Robbert de Witt
‘Hoe een Nederlandse minister een Venezolaanse oppositieleider uit de gevangenis redde’
Dat een presidentskandidaat uit een dictatuur, die anders zijn laatste jaren zou slijten in een vochtige gevangenis, dankzij Nederlands handelen is gered, toont dat Nederland wel degelijk een kracht ten goede kan zijn, schrijft Robbert de Witt (EW).
In eerste instantie zou je zeggen dat het onlogisch is om verkiezingen te organiseren in een dictatuur. Er mag immers maar één uitkomst zijn, en dat is opnieuw een overweldigende zege van de grote leider. Waarom dan al dat gedoe, met verkiezingsposters, tv-spotjes, stembiljetten drukken?
Het antwoord is simpel: omdat ook dictators graag willen laten zien dat zij breed worden gesteund door de bevolking. Ook in onvrije landen worden daarom verkiezingen gehouden. Maar al hun macht ten spijt zijn verkiezingen ook voor dictators een hachelijke onderneming. De verkiezingen moeten er echt uitzien, tegelijk willen ze zeker weten dat ze niet zullen verliezen.
Soms gaat dat mis. Zoals in Wit-Rusland, waar Aleksandr Loekasjenko het in 2020 plots benauwd kreeg toen ondanks alle repressie enkele kandidaten durfden op te staan. Hij liet tegenkandidaat Sergej Tichanovski oppakken, maar rekende er niet op dat diens echtgenote Svetlana Tichanovskaja zich verkiesbaar zou stellen. Loekasjenko liet de resultaten vervalsen en betogingen uiteenslaan.
Rusland en Iran doen het slimmer, omdat ze potentieel populaire oppositiekandidaten helemaal niet laten meedoen. In Rusland verzinnen Poetingezinde aanklagers gewoon wat strafbare feiten en hup, weer een probleem achter de tralies. Zie wat er met Aleksej Navalny gebeurde: hij werd eerst vergiftigd, toen veroordeeld en stierf in een Siberisch strafkamp.
In Iran selecteert een speciale raad, die onder invloed staat van de ayatollahs, zorgvuldig welke personen zich verkiesbaar mogen stellen. Dreigen zij de zittende macht in gevaar te brengen, dan mogen ze niet meedoen. Zo lopen de machthebbers in Iran nooit echt een risico bij verkiezingen.
Nicolás Maduro onderschatte de Venezolaanse oppositie
In Venezuela ging het onlangs net zo mis als in Wit-Rusland. Zittend dictator Nicolás Maduro zuigt het land leeg zoals zijn voorganger Hugo Chavez dat deed. De bevolking lijdt honger – let wel, in een land met een van de grootste olievoorraden ter wereld, dat dus net zo rijk had kunnen zijn als Qatar en Saudi-Arabië. Maar voor de presidentsverkiezingen van eind juli had Maduro de weerstand tegen zijn misdadige regime volledig onderschat. Net als de inventiviteit van zijn voornaamste uitdager, de 75-jarige oud-diplomaat Edmundo González.
In de wetenschap dat het socialistische regime de verkiezingsuitslag zou vervalsen, verzamelde de oppositie de gegevens van 80 procent van de stembureaus. Die werden vervolgens op internet gepubliceerd, en daaruit bleek dat González de echte winnaar was op 28 juli. Desondanks riep de door Maduro gecontroleerde Nationale Kiesraad Maduro uit tot winnaar. Er werd geen bewijs geleverd. Volgens de Kiesraad waren de stemcomputers gehackt vanuit Noord-Macedonië – wat werd ontkend door dat land. Het leidde tot massale protesten in Venezuela. Zeker dertig betogers werden gedood en tweeduizend leden van de oppositie opgepakt. Zes medewerkers van oppositieleider María Corina Machado zitten ondergedoken in de Argentijnse ambassade, waarvan de elektriciteit werd afgesloten.
Venezolaanse oppositieleider kreeg Nederlandse bescherming
Begin deze maand werd een arrestatiebevel uitgevaardigd tegen González. Maar die was al ondergedoken, de dag na de verkiezingen. Begin september dook hij op in Spanje. Twee weken geleden meldde minister van Buitenlandse Zaken Caspar Veldkamp (NSC) in een Kamerbrief dat hij ‘op dringend verzoek’ van González ‘zo lang als nodig’ gastvrijheid beloofde te verlenen in de residentie van de Nederlandse zaakgelastigde (een ambassadeur heeft Nederland niet in Venezuela).
Wekenlang verbleef de winnaar van de presidentsverkiezingen in Venezuela dus in het geheim onder Nederlandse bescherming in Caracas, totdat hij toestemming kreeg om het land te verlaten.
In het vorige week bekendgemaakte Regeerprogramma schrijft de regering-Schoof dat Nederland ‘internationaal gezien een land is om rekening mee te houden, maar zeker geen grootmacht’. Dat duidt op bescheidenheid. En velen zullen van dit kabinet ook bepaald geen moreel hoogstaand buitenlandbeleid verwachten. Maar Veldkamp is een ervaren diplomaat, en beseft het belang van het wereldwijde Nederlandse ambassade-netwerk. Tekenend is dat er minder fors op wordt bezuinigd.
Dat een presidentskandidaat uit een dictatuur, die anders zijn laatste jaren zou slijten in een vochtige gevangenis, dankzij Nederlands handelen is gered, toont dat Nederland wel degelijk een kracht ten goede kan zijn.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier