Koert Debeuf
Hoe president Morsi zichzelf ten val bracht
Koert Debeuf maakt een tussenstand op van de woeligste weken in Egypte sinds de Egyptenaren dictator Hosni Mubarrak verdreven.
Egypte is vandaag in verwarring. Overal wordt nog gediscussieerd of het leger nu al dan niet een coup pleegde, of 30 juni een tweede revolutie was dan wel een voortzetting van de revolutie van 2011. Evenmin weet men goed wat nu te doen met de Moslimbroederschap, laat staan met president Mohammed Morsi die intussen al meer dan twee weken ergens verborgen wordt gehouden. Mijn taxichauffeur verklaarde dat hij naar een pro-Morsi betoging zou gaan, hoewel hij absoluut niet wilde dat de Moslimbroederschap of Morsi terug aan de macht zou komen. Verwarrend.
Verontrustender dan de verwarring is evenwel de diepe haat die zich overal manifesteert. De enen haten de Moslimbroederschap en willen er alles aan doen opdat de ruggegraat van de organisatie wordt gebroken. Ze zijn ervan overtuigd dat de Moslimbroeders religieuze totalitaristen zijn. Anderen haten het leger, de politie of alles wat met het oude regime is gelinkt omdat zij staan voor alles wat de voorbije decennia fout ging in Egypte. De Moslimbroeders op hun beurt haten alles wat van dicht of van ver ruikt naar secularisme. Volgens hen is 30 juni en alles wat daaraan voorafging een groot complot. Eigenlijk heeft iedereen een beetje gelijk.
Wie zijn de Moslimbroeders?
De Moslimbroederschap werd in 1928 opgericht door een jonge Egyptische leraar, Hassan Al Banna, niet toevallig slechts enkele jaren nadat Mustaffa Kemal Attatürk het kalifaat had afgeschaft. Al Banna vond dat Egyptenaren te veel aan het verwesteren waren en dat ze opnieuw echte moslims moesten worden. Hij beoogde zijn doel op twee manieren: verzet tegen de Britse bezetter in Egypte, maar vooral door het opvoeden van de Egyptenaren zelf. In feite was Al Banna een soort missionaris. Hij reisde gans Egypte af om zoveel mogelijk Egyptenaren te overtuigen zich aan te sluiten bij zijn ondergrondse verzetsbeweging.
De Moslimbroederschap combineerde religieus onderwijs met sociale hulp aan de armsten. Het maakte de beweging op korte tijd enorm populair. De Egyptische en Britse autoriteiten waren minder enthousiast. Zij zagen de Broederschap als een ondermijning van het gezag en namen al snel maatregelen om de beweging de kop in te drukken. De Broeders werden gewelddadig en vermoordden in de jaren veertig de Egyptische eerste minister. Een jaar later werd Hassan Al Banna zelf vermoord.
Er zijn drie redenen waarom de gemiddelde Egyptenaar de Moslimbroederschap nooit helemaal vertrouwt. Ten eerste is er de onduidelijkheid over het uiteindelijke doel van de broeders. Willen ze opnieuw het kalifaat installeren? Zoeken ze wereldwijde dominantie? Willen ze Egypte omvormen tot een soort Saudi-Arabië? De tweede reden hangt samen met de eerste, namelijk het feit dat de organisatie geheim is. Net als bij de loge is er geen ledenlijst en weet niemand hoeveel leden er effectief zijn. De Moslimbroederschap is internationaal georganiseerd, ook al ontkennen ze dat zelf. Die geheimhouding heeft natuurlijk te maken met de vele vervolgingen, maar het zet aan tot allerhande samenzweringstheorieën.
De derde reden tot wantrouwen is het feit dat de Moslimbroederschap heel wat geweld heeft gebruikt. Het bekendste wapenfeit was uiteraard de moord op president Anwar Sadat. Hoewel ze sindsdien geweld hebben afgezworen, zijn toch velen ervan overtuigd dat het de broeders zijn die achter terroristische groepen zitten zoals de Gamaa Al Islamiya of Al Qaeda. En het is natuurlijk een feit dat Al Zawahiri, de opvolger van Osama Bin Laden, een verleden heeft bij de Egyptische Moslimbroederschap. Het is dus geen toeval dat elke president in Egypte op gespannen voet leefde met de broederschap, maar er tegelijk niet omheen kon.
De revolutie van 2011
Toen op 25 januari 2011 de eerste massas het Tahrirplein bezetten, verklaarde de top van de Moslimbroederschap dat haar leden zich niet zouden aansluiten. Zij kozen voor evolutie, niet revolutie. Toch vervoegden heel wat van hun jonge leden de revolutionairen op Tahrir. Op 28 januari zag de Moslimbroederschap in dat aan de kant blijven staan geen optie was en besloot zich achter de revolutie te scharen. Dat was belangrijk, want als de organisatie voor één iets kan zorgen dan zijn het massas. Dat bleek ook nadat Hosni Mubarak was gevallen en de legertop grove fouten maakte. Als er nood was aan een vol Tahrirplein waren het de Broeders die voor de aantallen zorgden. Het gaf hen het aura van goede organisatoren die kon spreken voor een groot deel van de Egyptenaren.
De Moslimbroeders droegen dan ook het aura van de revolutie en van het decennialange verzet tegen de dictatuur. Niet toevallig zat Mohammed Morsi op 25 januari nog in de gevangenis, net als vele leiders van de Moslimbroederschap. Bovendien hadden ze het imago van ‘goede moslims’ en dus eerlijke mensen, in tegenstelling tot het corrupte regime. Een derde voordeel dat de MB in tegenstelling tot alle andere oppositiekrachten: zij hadden een plan, de zogenaamde Renaissance.
De verkiezingen van 2011
Het is dus niet verwonderlijk dat de Moslimbroederschap de verkiezingen in november met glans (bijna de helft van de stemmen) kon winnen. De andere partijen waren verdeeld, slecht georganiseerd en maakten onvergeeflijke campagnefouten. Iemand legde me op de metro heel eenvoudig uit waarom hij voor de Moslimbroederschap stemde. Hij zei: ‘Om te kunnen trouwen, moet ik een appartement kopen. Ik kan dat niet als ik mijn werk verlies. De economie moet terug aantrekken. De Moslimbroederschap geeft daartoe de beste garantie.’
Het enthousiasme in Egypte voor, tijdens en na de verkiezingen was enorm. Mensen stonden uren in de wachtrij om hun eerste echte stem uit te brengen. Ze discuteerden overal over politiek en de betekenis van de gewonnen vrijheid, op de metro, op de markt, bij de kapper. Na de verkiezingen luisterden Egyptenaren massaal naar de parlementaire zittingen die rechtstreeks op de radio werden uitgezonden. En dat in de taxi, op straat, in de theehuizen. Elk woord werd gevolgd. En dat was het begin van de neergang van de Moslimbroeders.
Elke Egyptenaar hoorde op de radio hoe chaotisch de parlementaire debatten waren. Ze hoorden hoe verkozen Broeders en Salafis waanzinnige voorstellen op de parlementaire agenda wilden zetten. Zo stelde iemand bijvoorbeeld voor om het legaal te maken seksueel verkeer te hebben met een echtgenote… tot zes uur nadat ze is overleden. Het maakte de gemiddelde Egyptenaar kwaad. Ze hadden voor de Moslimbroederschap gestemd om de economische situatie te verbeteren en niet om over islam te spreken. Men voelde de steun voor de Moslimbroederschap pijlsnel slinken.
De presidentsverkiezingen van 2012
Ik zat de dag voor de eerste ronde van de presidentsverkiezingen met enkele jonge revolutionairen aan tafel. Een van hen vroeg zich plots af: ‘Wat als het in de tweede ronde gaat tussen Morsi en Ahmed Shafiq?’ Dat zou natuurlijk het horrorscenario zijn voor elke revolutionair. Maar stemmen voor Shafiq zat er niet in. Hij was de laatste premier onder Mubarak. Als Shafiq president zou worden, dan zou de revolutie voor niets zijn geweest. Tot verbijstering van vele Egyptenaren werd het horrorscenario werkelijkheid.
Hoewel Morsi, en dus de Moslimbroederschap, slechts 25% haalde in de eerste ronde, de helft van de parlementsuitslag een half jaar ervoor, haalde hij de meeste stemmen van alle kandidaten. 75% stemde niet voor de Moslimbroerders, maar die groep stemde verdeeld. Dat was en is nog steeds de realiteit in de oppositie: ze is verdeeld en heeft geen gemeenschappelijke strategie. Ondergetekende deed het voorstel om in ruil voor steun aan Morsi de revolutionaire kandidaten de helft van de macht te geven, met vetorecht. Het is nooit tot een echte deal in die zin gekomen: wegens gebrek aan eensgezindheid binnen het revolutionaire kamp.
Toch heeft Mohamed Morsi toegezegd op het voorstel, live in de belangrijkste tv-show. Hij beloofde om de bewaker te zijn van de revolutie, de president te zijn van alle Egyptenaren, de macht te delen met de liberale oppositie. Hij beloofde ook een Koptische vice-president aan te duiden, evenals een vrouw. Wat waren de opties voor de revolutionaire kiezer? Shafiq laten winnen of met de neus dichtgeknepen voor Morsi stemmen – in de hoop dat zijn beloftes niet leeg zouden zijn.
De niet nagekomen beloftes van Morsi
Toen Mohamed Morsi werd aangekondigd als de winnaar van de presidentsverkiezingen en dus al eerst verkozen president in de geschiedenis van Egypte, stond ik op het Tahrirplein, midden tussen de Moslimbroeders. De ontlading toen was onbeschrijfelijk. Het voelde alsof 85 jaar van vervolgingen plots van de schouders van de broeders viel. In die week publiceerde ik een stuk op Knack.be waarin ik zei dat Morsi de keuze had tussen samenwerken of verdwijnen. En dat als de Moslimbroeders hun beloftes niet zouden nakomen, de angst van de Egyptenaar voor hen zou omslaan in haat. Dat is precies wat het voorbije jaar is gebeurd.
Nochtans was Morsi goed begonnen. Hij zette de gehate legerleider Mohammed Hoessein Tantawi af en verving hem door de jongere generaal Abdel-Fattah Al-Sisi. Tantawi was de het gezicht van de Supreme Council of Armed Forces (SCAF) die in de periode van Mubarak tot Morsi alle macht had. Het was dezelfde SCAF die de president veel van zijn macht afnam in een haastige constitutionel verklaring tijdens het weekend van de presidentsverkiezingen. Het feit dat Morsi die macht in augustus terugnam, werd door erg veel Egyptenaren toegejuichd. Om en bij tachtig procent van de Egyptenaren vonden dat Morsi het goed deed.
Enkele andere beloftes waren wat moeilijker te realizeren. Zo beloofde Morsi in zijn campagne om de verkeersproblemen van Caïro op te lossen in honderd dagen. En bovendien te stad proper te maken. Uiteraard was er na honderd dagen niet één file of één vuilnisberg minder in een van de meest chaotische steden ter wereld. Ook zijn belofte voor een Koptische en een vrouwelijke vice-president werd niet ingelost. In de plaats kwam wel een gewaardeerde rechter.
Het begin van het einde: de mini-coup
Toch waren die kleine falingen niet de redenen waarom de sfeer in Egypte plots kantelde. Tot ieders verrassing vaardigde Morsi in november 2012 – via zijn woordvoerder – een nieuwe grondwettelijke verklaring uit dat de rechters van het grondwettelijke hof alle macht ontnam. Hij stelde een nieuw procureur-generaal aan, in Egypte de man die beslist wie voor de rechter moet verschijnen. Hij bepaalde eveneens dat het schrijven van de grondwet binnen de week moest eindigen en dat er een binnen de twee weken een referendum zou komen over een tekst die enkel door islamisten was geschreven.
Revolutionair en liberaal Egypte stond op zijn achterste poten. In plaats van hen te betrekken bij het politieke proces, werden niet alleen zij uitgesloten maar met hen de gehele rechterlijke macht. Opnieuw kwamen de massas op straat, tegen de ‘coup van de Moslimbroeders’. Gewapende bendes werden door de Moslimbroeders ingezet om de betogers uiteen te drijven. Sommigen werden zelfs in het presidentieel paleis gesleurd waar ze werden geslagen en gefolterd. Revolutionairen van het eerste uur kondigden Morsi aan als de nieuwe Mubarak. De vice-president nam ontslag uit protest, net als alle onafhankelijke adviseurs van de president.
Toen ik vlak na de zogenaamde ‘mini-coup’ aan politici dicht bij Morsi vroeg wat er aan de hand was, gaven ze me een onwaarschijnlijk verhaal. Morsi en de top van de Moslimbroeders waren ervan overtuigd dat er een grote samenzwering in het spel was van oppositiefiguren als Mohamed El Baradei, mediafiguren, rechters, zakenlui en mensen van het oude regime. Morsi en zijn broeders waren terechtgekomen in een bunkermentaliteit van ‘iedereen tegen ons’, een mentaliteit waarvan ze sindsdien niet meer zijn losgekomen. Het is dit bunkermentaliteit die Morsi de ene na de andere fout heeft doen begaan. Dialoog was onmogelijk geworden.
De tirannie van de meerderheid
Er zijn verschillende pogingen geweest om de dialoog terug op gang te brengen. De eerste poging werd gedaan door de nieuwe legerleider, generaal Sisi, tijdens de protesten tegen de mini-coup. Morsi weigerde de uitnodiging van Sisi. In plaats organiseerde hij zelf een dialoog tussen zijn adviseurs, de ontslagnemende vice-president en de oppositie. De oppositie had evenwel intussen alle vertrouwen verloren. Bovendien – het moet gezegd – was ze dermate verdeeld dat een strategie die verder ging dan alles boycotten, onmogelijk was.
Ondanks de verdeeldheid organiseerde de oppositie zich in het National Salvation Front, met Baradei aan het hoofd. Toen de gesprekspartners duidelijk waren, deed de Europese Unie een poging tot compromis. Morsi zou zijn eerste minister moeten vervangen en vijf ministerposten openstellen voor de oppositie. De verkiezingswet zou worden aangepast aan de eisen van het grondwettelijk hof. Bovendien zou de gehate procureur-generaal vervangen moeten worden. Catherine Ashton, hoofd van de Europese diplomatie, kwam zelf naar Caïro om het laatste duwtje te geven. Iedereen leek akkoord. Maar Morsi gaf geen antwoord. Het politieke bureau van de Moslimbroeders was verdeeld….
In plaats van toenadering te zoeken tot de oppositie werd een campagne gestart tegen leidende politieke en mediafiguren. Journalisten werden opgepakt. Liberale politici werden beschuldigd als spionnen, ketters of samenzweerders. Zelfs de erg populaire satirist Bassem Youssef werd opgepakt en verhoord. Het aantal Egyptenaren dat Morsi’s politiek goedkeurde viel terug van tachtig naar dertig procent. Meer en meer mensen zagen hem als de president van de Moslimbroeders en niet van alle Egyptenaren. Bovendien voelden al diegenen die voor Morsi hadden gestemd, zich bedrogen. Ze hadden hun diepe twijfels en angsten overwonnen in naam van de revolutie. Men voelde zich nu door Morsi verraden.
De jeugd staat recht tegen Morsi
Bovenop alle politieke fouten, ging het ook economisch slechter en slechter met Egypte. Elke dag waren er verschillende stroom- en waterpannes. De verdeling van de benzine liep volledig fout, wat enorme files veroorzaakte aan elk pompstation. De Egyptische pond zakte en het leven werd duurder. Als Qatar en Libië financieel niet waren bijgesprongen, was Egypte wellicht al in januari failliet verklaard.
In april hadden enkele jongeren het idee opgevat om een petitie te starten waarbij vervroegde presidentiële verkiezingen werden geëist. Bovendien zou men een grote betoging organiseren op 30 juni, de eerste verjaardag van de eedaflegging van Morsi als president. Tot verrassing van de initiatiefnemers was het enthousiasme om te tekenen erg groot. Al snel verzamelden ze twee miljoen handtekeningen. Het leger begreep toen dat 30 juni groot maar ook gevaarlijk zou zijn. De haat zat diep. Het leger besloot om contact op te nemen met de initiatiefnemers van de Rebel-beweging (Tamarod in het Egyptisch) en beloofde hen voor veiligheid te zorgen op voorwaarde dat de betoging vredevol zou verlopen.
Toen het aantal handtekeningen spectaculair bleef stijgen (op het einde zouden er 22 miljoen geweest zijn) begreep iedereen dat dit zou uitlopen op een enorme clash tussen zij die vonden dat Morsi een nieuwe dictator was (die alle idealen van de revolutie had verloochend) en de Moslimbroeders (die vonden dat de verkiezingen moesten gerespecteerd worden). De dagen voor 30 juni vonden er al gevechten plaats en vielen er ook doden.
De rol van het Egyptische leger
Het leger wordt in Egypte bijzonder gerespecteerd. De voornaamste reden hiervoor is dat terwijl alle instellingen de voorbije decennia bleken te falen, het leger het enige instituut was dat zaken voor elkaar kon krijgen. Hoewel het Egyptische leger een groot deel van de economie in handen heeft (cijfers varieren van 20 tot 40 procent), wordt het beschouwd als de enige factor die het belang van het land voorop de rest stelt. Tijdens de revolutie van 2011 besliste het leger bovendien om niet tussen te komen en dus geen kant te kiezen. In de praktijk koos het leger de kant van Tahrir. Het was ook het leger dat uiteindelijk Mubarak heeft afgezet.
Morsi zag 30 juni natuurlijk ook aankomen. Maar in plaats van een oplossing te zoeken, zocht hij manieren om de aandacht af te leiden en het volk achter zich te scharen. Plots was er het probleem van de Nijldam in Ethiopië en werd gedreigd met oorlog. De veroordeling van ngo-werknemers leidde tot woede in Europa en de VS. En plots veranderde Morsi voor een vol voetbalstadium van strategie omtrent Syrië en riep op tot een heilige oorlog tegen Assad. Tegelijk weigerde Morsi hard op te treden tegen de anarchie en het geweld in Sinaï waar meerdere soldaten werden gekidnapt.
Het leger zag dus in juni twee fenomenen samenkomen. Aan de ene kant kwam er een grote clash aan tussen anti- en pro-Morsi aanhangers, wat de proporties van een heuse burgeroorlog kon aannemen. Aan de andere kant zag het leger een president die omwille van politieke redenen de veiligheid van het land op het spel zette. Om nog niet te spreken van de economische gevolgen van dit alles voor een land dat al aan de afgrond staat. Generaal Sisi deed nog verschillende pogingen om Morsi te overtuigen om de dialoog met de oppositie aan te gaan. Morsi weigerde niet alleen naar Sisi te luisteren, het politieke bureau van de Moslimbroeders besliste ook om Sisi en een heel aantal generaals te vervangen. Samen met een heel pak ‘samenzwerende’ rechters en journalisten.
De finale: 30 juni tot 3 juli
De spanning op de vooravond van 30 juni was enorm. Iedereen was ervan overtuigd dat er een massale en gewelddadige clash zou komen. Vrienden vertelden me dat ze bereid waren te sterven – of althans dat ze ervan overtuigd waren dat dit hun lot zou zijn. Toen ik evenwel op 30 juni van Tahrir naar het presidentieel paleis ging en terug, besefte ik dat het over was voor Morsi. Nog nooit waren in Egypte zoveel mensen op straat gekomen. Cijfers variëren van 15 tot 33 miljoen Egyptenaren. Wat de correcte cijfers ook zijn, het was voor iedereend duidelijk dat dit veel groter was dan de revolutie van 2011 zelf. Het was too big to fail.
De vraag was dan: wat zal het leger doen? Zal het afwachten en pas tussenkomen tot de zaak volledig in geweld ontaardt of zal het proberen om het geweld voor te zijn? Generaal Sisi koos voor de tweede optie. Hij gaf de Egyptische politici (lees Morsi) 48 uur om tot een oplossing te komen. Morsi aanvaardde het ultimatum niet en gaf een speech waarin hij de beschuldigingen van samenzweringen en buitenlandse inmenging herhaalde. De enige ’toegeving’ die hij deed was de belofte om parlementsverkiezingen te organiseren binnen de zes maanden.
Toen kwam het leger tussen, gesteund door de liberale oppositie, de paus van de Koptische christenen en de president van Al Azhar, het meest gerenomeerde instituut van de soennitische islam. Ze stelden een transitieplan voor dat letterlijk hetzelfde was dat de Rebel-beweging twee weken voordien had voorgesteld. Ik stond op het Tahrirplein toen de aankondiging werd gedaan dat Morsi als president was afgezet en vervangen door de voorzitter van het grondwettelijk hof. De sfeer was uitzinnig. Miljoenen Egyptenaren hebben de hele nacht in de straten gefeest, gedanst en gezongen.
Een revolutie of een militaire coup?
Behalve de Moslimbroeders zelf vinden weinig Egyptenaren dat de afzetting van Morsi een militaire coup was. Men ziet dit als een tweede revolutie waarbij het leger, net als bij de eerste revolutie, de kant van het volk heeft gekozen. In tegenstelling tot de eerste revolutie in 2011 nam het leger bovendien niet de politieke leiding van de transitie, maar stelde meteen een civiele president en regering voor. Toch is het duidelijk dat het leger, net zoals in de voorbije zestig jaar, ook nu in Egypte een belangrijke rol blijft spelen, politiek en economisch. Vooral op het buitenlands beleid is en blijft het het leger dat de (rode) lijnen trekt.
Bovendien doet de slachting die het leger aanrichtte onder betogende Moslimbroeders ernstige vragen rijzen over de aansprakelijkheid. Kan iemand het leger tot verantwoording roepen? Of blijft het leger een staat in de staat waar niemand aan kan raken? Wellicht zal het net zoals in bijvoorbeeld Maleisië of Turkije een behoorlijke tijd duren voordat het leger in Egypte tot zijn eigenlijke rol kan teruggedrongen worden.
Maar de belangrijkste vraag blijft wat er zal gebeuren met de Moslimbroeders? Tot op vandaag weigeren ze de afzetting van Morsi als een feit te erkennen en willen ze niet praten voordat hij opnieuw in zijn functie wordt hersteld. We zullen zonder twijfel in de komende weken en maanden nog clashes zien. Toch zijn er openingen waarbij een gesprek – al dan niet onder de auspiciën van de EU – misschien opnieuw mogelijk is. In elk geval, Egypte zal geen vooruitgang kunnen maken zolang er geen democratische modus vivendi wordt gevonden. Maar daarvoor zullen haat en wantrouwen moeten plaatsmaken voor waar we in België al lang mee hebben leren leven: zin voor compromis.
Koert Debeuf
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier