deze dagen niet in slagen het spelletje van de politiek te scheiden. Sommigen zien in de overwinningen van de Rode Duivels de grote hoop heropleven voor een unitair België. Anderen zien er dan weer een aanslag in op de Vlaamse ontvoogdingstrijd. Beide kampen worden aangevuurd door een pers die graag in het potje roert en mensen met hun neus in de zelfverzonnen, simplistische realiteit duwt.
‘Is dat niet hypocriet van N-VA’ers? Tegen België zijn, maar wel supporteren voor de Rode Duivels’, vroeg een vriendelijke collega me onlangs. Het antwoord is eenvoudig: nee, dat is het niet. Net zo min als een voorkeur voor Italiaanse mode u verplicht om ook pizza lekker te vinden of een voorkeur voor Turks fruit het onmogelijk maakt om kritiek te hebben op de politiek van Turks president Recep Tayyip Erdogan.
De Belgische driekleur is een symbool dat gebruikt wordt bij het voetbal. Bij voorkeur gesponsord door een biermerk. Het is niet mijn symbool als Vlaams-nationaliste, maar ik laat er de sfeer en gezelligheid op een feestje niet voor links liggen. En die sfeer is nu eenmaal een stuk beter als Kevin De Bruyne (Hup Genk!) er eentje tussen de palen heeft getrapt.
In Nederland lopen ze dezer dagen maar wat graag met de Belgische driekleur en het opschrift ‘Bellug’ rond. Dat is heus geen opstoot van de Groot Dietse gedachte bij onze noorderburen.
Wie echter in dat vlaggenvertoon vaderlandse trots en herwonnen nationale eenheid meent te moeten zien, moet eens over de landsgrenzen kijken. In Nederland lopen ze dezer dagen maar wat graag met de Belgische driekleur en het opschrift ‘Bellug’ rond. Dat is heus geen opstoot van de Groot Dietse gedachte bij onze noorderburen. Het is een neveneffect van het jammerlijke feit dat Nederland niet naar het EK kon doorstoten. Bij gebrek aan oranje op het kampioenschap gaan ze voor the next best thing. En dat zijn blijkbaar zelden de Duitsers.
Wist u trouwens dat als het op nationale ploegen aankomt, ‘België’ veel bedrevener is in het korfbal dan in het voetbal? In het korfballen horen we bij de absolute wereldtop. En toch heeft niemand er ooit een staatszaak van gemaakt. U zal er dan ook de koning niet snel zien opdraven. Wie aan politieke recuperatie doet, moet zijn doelwitten goed inschatten. Maar meer dan een zielige poging zal het niet worden.
Bij het begin van dit schrijven heb ik me tot de heren gericht. Dat is misschien een beetje seksistisch. Ik merk echter dat het in de eerste plaats heren zijn die voetbal aan staatshervormingen willen koppelen. Net zoals mannen ook makkelijker op de vuist gaan omwille van een voetbalwedstrijd. Voetbal haalt de oude stamverhoudingen terug boven bij mannen. Dat is prima. Zolang het bij een gezonde uitlaatklep blijft.
Maar laat ons hoofdzaak en de belangrijkste bijzaak toch maar van elkaar gescheiden houden. Ik wil best met Elio Di Rupo (PS) een rondedansje doen over een Belgische triomf tegen Wales. Maar kunnen we het daarna dan weer gewoon hebben over de politieke staking waarmee hij de economie en de mensen van dit land schaadt? Dan zijn we meteen terug bij de criteria die er wel toe doen als het over de toekomst van ons land gaat.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier