Hoe lossen we de krapte op de arbeidsmarkt op? ‘Elke job is nu een knelpuntberoep’
De krapte op de Vlaamse arbeidsmarkt is de voorbije halve eeuw nog nooit zo groot geweest. Hoe komt dat? En vooral: wat kunnen we eraan doen?
Bijna twee op de drie bedrijven in Vlaanderen zeggen dat ze te weinig personeel vinden. De krapte op de arbeidsmarkt is vandaag misschien wel het grootste probleem waar onze ondernemingen mee kampen. Praat met bedrijfsleiders en allemaal beginnen ze erover: ze vinden geen personeel meer, vacatures blijven openstaan. In alle sectoren, voor alle mogelijke banen. ‘Tot voor kort leefde het idee dat er niet genoeg jobs zijn voor iedereen,’ verklaarde Pierre Wunsch, gouverneur van de Nationale Bank, onlangs, ‘maar nu is het probleem dat er niet genoeg mensen beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt.’ Wat valt eraan te doen? Een antwoord aan de hand van acht vragen.
1. Hoe ernstig is het personeelsgebrek?
Het personeelsgebrek in ons land is heel nijpend en ook veel groter dan in de rest van Europa. Dat blijkt uit de vacaturegraad, die aangeeft hoeveel procent van alle jobs niet ingevuld is. In België waren er vorig jaar bijna 3,9 miljoen bezette arbeidsplaatsen en meer dan 124.000 vacatures. Dat betekent dat er 31 vacatures waren per duizend banen. Een flinke stijging, want in 2014 was dat ‘slechts’ 22 vacatures per duizend banen. In Vlaanderen is de toestand nog wat zorgwekkender: daar zijn er 2,3 miljoen ingevulde jobs en 82.000 vacatures, wat neerkomt op een vacaturegraad van 34 jobs per duizend banen. Zes jaar geleden was dat nog ‘maar’ 23 jobs per duizend banen. Dat komt omdat het Vlaanderen economisch voor de wind gaat en er veel jobs worden gecreëerd.
Je kunt langdurig werklozen die een opleiding voor een knelpuntberoep weigeren minder uitkering geven. Maar dat blijkt taboe.
Professor Stijn Baert, UGent
‘De krapte op de arbeidsmarkt is hier veel nijpender dan in de meeste andere EU-landen’, zegt professor arbeidseconomie Stijn Baert (UGent). Hij neemt er de cijfers van het Europese statistiekbureau Eurostat bij. Voor Frankrijk zijn er geen cijfers beschikbaar, maar in Nederland en Duitsland zijn er 25 vacatures per duizend banen. En de gemiddelde vacaturegraad in de eurozone bedraagt maar 18 jobs per duizend banen, pakweg de helft van die van Vlaanderen. ‘In Europa is alleen in Tsjechië de krapte op de arbeidsmarkt nog groter dan bij ons’, zegt Baert. ‘Daar zijn er 53 vacatures op duizend banen.’
2. Voor welke beroepen is de krapte het grootst?
Waar bestaat tegenwoordig het grootste personeelstekort? Het beroep van hoofdverpleegkundige staat bovenaan: voor die job zijn er 110 vacatures terwijl er bij de VDAB maar 24 werkzoekenden bekend zijn met interesse voor die baan. De op een na grootste krapte is er voor verpleegkundigen. Voor de 1544 vacatures zijn er maar 530 kandidaten.
Er is niet alleen grote vraag naar werkkrachten in de zorg, maar ook naar onderhoudstechnici van verwarmingsinstallaties, leerkrachten, werfleiders, vrachtwagenchauffeurs, slagers, noem maar op. Voor al die beroepen zijn er (veel) meer vacatures dan interesse. ‘Opmerkelijk is dat de beroepen waarvoor de vacatures niet ingevuld raken, de knelpuntberoepen, al jaren dezelfde zijn’, zegt Jan Denys, arbeidsmarktexpert van hr-dienstenverlener Randstad: ‘Ook corona heeft aan die lijst nauwelijks iets veranderd.’ (zie tabel)
3. Waarom blijven de knelpuntberoepen altijd dezelfde?
‘Er zijn vaak goede redenen waarom een bepaald beroep een knelpuntberoep is en blijft’, zegt Sarah Vansteenkiste van Steunpunt Werk (KU Leuven). ‘Soms zijn de arbeidsvoorwaarden niet zo aantrekkelijk, bijvoorbeeld voor vrachtwagenchauffeurs. Daarnaast is het dikwijls niet makkelijk om ze snel ingevuld te krijgen. Dat er nog altijd veel vraag is naar IT’ers, komt natuurlijk omdat je ze niet een-twee-drie kunt leveren. Je moet ervoor zorgen dat voldoende studenten die opleiding volgen en voordat zij afstuderen, ben je weer een paar jaar verder.’
‘Misschien zeggen we nog te weinig waar de kansen op de arbeidsmarkt liggen’, zegt Vansteenkiste. ‘Experts hebben er wel een idee over, maar sijpelt dat wel voldoende door naar de samenleving? Zorgen we er genoeg voor dat de jongeren een studie kiezen waar op de arbeidsmarkt veel vraag naar is? Dat we nog altijd met dezelfde knelpuntberoepen zitten, wijst er in elk geval op dat wat we tot nu toe hebben geprobeerd niet toereikend is.’
4. Schieten we tekort bij de opleiding?
Het is een vaak gehoorde klacht: opleiding en loopbanen zijn te weinig op elkaar afgestemd. ‘De Vlaamse schoolverlaters behoren tot de best geschoolde jongeren in de EU, toch wat betreft het opleidingsniveau’, zegt Baert. ‘Er is wel een mismatch tussen de gekozen onderwijsrichting en de arbeidsmarkt. Zo kiezen bijvoorbeeld te weinig jongeren, en vooral te weinig meisjes, voor een STEM-opleiding ( Science, Technology, Engineering and Mathematics, nvdr).’
‘Je zou de jongeren bij hun studiekeuze meer kunnen sturen naar knelpuntberoepen’, aldus Baert. ‘In Nederland gebeurt dat via numerus clausus – in bepaalde richtingen wordt maar een beperkt aantal studenten toegelaten. In de Angelsaksische wereld zijn opleidingen voor knelpuntberoepen soms goedkoper. Maar dat wringt natuurlijk met de vrije keuze en de democratisering van het onderwijs.’
5. Hoe zit het met loopbaanbegeleiding?
‘We moeten ook meer inzetten op loopbaanbegeleiding’, vult Vansteenkiste aan. Terwijl bij ons slechts 8 procent van de werknemers een opleiding op de werkvloer kreeg, is dat in Scandinavië 30 procent. ‘Opleiding in de bedrijven en voor niet-beroepsactieven – mensen die geen werk hebben maar ook geen werk zoeken, zoals huisvrouwen – kan veel beter. Het aanbod is te versnipperd en te weinig bekend.’
Baert: ‘Je zou langdurig werklozen die een opleiding voor een knelpuntberoep weigeren minder uitkering kunnen geven. Daarover spreken is bij ons taboe. Maar waarom zou je een aangepaste opleiding weigeren als je lange tijd geen job hebt gevonden die bij je oorspronkelijke opleiding past? Opleiding is toch geen straf? Er schort dus ook iets aan het gevoerde beleid.’
‘Allemaal waar’, knikt Denys. ‘De bedrijven klagen steen en been dat de afgeleverde diploma’s niet aansluiten bij wat zij zoeken, maar ze hebben zelf een taak te vervullen bij de opleiding op de werkvloer, en daarin schieten ze tekort. Heel wat bedrijven kennen zelfs de competenties van hun personeel niet. Hoe kun je dan je werknemers efficiënt inzetten en opleiden? Laten we eerlijk zijn: maar weinig bedrijven hebben een geïntegreerd, professioneel personeelsbeleid.’
6. Wat schort er aan het beleid?
‘We hebben veel knelpuntvacatures aan onszelf te wijten’, vindt Baert. ‘Het klopt niet dat de vacatures vooral niet ingevuld raken omdat de diplomavereisten te hoog liggen. Op de website van de VDAB staan nu 215.000 vacatures. Voor 70.000 ervan is geen diploma vereist. En voor 30.000 van die vacatures is niet alleen geen diploma maar ook geen ervaring nodig. Dan is de vraag: kun je er echt niet voor zorgen dat zo’n vacature wordt ingevuld? We voeren te weinig een aanklampend beleid. Als MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez voorstelt dat iemand die twee jaar werkloos is en twee keer een knelpuntberoep heeft geweigerd zijn uitkering zou verliezen, is dat zelfs onbespreekbaar.’
Maar er zijn ook subtielere zaken die ertoe bijdragen dat knelpuntvacatures niet ingevuld raken, blijkt uit een OESO-studie. In landen waar werknemers erg worden beschermd, waar veel bureaucratie het vrije ondernemen in de weg staat en waar transactiekosten op de woningmarkt hoger zijn – allemaal zaken die de mobiliteit van werknemers beperken – is het probleem groter. En in ons land is dat allemaal het geval.
Baert: ‘Ook de dekkingsgraad van de akkoorden die vakbonden sluiten wordt genoemd in de OESO-studie. Dat kan natuurlijk niet los gezien worden van het sectorale protectionisme dat vakbonden in ons land mee in stand houden. Gevolg: verander je van sector, dan kun je plots allerlei voordelen verliezen, zoals vakantiedagen en je pensioenregeling.’ Vansteenkiste: ‘Dat alles zorgt ervoor dat werknemers bij ons niet zo vlug veranderen van job. Niet omdat ze tevredener zijn over hun baan dan andere Europeanen, wel omdat ze in een soort “gouden kooi” zitten. Ze zitten vast en dat zet een rem op de dynamiek op de arbeidsmarkt.’
7. Blijft het personeelstekort beperkt tot knelpuntberoepen?
Nee, dat is het nu net. Tegenwoordig worden alle sectoren getroffen door de krapte aan personeel, de ene wel wat meer dan de andere. Volgens de net verschenen studie van Eurofound is de zoektocht naar personeel in ons land zeer moeilijk in de informaticasector (59 niet-ingevulde jobs op duizend banen), wetenschappen en technische diensten (54 vacatures op duizend jobs), het hotel- en restaurantwezen (46 vacatures op duizend banen) en het onderwijs (31 vacatures op duizend banen). Zo goed als alle bedrijfstakken hebben te maken met personeelstekort. Vansteenkiste: ‘Vandaag is elke job een knelpuntberoep.’
Een belangrijke reden daarvoor is de vergrijzing van de bevolking. Heel veel 55-plussers verlaten de arbeidsmarkt, gaan met pensioen en moeten vervangen worden. En er komen niet zo veel jongeren op de arbeidsmarkt. ‘Dat zagen we al langer aankomen’, zeggen Denys, Baert en Vansteenkiste in koor. ‘Maar toch werd er niet op geanticipeerd. De krapte op de arbeidsmarkt zal ook nog tien tot vijftien jaar duren, want de uitstroom wel enige tijd.’
Het probleem is vandaag nog wat acuter, omdat de economie zich sterk herpakte toen corona even onder controle was. Dat zorgde voor een grote vraag naar personeel. Uit cijfers van de Nationale Bank blijkt dat 76.000 mensen meer een job hebben dan vóór de coronacrisis. Het aantal vacatures steeg met zo’n 30.000. Tegelijkertijd staat de werkloosheidsgraad met 6 procent historisch laag.
8. Kunnen we de personeelskrapte verminderen?
Quick wins bestaan niet en iedereen moet inspanningen leveren om het probleem van personeelskrapte aan te pakken: de overheid, het onderwijs, de werknemers, werkgevers en ‘ook de robots’, zegt Denys. ‘Ik ben ervan overtuigd dat we de tekorten aan werknemers op de werkvloer zonder meer digitalisering, automatisering en robotisering niet opgelost krijgen.’
Baert laat een proefballonnetje op: ‘We zouden ook migranten kunnen selecteren op hun economische potentieel, zoals ze dat in Australië, Canada en Groot-Brittannië sterker doen. Dat zou op korte termijn kunnen bijdragen tot een oplossing voor bepaalde kraptes op de arbeidsmarkt. Maar is het politiek haalbaar?’
‘Het grote gevaar is dat het probleem van de krapte zich vanzelf oplost’, aldus Baert. ‘Als werkgevers onvoldoende personeel vinden, gaan ze zoeken naar alternatieven. Ze kunnen versneld automatiseren, maar ze kunnen ook afzien van een uitbreiding of verhuizen naar het buitenland. Dan verliezen we welvaart en krijgt de overheid minder belastinginkomsten. Het zou een gemiste kans zijn.’
Denys wil toch eindigen met een positieve noot: ‘Nog nooit zijn de kansen op de arbeidsmarkt voor jongeren zo goed geweest als vandaag, zeker als ze afstuderen als professionele bachelor of master. Voor lager geschoolden blijft het moeilijker. De bedrijven zullen meer inspanningen moeten leveren om voldoende en goed personeel aan boord te krijgen, onder meer op het vlak van bezoldiging. Het is een heel ander verhaal dan dat van de voorbije decennia, toen er een gebrek aan jobs was en heel wat afgestudeerden een werkloosheidsuitkering als vooruitzicht hadden.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier