Ianis Hagi, zoon van een superster: ‘Mijn vader kun je vergelijken met Messi, ik lijk meer op Zidane’
Racing Genk heeft er een attractie bij: Ianis Hagi, zoon van de legendarische Gheorghe Hagi, lijkt een speler aan wie de Limburgers nog veel plezier zullen beleven. ‘De vergelijking met mijn vader gaat nooit weg, maar ik lijd er niet onder.’
Hoe verover je een eigen voornaam wanneer je vader ‘de Maradona van de Karpaten’ wordt genoemd? Gheorghe Hagi was de beste Roemeense voetballer aller tijden, een topper uit het beginnende mondialiserende voetbal van de jaren tachtig en negentig. Hagi voetbalde voor FC Barcelona en Real Madrid. Regele – Roemeens voor ‘koning’ – stal de show op de Wereldbeker van 1994 in de Verenigde Staten.
Zijn twintigjarige zoon, Ianis, speelt sinds deze zomer bij Racing Genk, maar wie de kwikzilveren Roemeen aan het werk heeft gezien, begrijpt: dit is een speler die, als alles goed gaat, boven de Belgische competitie uit zal stijgen. De jonge Hagi stond al langer bekend als een van de grootste voetbaltalenten van Europa. Bij Genk konden ze nauwelijks geloven dat ze hem konden vastleggen. ‘Ik zal het compliment terugkaatsen: ik ben van mijn kant al even blij dat een mooie club zoals Genk interesse in mij had’, lacht Ianis Hagi, half gegeneerd.
Wat wist u over Racing Genk voor u tekende? Eerlijk zijn.
Ianis Hagi: Dat het een van de grotere clubs in België is. Dat Racing zo’n dertig jaar bestaat, een fusie is van twee kleinere clubs, en dat het verscheidene titels en bekers won. En dat de club ervaring heeft met Champions League-voetbal. Ik ben een voetbalfan, ik weet zulke dingen, maar zodra ik hoorde dat Genk geïnteresseerd was, heb ik extra opzoekingswerk gedaan. Natuurlijk. Ik ga niet om het even waar naartoe.
Basketbal is mijn tweede passie. Zodra het voetbal mij een beetje vrije tijd gunt, oefen ik mijn jumpshot.
Er waren nog clubs geïnteresseerd, dat is waar. Zij boden meer geld, maar ik vond het te vroeg. Genk is een ploeg die kansen geeft aan jonge spelers en die ze ook niet te snel afbrandt. Het lijkt me een ideale tussenstap naar de topcompetities. Ik had het geluk dat Viitorul Constanta, mijn vorige club, me vrij liet in mijn keuze. Ik kon zelf beslissen waar ik naartoe wilde.
De meeste spelers hebben bij een transfer niets in de melk te brokkelen. Hielp het dat uw vader trainer én eigenaar is van Viitorul Constanta?
Hagi: Nee. Spelers weten dat ze inspraak krijgen bij Viitorul, dat is de clubcultuur. Niet alleen het financiële telt. Het is tegelijk ook een manier om de beste Roemeense jongeren naar daar te lokken.
Anderlecht en Standard hebben ook geïnformeerd.
Hagi: Daar weet ik niets van. Niet alles wat in de kranten staat, klopt.
Uw vader ging bij Anderlecht op bezoek. Er zal toch wel iets van aan zijn geweest?
Hagi: Om af te tasten, misschien? Een concreet bod op papier kwam er niet, want dan zou ik het weten. Ik zou er tegen u niet over liegen.
Bent u een ambitieus man?
Hagi: Zeker. Maar ambities hebben is makkelijk, ze waarmaken is iets anders. Ik geloof in mijn kwaliteiten, en tegelijk besef ik dat talent niet volstaat. Want alle trainers zijn dezelfde: ze willen mannen met haar op hun tanden. Vechtjassen die er de kop voor gooien. Hier komt een cliché: ik háát verliezen. We kunnen hier samen een boom opzetten over mooi voetbal, maar als ik moet kiezen tussen lelijk winnen of mooi verliezen, dan weet ik het wel.
De Belgische competitie is geen cadeau voor een technische speler zoals u. Matchen zijn vaak fysieke veldslagen die worden gewonnen op duelkracht en doorzettingsvermogen.
Hagi: Dat kan, maar Genk staat als ploeg bekend om zijn technische, verzorgde voetbal. Ik ben minder geschikt voor vechtvoetbal. Maar met een technische, verzorgde ploeg het opnemen tegen vechtvoetballers? Dat zie ik gerust zitten.
Ik heb er de beelden opna gekeken, maar ik zou niet kunnen zeggen wat uw beste voet is. Bent u een van die zeldzame spelers die perfect tweevoetig zijn?
Hagi:(knikt) Rechts of links maakt mij niets uit. Mijn vader heeft dat erin gedrild: ‘Alles wat je met links doet, moet je ook met rechts kunnen, Ianis.’ Tot het een automatisme werd.
Grappig dat net hij daar zo op hamerde. Gheorghe Hagi was een fenomenale voetballer, maar zijn rechter gebruikte hij alleen om de bus op te stappen.
Hagi: Maar zijn linkervoet telde voor twee! (lacht) Ik weet niet of hij het een gemis vond, maar in elk geval stond hij erop dat ik tweevoetig zou worden. Daar moet ik hem dankbaar voor zijn, want het is inderdaad een enorm voordeel.
Waar moet u nog in verbeteren? Kracht, tactiek, snelheid van uitvoering?
Hagi: Alles. Ik kom nog maar kijken. Aan mijn fysiek moet ik zeker werken, al is het al wat verbeterd: twee jaar geleden was ik nog een magere spriet. Ik voel me bij Genk ook nog niet helemaal thuis op het veld. De chemie met de ploegmaats moet stukken beter.
Ik zag YouTube-compilaties van uw mooiste acties. De zidanebeweging – een pirouette met de bal onder de voetzool – is uw handelsmerk.
Hagi: Dat is instinct, ik heb er zelden of nooit op getraind. De ‘zidane’ is een handige manier om een tegenstander op het verkeerde been te zetten. Voor hij doorheeft wat er aan de hand is, ben je uit zijn bereik. Dat vind ik zo mooi aan voetbal: het buikgevoel dat overneemt. Ik denk nooit: nu ga ik eens die schijnbeweging doen. Het overkomt je.
Klopt het dat u ooit een hoekschop recht in het doel trapte? En het was blijkbaar de bedoeling.
Hagi: In de kwalificatie voor het EK met de Roemeense beloften, ongeveer een jaar geleden. De wind zat goed. Als ik dat merk, probeer ik altijd naar het doel te krullen. Voor een keeper zijn dat vervelende ballen. Eén tikje is vaak genoeg voor een doelpunt. Die keer ging de bal er rechtstreeks in. Dat schot in het net zien zoeven – het leek wel in slow motion – was genieten.
Heeft iemand u de Belgische play-offs al uitgelegd?
Hagi: Een van mijn beste vrienden is Razvan Marin, die vorig jaar bij Standard speelde en nu naar Ajax getransfereerd is. Via hem weet ik hoe het in elkaar zit. Roemenië kent trouwens een vergelijkbaar systeem: er is een play-off die over de titel beslist en een play-out voor degradatie. De punten worden gehalveerd: ook dat is niet nieuw voor mij.
Genk beleefde een prachtig seizoen. Het jaar na de successen verloopt vaak lastig.
Hagi: Daar is al veel over gesproken binnen de groep. We zijn de kampioen, maar je moet voetballen alsof je alles nog te bewijzen hebt. Het gevaar van zelfgenoegzaamheid lijkt mij niet groot. We zijn een jonge, hongerige groep. De meesten staan aan het begin van hun carrière. Als je dan al niet het volle pond kunt geven, wanneer dan wel?
Het wordt een druk seizoen, met de Champions League er nog bij. Liverpool, Salzburg en Napoli: dat is de top. We zijn geen favoriet, maar dat betekent niet dat we bij voorbaat geklopt zijn. Die grote teams zullen het niet cadeau krijgen tegen Racing Genk.
U krijgt deze vraag vast vaker, maar het maken in een sport waarin uw vader zo’n superster was, kan niet eenvoudig zijn.
Hagi: Dat is moeilijk, ja. Maar alles wat een mens graag wil bereiken, is moeilijk. Als ik nu toevallig een andere vader had gehad, zou ik dan zonder moeite profvoetballer zijn geworden?
Ik besef dat de vergelijking met mijn vader nooit weggaat. De lat ligt onmogelijk hoog, maar ik probeer dat te zien als een uitdaging. Ik ken ook niets anders, het is niet dat ik sinds gisteren Hagi heet. De druk hoort erbij. Ik lijd er niet onder.
Is hij nog betrokken bij uw carrière?
Hagi: Mijn vader heeft op het allerhoogste niveau gevoetbald, het is maar normaal dat ik gebruikmaak van zijn tips. We spreken elkaar voor en na elke match, zelfs na elke training. Mééstal volg ik zijn advies. (lacht) Hij beseft ook wel dat ik geen kind meer ben. Ik moet zelf mijn keuzes maken. De beslissing om naar Genk te gaan, heb ik alleen genomen. Hij was het ermee eens, maar het was mijn keuze. Het is mijn leven, hè. We hebben een normale vader-zoonrelatie, denk ik.
Mijn vader heeft mij nooit voorgetrokken. Ik moest top zijn of ik speelde niet.
Uw vader is lang uw trainer geweest, eerst op zijn eigen Gheorghe Hagi Academy, later bij Viitorul Constanta. Hoe was dat?
Hagi: Bijzonder. Op de club was hij de coach en ik een speler tussen alle andere. En wanneer we thuiskwamen, werd hij weer mijn pa. We hielden privéleven en voetbal strikt gescheiden. Hij heeft mij nooit voorgetrokken. Ik moest top zijn of ik speelde niet.
Pakte hij u harder aan dan de anderen?
Hagi: Dat weet ik niet. Hij is sowieso een strenge coach. Mijn vader eist maximale inzet, anders vlieg je eruit. Niet elke speler kan daarmee om, maar op zijn resultaten valt niets af te dingen: met Viitorul Constanta klom hij van derde klasse naar eerste. We werden Roemeens kampioen en wonnen de beker.
U bent te jong om hem als voetballer te hebben meegemaakt.
Hagi: Dat wel, maar ik heb veel wedstrijden gezien. We hebben een uitgebreide dvd-collectie, met zijn beste matchen. De speler Gheorghe Hagi ken ik vanbinnen en vanbuiten.
Ik denk spontaan aan zijn wonderlijke goal tegen Colombia op het WK van 1994. Een magistrale uithaal vanaf de zijlijn. De keeper viel mee in het doel.
Hagi: Wat een linker, hè. Mijn vader scoorde meestal van buiten het strafschopgebied. Hij had de gave om iets te zien wat een ander niet zag én om die ingevingen feilloos uit te voeren.
Zonder jullie te willen vergelijken qua niveau, maar lijkt u als speler op hem?
Hagi: Niet helemaal, veel mensen vergissen zich daarin. Mijn vader was een echte nummer 10. Hij had een fenomenale startsnelheid. Hij vertrok onverwacht en de verdedigers reageerden altijd te laat. Hij was een goeie dribbelaar – toch zeker tot zijn dertigste – maar oude ploegmaats zeggen me dat hij ook zelfzuchtig was. Ze kregen de bal pas als hij zich vast gedribbeld had. (lacht) Hij vindt zelf dat zijn speelstijl te vergelijken valt met die van Diego Maradona of Lionel Messi: een aanvalslijn op zichzelf die je de ruimte moet geven om zijn ding te doen. Ik speel op dezelfde positie, maar ik vul het totaal anders in. Ik ben meer een spelmaker. Waar mijn vader te weinig passes gaf, heb ik de neiging om er te veel te geven. Mijn gave is: kansen creëren voor andere spelers, de hele ploeg meetrekken. Mijn vader noemt me – en dit zijn zijn woorden, voor de duidelijkheid – een nummer 10 in de trant van Zinédine Zidane of Johan Cruijff.
Uw vader voetbalde in een ander tijdperk. Als je wedstrijden van toen herbekijkt, lijken die traag.
Hagi: Ik vind het voetbal nu meer gesloten. Vandaag weet elke ploeg van a tot z hoe de tegenstander speelt. Verrassen met de voeten is lastig geworden, snelheid en fysiek zijn daardoor belangrijker. Maar puur qua kwaliteit konden ze er vroeger ook wat van, moet ik zeggen. Als je de spelers van mijn vaders generatie naar het heden zou transporteren, die zouden brokken maken.
Roemenië had destijds een geweldige ploeg, met Dan Petrescu, Florin Raducioiu en Dorinel Munteanu, die nog bij Cercle Brugge heeft gespeeld.
Hagi: De Gouden Generatie! Hoogtijdagen voor het Roemeense voetbal, er wordt nog veel over gepraat. Ik heb het al gezegd: de lat ligt hoog.
Gheorghe Popescu, die bij PSV en Barcelona speelde, is uw oom. Wanneer uw familie een tuinfeest houdt, kan er maar beter een voetbalgoal in de buurt zijn.
Hagi:(lacht) Voetbal zit in ons bloed. Mijn oom en mijn vader kunnen dagenlang doorbomen over tactiek en trainingsvormen. Het is een genot om hen bezig te horen als ze op dreef zijn.
João Mendes hield het geheim dat hij de zoon van Ronaldinho is tot hij zijn profcontract tekende. De behoefte om een eigen naam te maken: begrijpt u dat?
Hagi: Eerlijk gezegd niet. Ik ben trots op mijn achternaam en op vaders carrière. Ik zou nooit willen verstoppen wie ik ben.
Uw perfecte Engels, met een fraai Brits accent erbovenop, verraadt een meer dan degelijke opleiding.
Hagi: Ik ben geboren in Istanbul, toen mijn vader bij Galatasaray speelde. Nadien hebben we gependeld tussen Roemenië en Turkije, naargelang waar het voetbal ons gezin bracht. Mijn ouders lieten me Engelstalig onderwijs volgen, ze wilden dat ik een kosmopoliet zou worden. Ik ging naar The British School van Boekarest.
Klinkt chic.
Hagi: Het leek mij een normale school, er zaten echt niet alleen miljonairskinderen of zo. Een open blik houden, andermans standpunten begrijpen: daar werd de nadruk op gelegd.
Wat had u gestudeerd als u niet in het voetbal was beland?
Hagi: Dat was ik basketballer geworden. Basketbal is mijn tweede passie. Zodra het voetbal mij een beetje vrije tijd gunt, oefen ik mijn jumpshot.
U bent niet alleen. Onder voetballers wordt de NBA even intens gevolgd als de Champions League.
Hagi: Mijn idool komt uit het basketbal. Ik spiegel me aan Stephen Curry (topspeler van de Golden State Warriors, nvdr). Zijn vader speelde ook in de NBA. De verwachtingen waren torenhoog, maar in zijn eerste seizoenen vond men Curry te klein en te frêle voor het profbasketbal. Hij zette door en werd uiteindelijk twee keer Most Valuable Player van de NBA, won drie titels en ontpopte zich tot de beste schutter aller tijden. Een mooi verhaal, maar Curry is ook een boeiende persoonlijkheid, zowel binnen als buiten het basketbal.
Curry neemt activistische politieke standpunten in. Hij is een fervent tegenstander van president Donald Trump.
Hagi: Over politiek moet je me niets vragen. Ik bedoelde veeleer: Curry is een man met waarden. Loyaal aan zijn club, beschermend voor zijn gezin, wars van extravagant gedrag. Hij is een goed mens.
Is het belangrijk om een goed mens te zijn?
Hagi: Je moet het proberen. Authentiek zijn vind ik een belangrijke waarde. Een sportman moet zichzelf niet opblazen, hij moet nederig in het leven staan. Wij zijn maar mensen net als iedereen.
Ianis Hagi
-1998 geboren in Istanbul, Turkije
-2014 profdebuut bij Viitorul Constanta (Roemenië)
-2016 transfer naar Fiorentina (Italië)
-2018 keert terug naar Viitorul Constanta en behaalt eerste selectie voor de Roemeense nationale ploeg
-2019 wint de Roemeens beker en maakt een transfer naar Racing Genk
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier