Hoe duurzaam is duurzaam beleggen? ‘Ecologie en rendement hoeven elkaar niet uit te sluiten’
Terwijl de inflatie spaartegoeden opvreet, noteerde de Bel20 vorig jaar 19 procent groei. Logisch dus dat Belgen massaal de weg naar de beurs vinden. Nieuw is dat beleggers daar niet alleen naar rendement maar ook naar impact kijken. Duurzaam investeren is trending, maar wat is duurzaam en wat het verschil tussen licht- en donkergroen?
Geld maakt geld, luidt een economische wijsheid. Maar hoe laat je tegenwoordig je euro’s renderen die je niet meteen nodig hebt? Wegzetten op een spaarboekje is nauwelijks rationeler dan krasbiljetten kopen. Grootbanken bieden een basisrente van 0,01 procent plus een getrouwheidspremie van 0,10 procent. Geen vetpot, zeker niet in het licht van de inflatie die in maart tot 8,31 procent op jaarbasis opliep. Met zulke verhoudingen smelt koopkracht snel weg. Dus gaan steeds meer Belgen met hun spaargeld naar de beurs, ook al is dat vaak een grote stap.
Beleggen gebeurt niet in een laboratorium, wereldeconomie en geopolitiek spelen mee. Het lijdt geen twijfel dat wapenproducenten sterke kwartalen voor de boeg hebben, net zoals fossiele brandstofbedrijven die in het gat van Gazprom of Lukoil springen. Daar valt geld te rapen. Maar de moderne belegger verwacht van zijn investeringen dat ze een bijdrage leveren aan een duurzame economie en leefbare toekomst. Dat is ook wat de Europese Commissie wil. De financiële sector speelt een cruciale rol in de Green Deal. Tegen 2030 moet voor 279 miljard euro aan publieke en particuliere klimaat- en milieu-investeringen worden gefinancierd.
Greenwashing
Duurzaam beleggen is een heet hangijzer voor bankiers, vermogensbeheerders, institutionele en particuliere beleggers. Daarbij klinkt vaak de afkorting ESG, wat staat voor de criteria Environmental, Social en Governance. Investeringen moeten dus niet alleen groen zijn, maar ook scoren op parameters zoals arbeidsvoorwaarden, diversiteit op de werkvloer, financiële transparantie, loonspanning en bonusbeleid. De duurzame belegger ziet zichzelf als een SRI, een Socially Responsible Investor. De afkortingen zijn helder, maar hun toepassingsgebied is dat veel minder. Het duurzame karakter van beleggingen is voor interpretatie vatbaar, en ook het woord ‘greenwashing’ valt snel: de dingen allemaal wat milieuvriendelijker voorstellen dan ze in werkelijkheid zijn.
De ceo gaf toe dat Solvay een deel van het probleem is. Maar ook een deel van de oplossing. Want wie gaat die hele transitie financieren?
Ben Granjé, Vlaamse Federatie van Beleggers
Niemand die dat beter beseft dan Ophélie Mortier, Responsible Investment Strategist bij Degroof Petercam Asset Management, een van de grootste spelers in ons land in fondsenbeheer. ‘Er is geen heldere definitie van duurzaamheid’, zegt Mortier. ‘Toch zie je het begrip vaak opduiken in de prospectus van beveks. Maar dat biedt niet veel houvast. Het financieel dienstverleningsbedrijf Morningstar onderzocht de duurzaamheidsclaims van de in België verhandelde fondsen. Hun conclusie? Alles wordt op een hoop gegooid.’
Nochtans zijn er genoeg labels voor beleggingsfondsen die zichzelf als duurzaam willen aanprijzen. ‘Die zijn zeker nuttig’, vindt Mortier. ‘Probleem is dat ieder land zijn eigen labels heeft. Wij gebruiken Luxflag, een label dat wereldwijd erkend wordt. Daarnaast dragen meer en meer van onze duurzame fondsen het Febelfin-label Towards Sustainability, een van de strengste in Europa.’
Labels, een vorm van zelfregulering, zijn ongetwijfeld nuttig, maar voor de Europese Commissie volstaan ze niet. Sinds 21 maart 2021 is de Sustainable Finance Disclosure Regulation (SFDR) van kracht. Die verordening moet kapitaalstromen richting duurzame economie kanaliseren en meer transparantie over beleggingsrisico’s bieden. SFDR moet ook helpen om echt duurzaam te onderscheiden van greenwashing. ‘Financiële actoren worden verplicht hun fondsen in drie categorieën onder te brengen’, zegt Mortier. ‘Er is een grijze restcategorie zonder duurzame eigenschappen, en dan zijn er fondsen die onder artikel 8 of artikel 9 vallen. Acht staat voor lichtgroen, fondsen met ecologische of sociale kenmerken. Om het stempel donkergroen te krijgen, moet duurzaamheid echt tot de doelstellingen van de fondsen behoren.’
Wapenproducenten
Alleen wordt het criterium ‘ecologische en sociale eigenschappen’ niet omschreven in de verordening. En waar precies gaat lichtgroen over in donkergroen? ‘Voorlopig mogen de nationale toezichthouders de classificatie zelf bepalen’, zegt Mortier. ‘De Belgische beurswaakhond FSMA is bijvoorbeeld erg streng, terwijl de Luxemburgse toezichthouder heel soepel artikel 8-kwalificaties toekent. Dat zal veranderen wanneer op 1 januari 2023 de tweede fase van SFDR in werking treedt. In heel Europa worden fondsen dan verplicht een uniforme template in hun prospectus op te nemen. Daarmee kunnen particuliere beleggers in één oogopslag zien of het om artikel 8 of artikel 9 gaat. Ook op de website moet er transparant worden gecommuniceerd. Fondsen die artikel 9 claimen moeten bovendien jaarlijks rapporteren over de inspanningen die ze leveren rond hun duurzaamheidsdoelstellingen.’
Dat wapenproducenten of tabaksbedrijven voor artikel 8 noch artikel 9 in aanmerking komen, behoeft geen commentaar. Maar de toekenning van vooral de donkergroene status blijft een heikele zaak. Mortier geeft een voorbeeld uit de Bel20. ‘Neem nu de materialengroep Umicore’, zegt ze. ‘Niet meteen een naam die je met duurzaamheid associeert, maar Umicore investeert wel zwaar in recyclage- en batterijtechnologie. Daarmee valt het bedrijf in de Europese taxonomie duidelijk onder artikel 9. Voor chemiereus Solvay kun je dezelfde redenering volgen, want ook daar zit duurzame innovatie in de corebusiness. Warenhuisgroep Colruyt is een ander verhaal. Die investeren wel in windenergie, maar retail blijft hun kernactiviteit.’
Ik ben op mijn hoede voor oliebedrijven die hun naam veranderen om zich een groen imago aan te meten.
Danny Reweghs, Trends MoneyTalk en Inside Beleggen
En oliebedrijven die onder artikel 9 vallen? Voor Mortier is het minder vergezocht dan je zou denken. ‘TotalEnergies is de grootste beursgenoteerde solar-speler van België’, zegt ze. ‘Shell is dan weer een reus in windenergie.Weegt dat op tegen hun fossiele activiteiten? Die discussie is nog niet uitgeklaard.’
Filantropie
Bij Triodos Investment Management is het wel een uitgemaakte zaak: fossielebrandstofbedrijven komen er niet in. ‘Als je in een fonds stapt waar Shell in zit, dan steun je nog altijd een oliebedrijf’, zegt Hans Stegeman, Chief Investment Strategist. ‘Dat spoort niet met onze opvatting over artikel 9. ‘ Bij Triodos, dat duurzaamheid in DNA en marketing voert, hebben beleggers de keuze uit verschillende artikel 9-fondsen. Donkergroen vermogensbeheer sluit multinationals overigens niet uit. Zo zit de Franse voedingsgigant Danone in het Triodos Global Equities Impact Fund. ‘Omdat ze een geloofwaardige transitie maken richting duurzame voedselproductie en gezonde eetcultuur’, zegt Stegeman. ‘Het is ons altijd om positieve impact te doen. Natuurlijk is rendement ook belangrijk, we zijn niet met filantropie bezig. Maar als we moeten kiezen tussen het hoogste rendement of de grootste impact, dan kiezen we voor dat laatste.’
Danny Reweghs, beurs-commentator bij Kanaal Z en directeur strategie van Trends MoneyTalk en Inside Beleggen, wil graag een misverstand uit de wereld helpen. ‘Ecologie en rendement hoeven elkaar op de beurs niet uit te sluiten’, zegt hij. ‘Ik heb het vandaag nog gecheckt: hoe heeft de MSCI World Index, het kompas voor de wereldbeurs waarop alle grote vermogensbeheerders varen, de voorbije vijf jaar gepresteerd? En hoe heeft zijn groene tegenhanger, de MSCI World SRI Index, het in diezelfde periode gedaan? De algemene index was met 69,1 procent gestegen, terwijl de ESG-index een stijging van 80,1 procent heeft neergezet. Eigenlijk is dat niet verwonderlijk. Bedrijven die ESG serieus nemen, worden door de bank genomen geleid door competente managers die snappen dat de toekomst duurzaam is. Ze gaan goed om met hun stakeholders en met het milieu. En dat resulteert in gemotiveerde werknemers en tevreden klanten. Zo’n aanpak staat garant voor goede prestaties, ook op de beurs.’
Oliebedrijven
Reweghs ziet het aantal ESG-fondsen gestaag toenemen. ‘Het gaat snel’, zegt hij. ‘Er zijn allerlei mechanismen die de markt richting duurzaam sturen. Banken voelen de druk van de klanten en zetten op hun beurt fondsen- beheerders onder druk om scherp toe te kijken op ESG-criteria. Dat gaat ver, ze weigeren zelfs bepaalde fondsen in hun producten op te nemen.’ De snelle expansie van duurzame beleggings- fondsen kan helpen om kleurentwisten over grijs, licht- en donkergroen uit te klaren. ‘De markt zal strenger worden’, voorspelt Reweghs. ‘Vijf jaar geleden was de visvijver voor duurzame fondsen nog klein. Lastig voor de fondsenhuizen, want het spreiden van risico’s is essentieel voor zo’n beleggingsproduct. Nu het aanbod van duurzame lijnen groeit, kunnen ze veel strenger selecteren.’
Mogen de Shells en Totals van deze wereld zich duurzaam noemen omdat ze aan een transitieproces zijn begonnen? Daarover kunnen onze leden oeverloos discussiëren.
Ben Granjé, Vlaamse Federatie van Beleggers
TotalEnergies – de meervoudsvorm in de nieuwe naam van de Franse energiereus geeft ook al de recente aandacht voor renewables weer – zou Reweghs niet meteen in een artikel 9-fonds opnemen. ‘Ik ben op mijn hoede voor olie- bedrijven die hun naam veranderen om zich een groen imago aan te meten,’ zegt hij, ‘zeker als ze ondertussen verder gaan met het exploreren van nieuwe olie- en gasvelden. TotalEnergies is een randgeval. Ze menen het met hun transitieplannen, maar een blik op de omzetcijfers leert dat het vooralsnog een oliebedrijf is. Let wel, ik vind dat we met een open blik moeten kijken naar fossiele bedrijven in transitie. Waarom zouden we niet investeren in de transitie van het staalconcern ArcelorMittal, de grootste CO2-uitstoter van België? Voor het klimaat kunnen we nergens een groter verschil maken.’
Warren Buffett
Bankiers, vermogensbeheerders en fondsenhuizen gaan dus vol in de bocht. Maar worden ze wel door de particuliere belegger gevolgd? Ben Granjé, ceo van de Vlaamse Federatie van Beleggers (VFB), klinkt genuanceerd. ‘Er wordt veel over gepraat, ook in beleggingsclubs’, zegt hij. ‘Duurzaam beleggen wordt bijvoorbeeld een belangrijk topic op onze jaarlijkse happening zaterdag. Maar om nu te zeggen dat het mainstream is? Er zijn zeker leden voor wie duurzaamheid de doorslag geeft. Maar de grote meerderheid kijkt nog altijd in de eerste plaats naar rendement. Duurzaamheid zien ze als secundair, iets wat ze pas beseffen als hun bankier of vermogensbeheerder erop wijst. Dat gebeurt steeds vaker, op dat niveau is de trend onmiskenbaar. Vermogensbeheerders bouwen systematisch duurzaamheid op in hun portefeuille, ze hebben allemaal wel een of meerdere specialisten in huis om hun fondsen te screenen.’
Granjé werkte tot 2019 bij het Amerikaanse Morningstar, en hij kijkt dan ook verder dan Vlaanderen. Zo wijst hij op de rol van BlackRock, ’s werelds grootste vermogensbeheerder met een belegd vermogen van meer dan 900 miljard euro. BlackRock staat bekend voor duurzame fondsen die ook in Europa gretig worden verdeeld via banken en online platforms. ‘Er zit een stuk imagebuilding aan vast’, zegt Granjé. ‘Laurence Fink, ceo van BlackRock, heeft de mond vol van sustainability. Maar de bulk van zijn fondsen is nog altijd mainstream. Toch kun je niet ontkennen dat BlackRock louter door zijn gewicht de hele markt richting duurzaamheid doet bewegen. Dat kan bijvoorbeeld niet worden gezegd van Warren Buffett, een pure value investor tot in de kist. Maar zelfs dat soort belegger komt steeds vaker bij duurzaam uit, simpelweg omdat daar veel rendement te rapen valt.’
Ilham Kadri
Zoals iedereen in de sector kijkt Granjé aandachtig naar het getouwtrek rond de SFDR-regels. De Europese Commissie heeft EFRAG, een consultancybedrijf uit Brussel dat gespecialiseerd is in governance en sustainability, de opdracht gegeven om een roadmap uit te stippelen voor de tweede fase van de uitrol. ‘Alles hangt af van hoe ze de ESG-criteria zullen evalueren’, zegt Granjé. ‘Kiezen ze voor een cut-off score, waarbij bedrijven die niet volledig aan de standaarden voldoen onherroepelijk afvallen? Of voor een schaalevaluatie, bijvoorbeeld met een score van 1 tot 10? Dat is het principe van het Febelfin-label Towards Sustainability. De crux zit in het eerste woord: “towards” impliceert geleidelijkheid. Bedrijven hoeven niet donkergroen te zijn, belangrijk is dat ze stappen zetten naar duurzaamheid.’
Beleggen in uranium is absoluut duurzaam, want zonder kernenergie wordt onze stroomproductie nooit klimaatneutraal.
Bart Goemaere, BeursTips
Zijn eigen voorkeur voor geleidelijkheid hoeft geen betoog. ‘Ilham Kadri, ceo van Solvay, kwam onlangs bij ons spreken, onder meer over de klimaatcrisis. Zij gaf toe dat Solvay een deel van het probleem is. Maar, zo voegde ze eraan toe, Solvay is ook een deel van de oplossing. Want wie gaat die hele transitie financieren? Daarvoor moet je niet naar start-ups kijken, die zijn veel te klein en fragiel. De transitie kan alleen slagen als fossiele bedrijven meedoen, want zij hebben er de financiële middelen en de organisatorische slagkracht voor. Natuurlijk ligt het gevoelig, vooral wanneer het over oliegiganten gaat. Mogen de Shells, BP’s of Totals van deze wereld zich duurzaam noemen omdat ze aan een transitieproces zijn begonnen? Daarover wordt ook onder onze leden oeverloos gediscussieerd.’
‘Het doet mij soms denken aan de Barco-discussies van vroeger’, zegt Granjé. ‘Als een Belgisch bedrijf beeldschermen levert voor militaire vliegtuigen en drones, moeten we het dan als een wapenbedrijf beschouwen? En zo ja, waar trek je de lijn? Zijn dan ook de softwarebedrijven die de IT voor die drones leveren, wapenproducenten? Daar kun je eindeloos over doorbomen. Overigens, ook beleggen in grijze fondsen of aandelen kan duurzaamheid bevorderen. Aandeelhouders kunnen hun positie gebruiken om ecologische of ethische doelstellingen bij het management aan te kaarten, desnoods op de algemene vergadering. Het gebeurt trouwens steeds vaker dat fondsenbeheerders bedrijven met die bedoeling op het matje roepen.’
Waterstofrevolutie
Een duurzame belegger kun je Bart Goemaere niet noemen. De man achter BeursTips, een van de vele digitale nieuwsbrieven met beleggingsadvies en beursanalyses voor abonnees, deelde eind 2020 op de website Spaarvarkens.be zijn drie favoriete aandelen. Behalve Kinepolis – het einde van corona leek toen nabij – tipte hij een uraniummijn en een producent van stikstofhoudende kunstmest. ‘Wat is duurzaam?’ vraagt hij zich retorisch af. ‘Mijn institutionele klanten zijn gebonden aan allerlei regels. Zij liggen wakker van ESG, maar gelukkig hoef ik me daar niets van aan te trekken. Duurzaam of niet duurzaam, mijn beurswijsheid blijft dezelfde. Koop op het juiste moment, pik er bedrijven uit die ondergewaardeerd zijn, maar kijk uit of er voldoende katalysatoren zijn voor een turnaround.’
Zelfs Warren Buffett, een pure value investor, komt steeds vaker bij duurzaam uit, omdat daar veel rendement te rapen valt.
Ben Granjé, Vlaamse Federatie van Beleggers
Vanuit die filosofie runt Goemaere bij BeursTips twee model- portefeuilles, eentje met risicoaandelen en een grotere portefeuille die de naam ‘Schatten op Zolder’ kreeg. ‘Wapens komen er niet in’, zegt hij. ‘Maar voor de rest stel ik geen veto’s. Ik zit sterk in grondstoffen. Niet groen, denken velen, maar ze vergissen zich. Beleggen in uranium is absoluut duurzaam, want zonder kernenergie wordt onze stroomproductie nooit klimaatneutraal. Ik heb al jarenlang First Quantum Minerals in portefeuille, een Canadees mijnbouwbedrijf dat vooral koper ontgint. Moet ik me daarvoor schamen? Zonder koper geen zonnepanelen en geen elektrische auto’s. Mijnbouw en mijnbouw is twee, First Quantum wijdt in zijn jaarverslagen hele hoofdstukken aan ESG.’
Wie over een en ander een tweede opinie zoekt: Triodos Nederland lanceerde vorige week een impact-app om de duurzaamheid van beleggingsfondsen te toetsen. Het internet wemelt intussen ook van kritische dossiers over de ESG-impact van de financiële sector. Dat Greenpeace anders aankijkt tegen beleggen in uraniummijnen dan BeursTips zal niemand verwonderen. Inzichtelijk is de website van NewB, een nieuwe coöperatieve bank die uitsluitend artikel 9-fondsen aanbiedt. De kans is klein dat een van de lijnen in die portefeuille naar OCI leidt, een van de grootste producenten ter wereld van stikstof- houdende meststoffen. Een groot deel van de productie gebeurt in Nederland, waar stikstof erg omstreden is. Toch aarzelt Bart Goemaere niet om zijn belegging in OCI duurzaam te noemen. ‘Bekijk het in het licht van de waterstofrevolutie’, zegt hij. ‘In de scheepvaart zijn ze er al volop mee bezig: de volgende generatie scheepsmotoren zal niet op diesel maar op waterstof draaien. Daarvoor moet je waterstof natuurlijk kunnen opslaan. Methanol en ammoniak, twee producten die OCI op industriële schaal aanmaakt, zijn de beste dragers. Ik beleg dus niet in kunstmest, maar in de toekomst van waterstof.’
Goemaere doet nog een beurstip cadeau. ‘Agfa weegt voor 4,5 procent in “Schatten op Zolder”‘, zegt hij. ‘Velen associëren die naam met offset drukplaten en inkten of medische beeldvorming. Maar niet veel mensen weten dat Agfa aan een turnaround bezig is waarin waterstof centraal staat. Brandstofcellen werken niet zonder membraan voor elektrolyse en daar is Agfa wereldtop in. In 97 procent van alle brandstofcellen zitten Zirfon-membranen uit Mortsel. Als dat geen groene belegging is, dan weet ik het ook niet.’ Het verschil tussen grijze en groene waterstof laten we even onbesproken. Een gratis beurstip is als een gegeven paard, je kijk het niet in de bek.
CIJFERS
8,31% inflatie en een lage basisrente vreten aan onze koopkracht.
81% is de stijging van de groene wereldwijde beursindex. De algemene index steeg met 69,1 procent
279 miljard euro aan klimaat- en milieu-investeringen moet de EU tegen 2030 gefinancierd krijgen.
5x groen beleggen
Ook uw duurzame beleggingen moet u goed spreiden. Dat kan door een ESG-beleggingsfonds te kopen bij uw financiële tussenpersoon of, als u kostenbewust wilt werken, via een tracker (ETF). Om maar één voorbeeld te geven uit het ruime aanbod: iShares Global Clean Energy ETF (ISIN-code IE00B1XNHC34).
Wil u toch gaan voor individuele kanshebbers? Danny Reweghs, directeur strategie Trends MoneyTalk en Inside Beleggen selecteerde vijf duurzame bedrijven – drie grote waarden en twee kleinere, beloftevolle namen:
Neste:
Fins bedrijf, ooit staatsbedrijf als raffinageonderneming, maar getransformeerd tot de wereldmarktleider in hernieuwbare brandstoffen uit afval en residuen als bakolie en verwerking van plantaardige olie. Wil tegen eind 2023 de capaciteit met 50 procent opdrijven. Het voorbije jaar is de koers behoorlijk teruggevallen en dat biedt opnieuw kansen.
RWE:
Een van de grotere energiespelers in Duitsland. Door de Duitse ‘Energiewende’ hebben ze zich sneller dan de concurrentie op alternatieve energie toegelegd. Is daardoor al uitgegroeid tot een van de grootste spelers in alternatieve energie en wil zijn capaciteit verdrievoudigen tussen 2020 en 2030. RWE is ook een belangrijke pionier in waterstof. Waardering is zeer redelijk.
Siemens Gamesa Renewable Energy:
De fusie van het Duitse Siemens Wind Power en het Spaanse Gamesa uit 2017. Op de beurs voorlopig een grote flop. Dat heeft het aandeel aantrekkelijk gemaakt, want ondanks alle negatieve berichten blijft het bedrijf een leider in offshorewind (windparken op zee), toch het groeisegment in de wind- energie. Een koopje voor de wat langere termijn.
7C Solarparken:
De koers van het aandeel is wel wat opgelopen op korte termijn, maar blijft een aanrader op lange termijn. Notering op de Duitse beurs, maar wel met een Belgisch management. In hoofdzaak zonneparken in Duitsland, maar steeds meer ook een Vlaamse component. Zeer mooi groeiverhaal sinds notering in 2014.
Avantium:
Produceert hernieuwbare plastics en chemicaliën en noteert op Euronext Brussel. Zit nog in een pioniersfase en heeft net geld opgehaald voor een nieuwe fabriek die eind volgend jaar operationeel moet zijn. Wil een biologisch afbreekbaar polyester maken als alternatief voor PET, waar onder meer wegwerpflessen van worden gemaakt. Groot potentieel, hoog risico.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier