De federale regering wil de burgers ruim bevragen over modernisering en democratisering van staatsstructuren. Maar, schrijft Karel Volckaert van denktank Itinera, het bestek van de bevraging suggereert een overheid die niet wil raken ‘aan de haken en ogen waarmee het politieke bestel zelf wordt samengehouden’. Terwijl dat juist wél nodig is.
Ministers Annelies Verlinden (CD&V) en David Clarinval (MR), allebei bevoegd voor Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing, publiceerden eindelijk het bestek van de onderzoeksopdracht voor hun breed democratisch debat ‘betreffende de modernisering, de verhoging van de efficiëntie en de verdieping van de democratische beginselen van de staatsstructuren.’
Het bestek vermeldt uitdrukkelijk dat het hier niet gaat ‘om het opstellen van een eenvoudige vragenlijst voor een opiniepeiling.’ De zes thema’s waaruit de bevraging van alle burgers ouder dan 16 jaar, het middenveld, de academische wereld en de lokale overheden zou bestaan, zijn te selecteren uit de bijlage bij het bestek. Ze gaan van de bevoegdheidsverdeling en de samenwerking in een ‘federalisme op basis van een federale overheid en gewesten en gemeenschappen’, over mechanismen voor de solidariteit, responsabilisering en autonomie in de financiering van dat federalisme tot de ‘verrijking van onze representatieve democratie met meer rechtstreekse participatie van burgers in de politieke besluitvorming’, soorten stem- en kiesstelsels of de modernisering van de grondwettelijke rechten en vrijheden.
Het beantwoorden van de basisvragen per thema mag liefst niet meer dan vijf minuten duren; wie de uitgebreide vragen erbij neemt, mag voor de hele bevraging gemiddeld niet langer dan een uur bezig zijn. ‘[H]et geheel van de bevraging moet levendig zijn en ritmisch zodat burgers aangemoedigd worden om alle vragen te beantwoorden.’
Er gaat al even weinig sense of urgency uit van de opdracht als van de beleidsverklaring die eraan ten grondslag ligt. Alsof een zoveelste staatshervorming een afdoende antwoord biedt op de roep om daadkracht, om een groter verantwoordelijkheidsbesef, om een voorbeeldiger ethos. Burgerparticipatie komt sympathiek over maar het bestek suggereert een overheid die zijn net weer iets verder uitgooit zonder te raken aan de haken en ogen waarmee het politieke bestel zelf wordt samengehouden.
‘Hoe legitiem is ons politiek bestel?’
In september 2020 publiceerde Itinera het doordachte Pleidooi voor Politieke Renovatie waarin Christophe Convent op eigen initiatief zeven aanbevelingen formuleerde voor systemische vernieuwing. Convent ziet de particratie de instellingen uithollen en de eigenlijke politieke besluitvorming buitmaken voor eigenbelang. De versplintering-cum-polarisering van het partijpolitieke landschap en in het bijzonder de patstelling die daarvan het gevolg is, legt tegelijk de democratische instellingen lam. Hij reikt nieuwe spelregels aan die de bekwame politici van ons land moet toelaten om de context waarin zij dienen te opereren in goede zin te vernieuwen: een hervorming van Kamer en Senaat, heldere regels voor de ministeriële verantwoordelijkheid en de investituur van de (federale) regering, een correctief referendum en een eigentijdse procedure voor grondwetsherzieningen; en een gezonde partijfinanciering.
Legitimiteit
Het essay van Convent vormde de aanzet voor 23 gesprekken die Itinera het voorbije jaar alvast mocht voeren met grondwetspecialisten, politologen, bestuurskundigen, sociologen en politiek-filosofen. Volgens de experten zit de ‘kloof met de burger’ dieper dan de formele instellingen van de representatieve democratie waarop de bevraging zich lijkt te focussen. Vertrouwen in het politieke stelsel en de politieke klasse komt en gaat met de mate waarin, en de manier waarop die politiek tastbare resultaten kan voorleggen – en met de transparantie waarmee rekenschap wordt afgelegd wanneer dat niet lukt.
De belangrijkste driver voor dat vertrouwen is legitimiteit. Waarom en in hoeverre vinden wij dat de overheid het recht heeft om de macht over ons uit te oefenen? Het persoonlijk voornaamwoord vertelt veel: spreken we over ‘wij’ of over ‘zij’ als we het over de staat, de natie, de politiek hebben?
Iedere schakel, van de premier tot de kleuteronderwijzer, die de realisering van het algemeen belang in de vorm van goede openbare diensten bemoeilijkt, verzwakt de democratie
Legitimiteit komt in drie uiteenlopende maar samenhangende gedaanten: input-, throughput- en outputlegitimiteit. Doet de overheid wat we van haar verwachten (output)? Komen de politieke beslissingen tot stand op een legitieme manier (throughput)? En voelen wij ons vertegenwoordigd en gehoord door de politiek (input)? De meeste zo niet alle verbetervoorstellen van de experten die ons te woord stonden, willen de diverse aspecten van legitimiteit versterken.
Zo wordt democratie te vaak verengd tot burgerparticipatie aan inputzijde. De experten wijzen erop dat vertegenwoordiging veel gelaagder is en fundamenteel verschilt van wat lottrekking of burgerkabinetten laten uitschijnen. De grondwet en de eeuwenoude instellingen van dit land bieden al heel wat aanknopingspunten om je stem te laten horen en het politieke proces ‘leesbaar’ te maken, nog voor we over ‘modernisering’ nadenken.
En slaagt het systeem er dan in om diezelfde burger ook op het terrein effectief openbare diensten en publieke goederen aan te bieden? La de?mocratie, c’est la performance, noteerden we in de gesprekken. Iedere schakel, van de premier tot de kleuteronderwijzer, die de realisering van het algemeen belang in de vorm van goede openbare diensten bemoeilijkt, verzwakt de democratie.
Een dergelijke zienswijze vereist ook dat fundamenteel wordt nagedacht over de rol van de overheid in ieder domein van het beleid. Is de overheid regelgever, toezichthouder, regisseur, aandeelhouder…? Die rol blijft onbesproken in het ‘Dialoogplatform’ van ministers Verlinden en Clarinval.
Uitsmeren van de macht
Werkelijk alle experten wezen erop dat de overheid in belangrijke mate wetgevende en uitvoerende macht heeft gedelegeerd aan instellingen zoals de partijen of de sociale partners zonder dat de grondwet daarin voorziet. Het proportioneel ‘uitsmeren’ van de macht is een wezenlijk kenmerk van het Belgische bestel geworden. Iedere politieke vernieuwing die de blik verengt tot enkel de formele politieke instellingen blijft blind voor de impact van die ‘andere’ instellingen – denk: kabinetten – op de input-, throughput- e?n outputlegitimiteit.
Dat uitsmeren van de macht stelde ons land in staat om de socio-economische en cultureel-ideologische breuklijnen tussen de Belgen dicht te plamuren. Dat neemt niet weg dat de misschien belangrijkste breuklijn in ons land de taalgrens blijft. Experten uit de drie taalgebieden zijn het erover eens dat een gedeelde publieke sfeer de fundamentele voorwaarde is om het land bijeen te houden.
Maar de experten zijn haast unaniem dat de staatshervormingen en de exclusieve bevoegdheidsverdeling sinds 1970 in een doodlopend straatje zijn beland. De complexiteit en de rigiditeit van België is daarbij niet louter te reduceren tot het aantal bestuurlijke entiteiten en niveaus. Het wezenlijke verdriet van België is dat de vlotte samenwerking, het uitwisselen van gegevens, het afstemmen van beleid tussen die niveaus en entiteiten ontbreekt. Gedrochten als de bijzondere financieringswet – wie gaat dié aan de respondenten uitleggen? – stutten met vallen en opstaan een krakkemikkige staatsstructuur die niet op vijf minuten een onderbouwd antwoord kan krijgen. De legitimiteit in al haar gedaantes van het Belgische bestel vergt een nieuw e?lan van state building.
De Doordenkers van Knack.be: Wat na corona?
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier