Bert Bultinck
‘Hoe menselijker het gevangenisregime, hoe veiliger de samenleving’
‘Ons gevangenisbeleid is verschrikkelijk. In 2020 stonden we in de top drie van de meest overbevolkte gevangenissen in Europa – alleen Italië en Turkije scoren nog slechter’, schrijft Knack-hoofdredacteur Bert Bultinck.
Zijn antwoord was ontwijkend. Toen Vincent Van Quickenborne (Open VLD) maandagochtend reageerde op het zoveelste kritische rapport over ons gevangeniswezen pleitte hij terecht voor meer alternatieve straffen: ‘De gevangenis is niet de enige remedie.’ Maar toen hij op Radio 1 de vraag kreeg hoe dat dan zat met zijn voornemen om alle straffen effectief te laten uitvoeren, begon onze liberale minister van Justitie over geldboetes en verkeersovertredingen. Dat was niet echt de kern van zijn boodschap in juni. Net voor de zomer had Van Quickenborne zich sterk gemaakt dat het maar eens uit moest zijn met straffen die dode letter blijven. Vanaf 1 december moeten ook de straffen korter dan drie jaar worden uitgezeten. De law-and-ordertoon van Van Quickenborne was zo scherp dat de commissie van toezicht in Antwerpen, een onafhankelijk controleorgaan, meteen alarm sloeg. Met name de toestand in de gevangenis in de Antwerpse Begijnenstraat werd ‘onmenselijk’ genoemd, met 700 gedetineerden voor een dikke 400 plaatsen, en vaak drie gedetineerden in een eenpersoonscel. Die ‘opstapeling van lichamen’ moest niet nog erger worden.
Hoe menselijker het gevangenisregime, hoe veiliger de samenleving.
Deze week klonk Van Quickenborne al een stuk empathischer. Was de minister onder de indruk van het nieuwe verslag van de Centrale Toezichtsraad voor het Gevangeniswezen? Of voert hij ondertussen een verstandiger beleid dat niet meer spoort met een bijwijlen stoer, rechts-liberaal discours? De problemen zijn er in alle geval niet minder op geworden. In het verslag gaat het niet alleen over ‘de opsluiting in de opsluiting’ – de veiligheidsmaatregelen vanwege corona zorgden vorig jaar voor een nog onmenselijker regime – maar ook over hoe de gevangenis zelfs in normale tijden mensen kapotmaakt. De sterke stijging van psychologische problemen, zo schrijft de raad, heeft ons eraan herinnerd dat ‘de gevangenisomgeving intrinsiek schadelijk is voor de geestelijke gezondheid’. Voor wie gelooft in een harde aanpak kan dat een beetje idioot klinken – straffen zijn altijd een beetje schadelijk, daarom zijn het straffen, toch? – maar wie meer dan lippendienst wil bewijzen aan de strijd tegen recidive moet dat simpele feit ernstig nemen.
Ons land heeft een lamentabele reputatie. Ons gevangenisbeleid is verschrikkelijk. In 2020 stonden we in de top drie van de meest overbevolkte gevangenissen in Europa – alleen Italië en Turkije scoren nog slechter. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft ons land al zo vaak veroordeeld voor de wantoestanden in onze gevangenissen dat we er nog amper van opkijken. Vorig jaar draaide Straatsburg nog een opmerkelijk vonnis van het Brusselse hof van beroep terug. Verschillende gedetineerden hadden de Belgische staat voor de rechter gedaagd omdat ze tijdens de cipiersstakingen geen contact met familie hadden en maandenlang op cel moesten blijven – om over het ongedierte maar te zwijgen. De wanhoop nabij staken gedetineerden hun matrassen in brand. De rechter had hen eerst gelijk gegeven, maar in beroep was het verbijsterende oordeel dat de verplichting om gedetineerden niet aan foltering of onmenselijke behandelingen te onderwerpen slechts een ‘inspanningsverbintenis’ was. Lees: we doen ons best, maar als de omstandigheden een beetje tegenzitten, dan zijn we gewoon onmenselijk. In de brede bevolking bleef de oudtestamentische verontwaardiging uit die we anders zo graag de vrije loop laten. Het land haalde de schouders op. Gelukkig was Europa er nog.
Het siert de minister dat hij zich vandaag helder uitspreekt over het detentiebeleid, ondanks de onverschilligheid bij de kiezer. Net als zijn voorganger Koen Geens (CD&V) heeft Van Quickenborne best wel een aantal goede ideeën. Geens en Van Quickenborne hebben bijvoorbeeld hun schouders gezet onder het project van de ’transitie-‘ of ‘detentiehuizen’. Dat zijn instellingen met lichte bewaking, waardoor gedetineerden makkelijker reïntegreren in de samenleving. Maar het is te weinig en het gaat te traag. Het rapport van de Toezichtsraad merkt op dat er tijdens de pandemie ook een aantal nuttige beslissingen zijn genomen: meer enkelbanden en minder voorlopige hechtenissen, bijvoorbeeld, zorgden ervoor dat er minder overbevolking was. Maar het rapport stipt evenzeer aan dat de populatie al snel weer begon aan te groeien, met alle ellende van dien. Het is tijd om grote stappen te zetten in de richting van een menselijk, pragmatisch en efficiënt detentiebeleid: hoe menselijker het regime, hoe veiliger de samenleving. Wie het niet voor de rechten van de mens wil doen, die moet het dan maar doen uit welbegrepen eigenbelang.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier