Tibor Dessewffy

‘Hoe een Hongaarse lerarenbeweging de strijd aanbindt met Viktor Orban’

Tibor Dessewffy Eotvos Lorand Universiteit (Boedapest)

‘Hoe kun je vechten voor waar je in gelooft als je daarmee je broodwinning en je eigen veiligheid op het spel zet? Dit is een vraag waar sommige Hongaren nu mee worstelen tegen een achtergrond van democratisch verval onder Viktor Orban en zijn regerende Fidesz-partij’, schijft Tibor Dessewffy van de Eotvos Lorand Universiteit in Boedapest.

Voor de Hongaarse leraren, die de afgelopen acht jaar al meermaals op straat hebben geprotesteerd, is deze kwestie bijzonder nijpend. Sinds 2010 zijn ze getuige van verregaande nationalistische veranderingen in het onderwijssysteem van het land, waaronder een herschrijving van het curriculum om het “patriottischer” en gezinsgerichter te maken. Er is weinig ruimte voor salarisverhoging, en dit ondanks aanhoudende hoge inflatie. Ondertussen zijn er op veel plaatsen personeelstekorten en zorgen de arbeidsomstandigheden, die al niet goed waren, er verder voor dat hun beroep een van de slechtst betaalde beroepen in de Oeso is, en binnen de Europese Unie. Dit alles gebeurt in een tijd van grootschalige bezuinigingen, zoals de het afschaffen van leerstof die niet overeenkomt met de ideologie van de regering, en een reeks wetten die niet alleen de arbeidsrechten van leraren hebben uitgehold, maar ook hun vermogen om goed onderwijs te bieden aan jonge Hongaren.  

Op het eerste gezicht lijkt dit een fout in het systeem. Maar in werkelijkheid is het juist de bedoeling. Orban en zijn regering volgen een strategie om het openbaar onderwijs in Hongarije af te bouwen. Ze zijn expliciet in hun doelstellingen, en over hoe hun aanval op leraren buiten christelijke scholen een kleine prijs is voor de cultuuromslag die ze in het land willen bewerkstelligen.

De premier heeft al openlijk gesproken over het belang van “collectieve overtuigingen en sociale gebruiken”, en zijn regering heeft ondanks de verlammende golven van protesten voet bij stuk gehouden, de controle overgedragen van een aantal openbare universiteiten aan stichtingen waarvan het bestuur bestaat uit hooggeplaatste partijfunctionarissen. Wie zich tegen de gang van zaken durfde uit te spreken, kreeg te maken met repressailles. Het is niet ongebruikelijk dat door de overheid gesteunde media mensen zwartmaken die zich uitspreken over de toestand van het land. Zij worden dan bestempeld als onderdeel van de “dollar left” of“buitenlandse agents”, terminlogie die doet denken aan het discours van autocratieën zoals Rusland.

Een groep die in de vuurlinie staat van de aanvallen van de regering op het openbaar onderwijs is Tanítanék (uitgesproken als ’tani-ta-nek’, wat vrij vertaald ‘ik wil lesgeven’ betekent), een volksbeweging die maandenlange protesten in Hongarije coördineerde, die 90.000 actieve leden heeft en die vorig jaar de Europese Burgerprijs 2023 kreeg als erkenning voor haar werk. 

De medeoprichter, Katalin Törley, is een politieke kracht vanwege haar centrale rol in de golven van protesten die het land in 2022 en 2023 in zijn greep hileden. Daarnaast wil ze het bij de komende Europese verkiezingen opnemen tegen de Fidesz-partij van Viktor Orban.

Törley werkte als leerkracht Frans toen ze in 2022 abrupt ontslagen werd. Samen met vier collega’s was een staking begonnen tegen de pogingen van de overheid om haar status als overheidswerknemer in te trekken, haar toegestane wekelijkse werkuren te verhogen, en haar mogelijkheden te beperken om zich uit te spreken tegen het onderwijssysteem, zelfs privé.

De wetgeving hierachter, die zij en andere critici de Wraakwet’ noemen, leidde tot enorme en langdurige protesten in een aantal Hongaarse steden. In Boedapest gingen tienduizenden studenten en leraren vershillende keren de straat op om hun leraren te verdedigen en Törley te steunen, die tot dan toe twee decennia lang aan dezelfde school in Boedapest had gewerkt.

Veel van deze demonstranten waren creatief; zo was er een groep die het woord ’toekomst’ (JÖVŐ) in ijs op de trappen van het parlementsgebouw hadden geschreven, als een visuele voorstelling om te laten zien dat de kansen voor de Hongaarse jeugd aan het wegsmelten zijn. Anderen, waaronder veel jonge studenten, voerden vreedzame obstructies uit, maar kregen te maken met een hardhandige reactie van de politie, waarbij ook traangas werd gebruikt.

Als reactie daarop groef de regering zich in. En terwijl de protesten op straat week na week aanhielden, begon de overheid de aanwezige leraren aan te vallen en van hun broodwinning te beroven. Net als Torley werden zij ervan beschuldigd de voorwaarden van hun beroep, zoals vastgelegd door Fidesz, te schenden, waarop ze hun baan verloren.

Protest Hongarije
Archiefbeeld van een betoging van studenten en leerkrachten in Boedapest uit 2023. © Getty

Törley’s moedige en blijvende inzet voor deze bewegingen, die tot op de dag van vandaag doorgaan, heeft ervoor gezorgd dat ze een belangrijk doelwit is geworden van de partijmachine van Fidesz. Sinds 2022 krijgt ze te maken met een bijna dagelijks spervuur van beledigingen, laster en negatieve profilering vanuit de pro-regeringskranten, die nu goed zijn voor meer dan 80% van de publieke media in het land. Samen met haar Tanítanék-collega’s – kreeg ze ook te maken met fysieke aanvallen van mensen die gelieerd zijn aan de partij van Orban. De door Fidesz gecontroleerde regering van Hongarije heeft er schijnbaar geen genoegen mee genomen om Törley haar beroep te ontnemen, maar heeft haar daarnaast ook een reeks van boetes opgelegd voor ‘burgerlijke ongehoorzaamheid‘. 

Deze aanvallen hebben haar opmars echter niet kunnen stoppen. Vandaag de dag blijven Torley en de bredere Tanítanék-beweging groeien, dankzij de ontwikkeling van een bewust en professioneel digitaal plan. In tegenstelling tot andere bewegingen in Hongarije opereert Tanítanék buiten de sociale en traditionele media om. Ze ontmoeten hun achterban via e-mail, SMS, telefoon, persoonlijk contact en online bijeenkomsten. Door de manier waarop gewone Hongaren betrokken kunnen raken te diversifiëren – onder andere via donaties aan de basis – heeft de beweging aan kracht en aanhang gewonnen – tot het punt dat ze nu tienduizenden actieve leden heeft en een financieringsstroom, die stakende leraren helpt ondersteunen, van meer dan 1 miljoen euro in twee jaar.

Dit is een hele prestatie, gezien de steeds beperktere ruimte waarin Tanítanék publiekelijk kan opereren, en het geeft aan dat er nog steeds hoop en strijd is onder de Hongaarse burgermaatschappij om Orban en zijn streven naar een eenpartijstaat terug te dringen.

Voor Törley en haar gemeenschap van leraren, studenten en ouders is hun vastberadenheid altijd geleid door de ambitie om jonge mensen het onderwijs te geven dat ze nodig hebben en verdienen. Of ze zullen zegevieren valt nog te bezien, maar de beweging – en Törley’s eigen groeiende populariteit – biedt optimisme dat er een betere toekomst in het verschiet ligt.

Tibor Dessewffy is directeur van het Digital Sociology Research Center aan de Eotvos Lorand Universiteit in Boedapest en raadslid van de European Council on Foreign Relations (ECFR). 

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content