Mark Lynas
‘Hoe we Poetins hongerwapen kunnen ontmantelen’
‘Een dreigende hongersnood in het globale Zuiden lijkt misschien een ver-van-ons-bed-show, maar dat is ze allerminst’, schrijven Mark Lynas, Jan Deschoolmeester en Thomas Rotthier van de milieuorganisatie RePlanet. ‘Als we deze voedselcrisis niet daadkrachtig aanpakken, zal de menselijke tol niet te overzien zijn.’
Het is bijna 5 maanden geleden sinds Rusland zijn brutale invasie begon in Oekraïne. Ondertussen ligt een groot deel van het land in puin en zijn er duizenden onschuldige burgerslachtoffers gevallen als gevolg van het oorlogsgeweld. Door de talrijke economische sancties komt Rusland stilaan in het nauw. Daarom probeert Vladimir Poetin nu terug te slaan door de gaskraan naar Europa dicht te draaien. Ondertussen heeft de Russische autocraat een tweede chantagemiddel gevonden. Door de Oekraïense havens te blokkeren en de graanexport uit Oekraïne te dwarsbomen, dreigt Vladimir Poetin een hongersnood uit te lokken in Afrika, Zuid-Azië en het Midden-Oosten. Met die dreiging wil hij het Westen onder druk zetten om de economische sancties tegen Rusland op te heffen. We mogen niet aan deze chantage toegeven want daarmee zouden we Poetins immorele gedrag belonen. Tegelijk kunnen we ook niet machteloos toezien hoe miljoenen mensen honger lijden.
Een dreigende hongersnood in het globale Zuiden lijkt misschien een ver-van-ons-bed-show, maar dat is ze allerminst. Honger zal het risico op sociale onrust en politieke instabiliteit in landen als Egypte, India, Bangladesh, Somalië en Ethiopië sterk verhogen. Dit kan leiden tot grote vluchtelingenstromen richting Europa. Als we deze voedselcrisis niet daadkrachtig aanpakken, zal de menselijke tol niet te overzien zijn. Volgens het Wereldvoedselprogramma van de VN (WFP) lopen 49 miljoen mensen in 46 landen het risico om honger te lijden. Om deze ramp te vermijden roepen we op tot onmiddellijke en ambitieuze maatregelen om de Europese voedselproductie te vergroten en Poetins plan te dwarsbomen. In het nieuwe rapport van RePlanet, Switch Off Putin: how one man is starving the world and what Europe must do to stop him, stellen we een aantal maatregelen voor die zowel de huidige voedselcrisis aanpakken als op lange termijn hun vruchten afwerpen.
Eerst en vooral moet de internationale gemeenschap de druk op het Kremlin blijven opvoeren om de blokkade van de Oekraïense havens op te heffen. Voor de oorlog was Oekraïne in staat om jaarlijks 400 miljoen mensen te voeden met zijn graanexport. Als de Oekraïense havens geblokkeerd blijven zal een groot deel van dit graan in opslagplaatsen liggen wegrotten. Rond deze tijd begint ook de tarweoogst in Oekraïne waardoor er zich nog meer graan zal opstapelen en er een tekort aan opslagplaatsen dreigt. Door de graanexport te verhinderen zet Rusland miljoenen mensenlevens op het spel.
Ten tweede moeten we in Europa onze eigen voedselproductie verhogen, zodat we meer overschotten hebben om naar landen in nood te exporteren en de voedselprijzen op de wereldmarkt opnieuw kunnen dalen. Het gebruik van maïs, tarwe, suikerriet, palmolie en koolzaadolie om biobrandstoffen te produceren moet onmiddellijk stoppen. Vandaag wordt in Europa nog steeds bio-ethanol en biodiesel gebruikt als brandstof voor auto’s. Op die manier verbranden we dagelijks het equivalent van 15 miljoen broden in onze tanks. In totaal gebruikt Europa maar liefst 7,4 miljoen hectare landbouwgrond om biobrandstoffen te produceren, oftewel 2,5 keer de oppervlakte van België. Als we de landbouwgrond die nu gebruikt wordt voor bio-ethanol zouden gebruiken voor voedselgewassen, zouden we 20 procent van de Oekraïne graanexport kunnen vervangen.
Ten derde moeten we burgers stimuleren om over te schakelen naar een meer plantaardig dieet. Momenteel wordt niet minder dan 40 procent van de wereldwijde graanproductie gebruikt om dieren te voederen. Door minder vlees te eten, met name runds- en varkensvlees, kunnen we dit graan gebruiken voor menselijke voeding. Door de Europese vleesconsumptie met de helft te verminderen, kunnen we 80 miljoen ton extra graan produceren. Het goede nieuws is dat we hier onmiddellijk mee kunnen beginnen, aangezien er steeds meer alternatieven voor dierlijke producten op de markt komen, zoals plantaardige vleesvervangers en producten uit precisiefermentatie.
Een vierde belangrijke maatregel is dat de Europese Unie afstapt van de overregulering van biotechgewassen, die wetenschappelijk ongegrond is en de verduurzaming van de landbouw danig in de weg staat. Zowel de regelgeving rond genetisch gemodificeerde gewassen als die rond CRISPR en gene editing moet versoepeld worden. Er is intussen een brede wetenschappelijke consensus dat gewassen bekomen met gentechnologie minstens even veilig zijn als gewassen bekomen met klassieke veredelingstechnieken. Als Europa het gebruik van gentech in de landbouw blijft fnuiken, zal dat leiden tot een enorme opportuniteitskost. Uit een meta-analyse van Matin Qaim uit 2020 blijkt immers dat genetische gemodificeerde gewassen gemiddeld voor 22 procent meer opbrengst zorgen. Als we dit extrapoleren naar Europa dan zouden we 55 miljoen ton extra graan kunnen produceren met biotechgewassen, precies de hoeveelheid graan die Oekraïne voor de oorlog exporteerde. Deze verhoogde productiviteit heeft als bijkomend voordeel dat we de uitstoot van miljoenen tonnen broeikasgassen vermijden door land en energie te sparen.
In het licht van de voedselcrisis zal Europa ook zijn Farm to Fork-strategie (F2F) moeten herzien. Momenteel streeft het Farm to Fork-plan naar een aandeel van 25 procent biolandbouw binnen de Europese Unie en dat tegen 2030. Vandaag is dat aandeel maar 7,5 procent. Omdat biologische akkers 40 procent minder opbrengst hebben in vergelijking met conventionele akkers, zou de Europese graanproductie met 20 miljoen ton kunnen afnemen volgens onze berekeningen. Om dat verlies aan opbrengst te compenseren zal er meer land nodig zijn voor landbouw in Europa of daarbuiten. Zo dreigt er meer Braziliaans en Indonesisch regenwoud gekapt te worden. Het zou dus verstandig zijn om dit streefdoel naar meer biolandbouw los te laten.
Een laatste belangrijke maatregel betreft het gebruik van kunstmest. Rusland en Oekraïne behoren beiden tot de grootste exporteurs van kunstmest ter wereld. Hiermee heeft Kremlin opnieuw een chantagemiddel in handen. De Russen kunnen de export van kunstmest verminderen om de prijs ervan op te drijven en Europa nog meer onder druk te zetten om de sancties op te heffen. Als Rusland de gaskraan verder blijft dichtdraaien zal de prijs van kunstmest nog meer stijgen. Aardgas is immers een essentiële grondstof om kunstmest te maken. Daarom is het verstandig om zo spaarzaam mogelijk om te springen met aardgas. Elke kubieke meter aardgas die we niet verbranden voor energie kunnen we gebruiken voor de productie van kunstmest. In ons vorige Switch Off Putin-rapport over de energiecrisis hebben we reeds gepleit voor verschillende maatregelen: onze gasbevoorrading diversifiëren, zuiniger omspringen met energie, meer investeren in hernieuwbare energie en warmtepompen en de levensduur van bestaande kernreactoren verlengen. We kunnen de prijsstijging van kunstmest ook compenseren door ze efficiënter toe te dienen. Daarvoor moeten we volop inzetten op precisielandbouw, een landbouwvorm die met behulp van sensoren, gps en robots heel precies en gedoseerd kunstmest kan toedienen aan gewassen. Zo besparen we op kunstmest zonder aan productiviteit in te boeten.
Door te kiezen voor gentechnologie, een meer plantaardig dieet en precisielandbouw maken we onszelf onafhankelijker van Rusland en verhogen we onze eigen voedselzekerheid. Zo worden we minder kwetsbaar voor de chantage van Poetin en kunnen we landen waar hongersnood dreigt beter helpen. Er komen moeilijke tijden aan zowel voor Europa als voor het globale Zuiden. Daarom moeten we er nu alles aan doen om onze voedselzekerheid te versterken. Alleen zo kunnen we Poetins hongerwapen op een effectieve manier ontmantelen.
Mark Lynas is journalist bij The Guardian en auteur van ‘Zes graden’. Een Engelse versie van deze bijdrage verschijnt dit weeken in The Guardian.
Jan Deschoolmeester en Thomas Rotthier zijn de auteurs van het boek ‘De wereld red je niet met minder, minder, minder’ en hebben samen Ecomodernisme.be opgericht.
Alle drie zijn ze lid van RePlanet, een Europese milieuorganisatie die een netwerk vertegenwoordigt van milieuorganisaties doorheen Europa. Deze worden gedreven door wetenschappelijk onderbouwde oplossingen voor klimaatverandering en de biodiversiteitscrisis en tegelijk de noodzaak om armoede uit te bannen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier