Hendrik Vuye & Veerle Wouters
‘Hoe zwart is de zwarte Vlaamse Leeuw?’
Naar aanleiding van 11 juli omschrijven enkele linkse opiniemakers de Vlaamse strijdvlag als de collaboratievlag. Veerle Wouters en Hendrik Vuye dienen hen van antwoord.
Er is weer wat te doen over de Vlaamse Leeuw. Niet dat de Leeuw veel klauwt want hij zit in de politieke communautaire diepvries en hij lijkt nu zelfs op weg naar een nog op te richten museum. Wat meer strijdbaarheid zou de Leeuw sieren. Het is de Vlaamse Leeuwenvlag die aanleiding is tot een debat op sociale media. Nieuw is het debat niet, het duurt intussen bijna een halve eeuw.
Wat is er aan de hand? De vlag van de Vlaamse Gemeenschap is een zwarte leeuw met rode tong en rode (gelakte) klauwen op een gele achtergrond. Daarnaast bestaat de strijdvlag, dit is de zwarte leeuw op een gele achtergrond.
Karl van den Broeck, hoofdredacteur van Apache, omschrijft de strijdvlag als de vlag van de collaboratiebewegingen. Hij voegt er zelfs aan toe: ‘ik verwed er een bak bier op dat de promotoren van die vlag vandaag dat zeer goed weten’. Philippe Diepvents, directeur van de studiedienst van de socialistische vakbond ABVV, omschrijft de zwarte Leeuw als de ‘nazicollaboratievlag’. Professor Marc Van Ranst (KULeuven) zit op dezelfde lijn waar hij de strijdvlag omschrijft als een ‘puberaal concept’. Straffe taal die duidelijk uit linkse hoek komt.
Hoe zwart is de zwarte Vlaamse Leeuw?
Maar hoe zwart is de zwarte Vlaamse Leeuw nu eigenlijk? Om deze vraag te beantwoorden moeten we teruggaan tot de beginjaren van de Cultuurraad van de Nederlandse Cultuurgemeenschap. Dit parlement wordt in het leven geroepen door de eerste staatshervorming (1970). Het is de voorganger van het Vlaams Parlement. VU-parlementslid Evrard Raskin dient in 1972 een voorstel van decreet in tot instelling van de nationale symbolen van de Nederlandse Cultuurgemeenschap. Hij stelt een feestdag voor (11 juli), een volkslied (De Vlaamse Leeuw) en een vlag: ‘een klauwende zwarte leeuw op een gele achtergrond’. De bevoegde commissie zal het decreet eenparig goedkeuren, maar wijzigt ‘gele achtergrond’ in ‘gouden veld’.
Niemand neemt aanstoot aan de zwarte leeuw. De leeuw met rode tong en rode klauwen komt in de commissie aan bod, maar dit voorstel haalt het niet. Wel integendeel zelfs, in het verslag leest men dat de zwarte leeuw thans algemeen wordt aanvaard. De commissie besluit: ‘dat het aangewezen is als officiële vlag te aanvaarden deze vlag die thans feitelijk – en dit reeds sedert geruime tijd – als Vlaamse vlag wordt gebruikt’.
Tot verrassing van velen zal het debat in de plenaire geanimeerd verlopen. De socialistische fractie maakt nu wel bezwaar. Meer nog, het partijbureau van de BSP heeft fundamentele bezwaren. Jos Van Elewyck argumenteert dat de zwarte leeuw de vlag is van een partij, namelijk de Volksunie. Wim Geldolf stelt het scherp: ‘dat men ons morgen niet kome verwijten dat de Vlaamse socialisten slechtere Vlamingen zijn dan de andere. Als er een symbool moet komen van de Cultuurraad, dan zijn wij ook voor een symbool, en dan zal het de Vlaamse Leeuw zijn, maar het zal niet die Vlaamse Leeuw zijn die een partijsymbool is, maar de Vlaamse Leeuw die het symbool is van het ganse Vlaamse volk’.
Maurits Coppieters (VU) argumenteert dat de zwarte Leeuw geen VU-vlag is maar de vlag ‘van de Vlaamse beweging en van de Vlaamse ontvoogdingsstrijd’. Verder ontaardt het debat in procedurekwesties: men wil het dossier terugsturen naar de commissie, men vraagt om advies van de Raad van State en van de Heraldieke Raad, men betwist de bevoegdheid van de Cultuurraad, enzovoort. De socialisten krijgen steun van de liberalen (PVV) en uiteindelijk wordt het voorstel teruggestuurd naar de commissie. De parlementsleden van de Volksunie verlaten uit protest de zaal.
De commissie van de Cultuurraad zal het voorstel opnieuw bespreken en wint advies in. De Koninklijke Belgische Commissie voor Volkskunde, Nederlandse afdeling geeft een verdeeld advies. Een meerderheid stelt de zwarte leeuw voor om drie redenen: het is heraldisch verantwoord, het is de oudste vorm en deze leeuw sluit aan bij het ‘levende volksgebruik’. Een minderheid verwijst naar de heraldische evolutie en kiest voor de leeuw met rode tong en rode klauwen.
Tevens wordt advies gevraagd aan de wel zeer Belgische Raad van Adel. Dit orgaan, dat volgens het toenmalige koninklijk besluit (1844) in het Frans de misleidende naam draagt van ‘Conseil héraldique’, geeft advies over de erkenning en de bevestiging van adellijke titels en stelt onder meer de wijzigingen vast van de wapenschilden van de adellijke families. De bevoegdheid van dit orgaan blijft beperkt tot de heraldiek die de adel aanbelangt. Het is helemaal niet bevoegd om advies te geven in de keuze van de vlag van een deelstaat. Toch vraagt de minister van Buitenlandse Zaken advies aan de Raad van Adel. De adellijke raad kiest voor een leeuw met rode klauwen en rode tong en volgt zo het socialistische voorstel.
Uiteindelijk stemt de commissie voor de leeuw met rode tong en klauwen met tien stemmen tegen twee. In mei 1973 wordt het voorstel gestemd in plenaire vergadering van de Cultuurraad. Alleen de Volksunie stemt tegen.
De Vlaamse Leeuwenkwestie die vandaag nog steeds sommige gemoederen beroert, is het gevolg van een politiek spel van de socialistische partij vele jaren geleden. De socialisten willen gewoon een beetje rood in de Leeuwenvlag. Andere partijen hebben geen bezwaar tegen de strijdvlag. Het had dus anders gekund. Wat opvalt is dat gedurende deze moeizame besprekingen in de Cultuurraad niemand, ook de socialisten niet, de strijdvlag in verband brengen met de collaboratie. Het argument dat de socialisten gebruiken is dat het de vlag is van een partij, namelijk de Volksunie. Waar Karl van den Broeck, Philippe Diepvents en Marc Van Ranst hun mosterd halen is dus een raadsel.
Het is al te makkelijk om in een mensenrechtelijk gekleurd betoog de zwarte Leeuwenvlag te omschrijven als de collaboratievlag. Mochten deze linkse opiniemakers ook maar enige vertrouwdheid hebben met de rechtspraak van het Mensenrechtenhof, dan zouden ze weten dat er al meerdere arresten zijn geveld over polysemische symbolen en vlaggen. Dit zijn symbolen die meerdere betekenissen hebben. Zo is de rode vijfpuntige ster het symbool van communistische dictaturen, maar ook van linkse groeperingen die de democratische spelregels aanvaarden, oordeelt het Mensenrechtenhof.
Sommige opiniemakers menen dat ze nog steeds de Vlaamse beweging moeten reduceren tot de collaboratie
Dat is ook het geval voor de zwarte Leeuw. Het feit dat deze door collaboratiebewegingen is gebruikt, maakt van deze vlag helemaal niet de vlag van de collaboratie. Het is en blijft de vlag van de Vlaamse ontvoogding. Zo gebruikt de Légion Wallonie, opgericht door Rex van Léon Degrelle, de Belgische vlag in haar embleem. Moeten we hier dan ook even kort door de bocht gaan als de linkse opiniemakers het doen van zodra ze een zwarte leeuw op een gele achtergrond zien?
Het einde van Wereldoorlog II ligt meer dan 70 jaar achter ons. Toch menen sommige opiniemakers dat ze nog steeds de Vlaamse beweging moeten reduceren tot de collaboratie. Dit fenomeen is niet nieuw. Joost Ballegeer beschrijft hoe na Wereldoorlog II Franstalig België erin is geslaagd om de hele Vlaamse gemeenschap te culpabiliseren, terwijl Franstaligen die veroordeeld werden voor zware collaboratie bekeken worden alsof ze niet tot de Franstalige gemeenschap behoren (De Vlamingen, een volk zonder bovenlaag, 2005). Hetzelfde doen nu sommige linkse opiniemakers. De socialistische partijvoorzitter Hendrik de Man die met zijn Manifest in juni 1940 de socialistische partij ontbindt en oproept tot samenwerking met Duitsland, behoort niet tot hun leefwereld. Die hebben ze verdrongen. Maar tegelijk proberen ze de Vlaamse beweging te culpabiliseren met feiten van meer dan 70 jaar geleden.
Dat dit vandaag de dag nog kan, is op zich al merkwaardig. De collaboratie is voor sommigen nog steeds een onverwerkt verleden. Maar misschien speelt hier een slecht links geweten? Luc Huyse en Steven Dhondt eindigen hun boek over collaboratie en repressie met een voorstel over uitwissing als alternatief voor amnestie, maar stellen vast dat voor het linkse kamp zelfs deze stap nog te groot is. Ze voegen er aan toe: ‘de socialistische beweging is de erfgename van politici die van augustus 1945 tot eind 1946 de repressie in sommige van haar uitingen hebben laten ontsporen; zij zou nu de grandeur moeten hebben om ja te zeggen tegen een maatregel van uitwissing’. Maar die grandeur is blijkbaar 25 jaar na het verschijnen van het boek van Huyse nog steeds afwezig bij sommige linkse opiniemakers.
Tot spijt van wie het benijdt, in onze kantoren in de Kamer hangt de zwarte Vlaamse Leeuw, de vlag van de Vlaamse ontvoogdingsstrijd die ook een sociale strijd is. Onze zwarte leeuw, die blijft er dan ook hangen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier