Peter Mertens (PVDA)
Hypocrisie in ’t Stad: commerciële billboards mogen, gratis publieke borden niet
‘De arrogantie waarmee het Antwerpse Stadsbestuur weigert publieke verkiezingsborden te zetten, verschilt niet veel van de houding waarmee ze kleine mensen aanpakt,’ schrijft Peter Mertens (PVDA+).
Onlangs was ik op bezoek bij een gezin dat woont op de vijfde verdieping van een appartement in de Antwerspe wijk de Luchtbal. Enkele maanden terug was er brand geweest, daar in de sociale woningen in de Boston-blokken. Maar, er zijn geen brandladders. “Weet je wat nog het ergste is”, vertelde Luis mij. “Niet die brand zelf, maar gewoon het gevoel dat wij niet mee tellen. Wij zijn onzichtbaar, we bestaan niet. Drie jaar lang al vragen we brandladders, maar er wordt gewoon niet geantwoord.”
Hetzelfde verhaal hoor ik bij Ella, die onlangs een rugscan moest laten nemen in de ZNA-ziekenhuizen, voordien stedelijke OCMW-ziekenhuizen, vandaag omgeturnd tot ‘autonome gemeentelijke bedrijven’. “Een scan is hier duurder dan in de private ziekenhuizen Peter, dat is toch niet normaal.”, vertelt Ella. Dat komt omdat de radiologen van de ZNA-ziekenhuizen zich mochten deconventioneren, dat wil zeggen dat ze de afgesproken tarieven van de ziekenfondsen niet langer moeten volgen en dus zelf hun opleg kunnen bepalen. “Ik ben blijkbaar geen patiënt meer, maar een cliënt, een numero“, zo krijg ik te horen.
Dit gaat om een houding. Wie verantwoordelijk is, moet verantwoordelijkheid dragen en zou wakker moeten liggen van zulke problemen, zou dag en nacht moeten bezig zijn tot die problemen zijn opgelost.
Alles wordt gecommercialiseerd, en nu zijn ook de verkiezingen zelf aan de beurt. VTM zendt een soap-reeks uit, deadline 14/10, met als thema veiligheid en als hoofdrolspelers de twee tenoren van de verkiezingen. Sociale oppositiepartijen bestaan in die soap niet, net zo min als Luis van de Luchtbal of Ella met haar peperdure rugscan.
Op de Handschoenmarkt heeft de hele voorzomer een spandoek van 77 vierkante meter gehangen van Bart De Wever. Dat kost handenvol geld en is alleen te betalen door de allerrijkste partijen. Net zoals die agressieve 20 m² affiches van het Vlaams Belang, oproepend tot gevangenisstraffen en gedwongen terugkeer. Nooit heb ik toen het argument gehoord dat zulke gigantische billboards “het straatbeeld ontsieren”, een “uiting zijn van 20ste eeuwse folklore” of “slecht zijn voor het milieu.”
Stuk voor stuk argumenten die wel gebruikt werden door het Stadsbestuur om de publieke verkiezingsborden te verbannen uit de Stad, een primeur in Europa zowaar. Een hypocriete houding: commerciële billboards mogen wel, gratis publieke borden zijn niet langer toegelaten. Het is niet moeilijk om te begrijpen dat dit in het voordeel speelt van partijen die wel tienduizenden euro’s aan hun campagne kunnen uitgeven.
De dédain en de arrogantie waarmee het Stadsbestuur weigert publieke verkiezingsborden te zetten, verschilt niet veel van de houding waarmee men Luis of Ella benadert. Als het om kleine mensen en kleine partijen gaat, dan geldt de voor-wat-hoort-wat retoriek. Basisrechten worden afhankelijk gemaakt van een hele rist plichten.
Het worden voorwaardelijke rechten: geen brandladders, met 22.000 aanschuiven op de wachtlijsten van de sociale woningen, onbeperkte opleg bij een rugscan, geen toegang tot een goede school in de buurt. Als het om grote mensen en machtspartijen gaat, dan hoor je die retoriek niet meer. Om het met een boutade te stellen: dan bestaan er enkel nog rechten, aftrekposten in de belastingen en 77 m² affiches.
Sommige mensen denken dat het de PVDA+ alleen maar om die verkiezingsborden gaat. Natuurlijk niet. Het gaat ons om het principe, om die houding. Bij verkiezingen zou men, in de mate van het mogelijke, alle partijen gelijk aan de start moeten laten verschijnen. Met min of meer gelijke media-toegang, zoals dat bij de nationale verkiezingen in Nederland gebeurt, of bij de presidentsverkiezingen in Frankrijk.
Vorige week werd op de redactie van een bepaalde krant nog gezegd dat de journalisten zich moesten toespitsen op ‘het essentiële’, met name ‘het duel tussen Patrick Janssens en Bart De Wever’. Gevolg: zo verdwijnen de andere partijen uit beeld, en zo verdwijnt ook de oppositie uit beeld terwijl iedereen ondertussen weet dat Janssens en De Wever na de verkiezingen niet zonder elkaar zullen kunnen en opnieuw met elkaar in zee zullen gaan.
Hetzelfde geldt voor de verkiezingsborden en de aanwezigheid in het straatbeeld. Dat is belangrijk voor alle inwoners die nog niet verbonden zijn met het wereldwijde web en het gekwekker op Twitter: in bepaalde wijken van de Stad zijn dat snel 30 tot 40 procent van de inwoners.
Waar er enkel commerciële borden hangen, verdwijnen sociale oppositiepartijen uit beeld. Het Stadsbestuur zou zich moeten opstellen als organisator van de verkiezingen, en bij uitstek haar eigen wetten moeten naleven die uitdrukkelijk stellen dat er publieke borden moeten worden geplaatst (artikel 49 van de politiecodex). Maar de partijen van de meerderheid laten zich verleiden tot partijpolitieke spelletjes, weigeren halsstarrig de eigen wetten toe te passen en verpakken die houding met een goedkope ecologische smoes.
Het Stadsbestuur heeft met de PVDA+ echter een verkeerde tegenstander uitgekozen. Het is genoeg geweest, genoeg voor Luis, genoeg voor Ella, en genoeg voor ons. Ook al kost het ons veel energie, inzet, juridisch opzoekwerk en geld, wij besloten om het bordenverbod van schepenen en burgemeester juridisch aan te vechten.
De Raad Van State gaf ons gelijk over de gehele lijn, en het bordenverbod van het Stadsbestuur werd geschorst. De Raad stelde dat wij een ernstig en niet te herstellen nadeel ondervinden van dat bordenverbod. Vanaf vandaag is het bordenverbod illegaal. Dura lex sed lex. Het valt nu af te wachten hoe het Stadsbestuur zal reageren.
Ofwel tonen de organisatoren van de verkiezingen zich groot, geven ze hun fout toe en plaatsen ze die borden. Ofwel blijven ze koppig vasthouden aan het eigen gelijk, ‘walk and don’t look back‘, weet je wel.
Wellicht zal men dan wachten op de extra gemeenteraad van 10 september om alsnog de politiecodex te wijzigen. Dat zou niet alleen betekenen dat het Stadsbestuur een volledige week in wetteloosheid handelt en de hoogdringendheid van de Raadsbeslissing gewoon naast zich neer legt, het zou ook betekenen dat men midden de verkiezingsstrijd alsnog de spelregels van de verkiezingen verandert. Alsof men aan de deelnemers van de 400 meter midden in de race zou zeggen: ‘Sorry makkers, het is 600 meter deze keer.‘
Dat kan dus niet. Bovendien is ook de Raad Van State duidelijk in deze wanneer zij verwijst naar het arrest van het Grondwettelijk Hof over het recht op affichering.
Wij kunnen alleen maar hopen dat het Stadsbestuur zich niet als slechte verliezer zal opstellen, en de toenemende commercialisering van de verkiezingen terugschroeft. Antwerpen heeft ook in deze een voorbeeldfunctie voor de rest van Vlaanderen. Dan kunnen de verkiezingen opnieuw gaan over de inwoners, over de grote problemen in de huisvesting, de gezondheidszorg, het onderwijs en de mobiliteit.
Er is een democratische ruimte nodig om dat debat te voeren, zo stelt de Raad Van State. Laat ons de democratische ruimte, dan kunnen verkiezingen opnieuw over inhoud gaan.
Peter Mertens
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier