Vrije Tribune
‘Ik heb nog nooit langer dan 10 nachten bij hetzelfde gezin geslapen’
”Kan niet aarden in een gezin’, zo staat er in mijn dossier. Maar hoe weten jullie dat, minister Vandeurzen? Ik heb nog nooit langer dan 10 nachten bij hetzelfde gezin geslapen.’
Journaliste en activiste Saskia Van Nieuwenhove is gespecialiseerd in bijzondere jeugdzorg. In briefvorm gericht aan minister van Welzijn Jo Vandeurzen vertelt ze hier het verhaal van de zesjarige Kjell*, in zijn eigen woorden. Zo wil ze aantonen dat de soms gebrekkige samenwerking tussen verschillende diensten wel degelijk gevolgen heeft, en dat crisisopvang vaak onnodig lang wordt ingezet.
Update: Ondertussen werd net voor de start van de Krokusvakantie een tijdelijke oplossing gevonden. Kjell wordt vanaf vandaag bij één van de zorgjuffen van zijn internaat geplaatst, daar waar hij ook al eens enkele keren een weekend in nood verbleef, deze zorgjuf krijgt nu een contract perspectief biedende pleegzorg tot augustus.
Dag minister Vandeurzen,
Mijn naam is Kjell, ik ben zes jaar. Mijn mama is ziek. Al een aantal jaar. Dat weten al uw diensten. Ik werd al twee keer voor verschillende maanden opgenomen in een Centrum voor Kinderzorg en Gezinsondersteuning (CKG). Mijn papa is al bijna drie jaar niet meer in mijn leven. Hij heeft mijn mama pijn gedaan, zoveel pijn dat de politie met twee grote combi’s moesten komen. Dat deed hij toen ik nog in de buik van mama zat, maar ook daarna. Dat jarenlang waardoor ik ook soms in de weekends met mama in een vluchthuis moest slapen. Die politiemensen hebben tussen 2010 en 2014 allemaal zaken over mij opgeschreven. Mijn papa moest uiteindelijk voor de rechter verschijnen en werd veroordeeld voor huiselijk geweld.
Voor mij is een school een plaats waar ik slaap, ik heb nooit anders geweten. Ik was nog geen drie jaar en ging op internaat. Dat wordt betaald door uw diensten. In al die papieren staat nu: ‘Na drie jaar kan Jongerenwelzijn niet meer financieel de kosten van het internaat dragen.’
Jullie zijn groot en ik ben klein, dus ik kan dat nu nog niet snappen, maar een begeleidingstehuis kost meer dan een internaat, en als ik daar naartoe moet, woon ik weer bij andere kindjes en andere volwassenen. Dat vind ik niet fijn want ik woon in het internaat.
Mama was een tijdje beter maar werd weer heel ziek voor de grote vakantie. Ik kon toen bij de directrice van mijn internaat blijven, ook soms bij de zorgjuf en ik werd vijf keer op kamp gestuurd. Vijf kampen heb ik gedaan, allemaal crisisopvang. In september werd mama residentieel opgenomen en sindsdien werd ik elk weekend in een ander gezin geplaatst.
‘Nog drie dagen en de school sluit voor een week. Niemand weet waar ik zal slapen.’
Ik moest elke vrijdag mee mijn tas maken. Aan de schoolpoort stond ik dan te wachten. Dan kwam er een mevrouw met bruin haar en krullen, dan weer een mevrouw met blond lang haar. Dan weer kort bruin haar. Die namen mij altijd mee naar een ander huis, met andere kindjes, een ander bed, en ander speelgoed. En soms kwam er gewoon geen mevrouw-pleegmama en dan mocht ik met de directrice mee.
Zij is heel lief en kon me niet op straat laten staan. Maar als er geen mevrouw-pleegmama kwam, was ze wel telkens heel verdrietig. Uw diensten weten toch al maanden dat ik een gezin zoek omdat mijn mama nu in het ziekenhuis woont?
In december had ik een heel goed rapport. “Schitterend rapport, Kjell” schreef mijn juf. Ik had goed meegewerkt, was beleefd, was vrolijk en lette goed op. Ik kan al tellen en schrijven.
In de kerstvakantie werd ik naar verschillende bedjes gestuurd. In het ene gezin mag ik schoentjes aan, in het andere gezin mag ik geen chips, in het andere gezin spelen ze veel buiten en in nog een ander gezin zitten ze veel op de spelletjescomputer. Het maakte mij een beetje bang en onrustig.
De laatste weken heb ik dan ook wel wat nota’s in mijn agenda. Met zo’n rode pen. Ik heb een kindje pijn gedaan en heb ook een paar keer niet geluisterd. Al die andere kindjes van mijn klas hebben een mama en een papa. Op internaat ben ik één van de kleinste kindjes. Dat maakt mij boos. Want weer weet ik niet waar ik volgende week tijdens de vakantie slaap.
‘Stel je voor, minister, dat u elke week niet zou weten waar u vrijdagavond zal slapen, elke week een ander bed en een andere mama.’
In het dossier dat uw diensten van mij hebben, staat nu “Kan niet aarden in een gezin“.
Maar hoe weten jullie dat? Want ik heb nog nooit langer dan tien nachten geslapen in één gezin. Nog nooit.
Stel je voor, minister, dat u elke week niet zou weten waar u vrijdagavond zal slapen, elke week een ander bed en een andere mama. Zou u dan niet opstandig, verdrietig zijn?
Nog twee dagen en de school sluit voor een week. Niemand weet waar ik zal slapen. Het enige dat ik weet is dat mijn mama erg ziek is en mijn papa mama en mij pijn heeft gedaan.
* Kjell is niet de echte naam van het kind, deze werd omwille van de privacy aangepast. De moeder van de jongen ging akkoord met de publicatie van deze tekst.
Update: Ondertussen werd net voor de start van de Krokusvakantie een tijdelijke oplossing gevonden. Kjell wordt vanaf vandaag bij één van de zorgjuffen van zijn internaat geplaatst, daar waar hij ook al eens enkele keren een weekend in nood verbleef, deze zorgjuf krijgt nu een contract perspectief biedende pleegzorg tot augustus.
De scherpste opinies van 2017
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier