Hoe Duitsland in 1917 een door militairen geleide staat werd
Waar is de geest van 1914 gebleven? Dat vroegen veel Duitsers zich in 1917, na drie jaar oorlog, af. De Russische barbaren waren teruggedreven, maar op het westelijk front zat alles vast. Het volk hongerde en de legerleiding vertoonde trekken van een militaire dictatuur.
De weifelende kanselier
De man die in september 1914 in grote haast de Duitse oorlogsdoelen op papier heeft gezet, is in 1917 nog altijd rijkskanselier. Theobald von Bethmann Hollweg heeft intussen een hele weg afgelegd. Zijn septemberprogramma uit de eerste oorlogsmaanden omvat annexaties in het westen en het oosten, die Duitsland tot de machtigste natie op het Europese continent moeten maken.
België mag als een bijgeknipt vazalstaatje blijven voortbestaan in het Duits getekende Europa. Wanneer het front vastloopt in Frankrijk beseft de kanselier dat zijn septemberprogramma nooit werkelijkheid zal worden. In november 1914 bezoekt hij het Duitse hoofdkwartier in Charle-ville-Mézières en schrijft aan een medewerker: ‘België is een harde noot. Ik heb in het begin ook over een vazalstaat mee gekletst, maar dat houd ik nu voor een utopie.’ Voor veel militairen is Bethmann een slappeling, die bang is om verder de weg te bewandelen die Duitsland in 1914 is ingeslagen.
De kanselier schippert en weifelt vaak. Bij wijlen gelooft hij écht in een Duitse overwinning en een vredesovereenkomst moet in ieder geval de Duitse heerschappij over Midden-Europa bevestigen. Maar doet dat er eigenlijk toe? Bethmann is slechts een van de spelers op het machtsveld van het Duitse Rijk.
Wilhelm II wil van het Duitse Rijk een wereldspeler maken en zijn buitenlandse beleid is er een van militair opbod en imperiale provocatie.
Een autocratie
Het Tweede Keizerrijk is een heel bijzondere constructie, die na de Frans-Duitse Oorlog (1870-1871) is opgetrokken door de Pruisische kanselier Otto von Bismarck. Het is een bond van 22 deelstaten en 3 vrije steden, met de koning van Pruisen als ‘voorzitter-keizer’. Twee derde van de bevolking woont in Pruisen en Pruisische militairen en ambtenaren hebben een zware hand in het bestuur. Bismarck heeft een autocratie geschapen met een paar democratische trekken.
De rijkskanselier, die ook de regeringsleider van Pruisen is, moet de wil van de keizer omzetten in beleid. Die twee zijn aan niemand verantwoording verschuldigd, maar een verkozen parlement, de Rijksdag, moet nieuwe wetten en begrotingen wel bekrachtigen en kan ze dus ook tegen houden.
Zo lang Bismarck rijkskanselier is, draait alles om hem. Maar in 1890 heeft de derde Duitse keizer, Wilhelm II, hem de laan uitgestuurd. De ambitieuze en ijdele Wilhelm wil zélf de politiek in handen nemen. Zijn talent daartoe is beperkt en in de praktijk raakt de macht binnen het rijk versplinterd over verschillende centra. Het leger is Wilhelms geliefkoosde speelgoed en de controle daarover is grondwettelijk afgeschermd. De Rijksdag mag alleen het budget goed- of afkeuren. Wilhelm II wil van het Duitse Rijk een wereldspeler maken en zijn buitenlandse beleid is er een van militair opbod en imperiale provocatie.
De schone schijn van Wilhelm
Van zo gauw er effectief gevochten moet worden in augustus 1914 stort de ‘Opperste Legerleider’ in elkaar. In de geallieerde propaganda krijgt de keizer de rol van de bloeddorstige Opperhun. In werkelijkheid gaat hij van de ene depressie naar de andere inzinking, met tussendoor vlagen van woede en euforie. Hij laat de oorlogvoering volledig over aan zijn generaals. Die informeren hem nog wel over de gebeurtenissen aan het front, maar op een heel selectieve manier. Plannen worden de keizer niet meer voorgelegd. Hij tekent orders en decreten, speldt medailles op, bezoekt ziekenhuizen en fabrieken en houdt de schijn op dat hij alles persoonlijk regelt. In 1916 moet hij het laatste nieuws over de gevechten rond Verdun uit de krant halen.
Helemaal uitgespeeld is de Duitse keizer niet. Bij alle grote ontslagen en benoemingen cirkelen kandidaten en tegenkandidaten om hem heen. Wilhelm houdt Bethmann lange tijd een hand boven het hoofd. Hij volgt het advies op van zijn kanselier om de chef van de generale staf, Erich von Falkenhayn, te vervangen door twee generaals die succes hebben geboekt aan het oostfront: Paul von Hindenburg en Erich Ludendorff.
Siamese tweeling
Na de overwinning op de Russen tijdens de slag bij Tannenberg (augustus 1914) is Hindenburg een mythische volksheld geworden. Hij heeft alleen maar een veldslag tegen het Russische leger gewonnen, maar in de ogen van veel Duitsers heeft hij daarmee de Slavische barbarij buiten de grenzen gehouden. Met zijn imposante gestalte, haast rechthoekige hoofd en grote snor, is hij ook de geknipte figuur voor de propaganda. Het ‘product’ Hindenburg is een injectie voor het Duitse oorlogsmoreel.
Ludendorffs aandeel in het succes op het oostfront is minstens even groot, maar hij werkt meer in de schaduw. Hindenburg wordt de nieuwe chef van de generale staf, Ludendorff krijgt de graad van eerste kwartiermeester-generaal.
De keizer noemt hen ‘de Siamese tweeling’. Bethmann gokt op de populariteit van Hindenburg om via hem een aanvaardbare vredesovereenkomst door te drukken, maar dat pakt verkeerd uit. Het duo Hindenburg-Ludendorff vindt hem een sta-in-de-weg, die ze alleen maar dulden omdat hij de Rijksdag onder controle blijft houden. Kort na hun aantreden geven ze hun boodschappenlijst vrij: tegen de lente van 1917 moet de productie van munitie ver dubbeld worden, die van artilleriestukken en machinegeweren verdriedubbeld. De hele burgerbevolking moet daartoe gemobiliseerd worden.
Om dat ambitieuze Hindenburgprogramma te realiseren voert de regering een verplichte arbeidsdienst in voor alle mannen tussen 17 en 60 jaar die niet in het leger zijn. Om de sociale vrede niet volledig te ondermijnen is er één belangrijke tegemoetkoming: in alle bedrijven met meer dan 50 werknemers komen er ondernemingsraden met vertegenwoordigers van het personeel.
Bethmann loopt een heel eind mee met de legerleiding en op 9 januari 1917 stemt hij zelfs in met een beslissing die hij vele maanden samen met de keizer heeft weten tegen te houden: het Duitse Rijk begint opnieuw met een onbeperkte duikbotenoorlog.
Doodvonnis of miljoenenerfenis?
Bethmann loopt een heel eind mee met de legerleiding en op 9 januari 1917 stemt hij zelfs in met een beslissing die hij vele maanden samen met de keizer heeft weten tegen te houden: het Duitse Rijk begint opnieuw met een onbeperkte duikbotenoorlog. Het is een wanhopige gok. ‘We hebben een papier ondertekend waarvan we niet weten of het ons eigen doodvonnis is of de aanvaarding van een miljoenenerfenis’, schrijft Bethmanns secretaris, Kurt Riezler. De militairen hebben de keizer ervan overtuigd dat de U-Boten (de onderzeeërs) het wonderwapen vormen waar de militaire situatie mee kan opengebroken worden. De Britten zullen na zes weken door de knieën gaan en daarna met hangende pootjes aan de onderhandelingstafel verschijnen.
Bethmann waarschuwt ervoor dat de U-Bootoorlog tot een Amerikaanse oorlogsverklaring zal leiden, maar dat risico wil iedereen erbij nemen. Met het U-Bootbesluit kantelt de macht in Duitsland definitief naar de zijde van de militairen. Er moet iets gebeuren en Bethmann heeft zelf niets beters te bieden.
De rapenwinter
Op het land kan de oorlog niet gewonnen worden en de geallieerde handelsblokkade is zeer doeltreffend. In de koude winter van 1916-1917 heerst de honger over Duitsland. De rapenwinter wordt hij genoemd. Graan en vlees zijn zeer zeldzaam geworden en het volk overleeft op aardappelen. Maar in de herfst van 1916 is de aardappeloogst deels mislukt. Rapen vormen het laatste redmiddel. Men eet rapensoep, rapenbrood, rapenkoteletten, rapenconfituur…
De rijkskanselier beseft dat het hongerende volk alleen maar opstandiger zal worden. De vakbonden kunnen de sociale vrede niet handhaven. Overal wordt weer gestaakt. De patriottische eenheid in de Rijksdag begint ook te scheuren. Het verzet binnen socialistische partij is in 1914 begonnen met één man: Karl Liebknecht. Maar hoe langer de oorlog duurt hoe groter de dissidentie wordt. De socialistische partijleiding wijst 33 opposanten de deur. Die vormen binnen het Duitse parlement vanaf maart 1916 een aparte fractie die een jaar later opgaat in een nieuwe socialistische partij, de Unabhängige Sozialistische Partei Deutschlands (USPD). De oude socialistische partij, die de regering altijd trouw is blijven volgen op het oorlogspad, scheurt in de lente van 1917 van boven tot onder. 120.000 partijleden stappen over, terwijl er 170.000 in het oude huis blijven. Bij de weglopers zijn een aantal grote namen als Karl Kautsky en Eduard Bernstein. Niet alleen bij de socialisten rommelt het. Ook binnen de katholieke Zentrumpartei (goed voor 91 zetels in de Rijksdag) klinken soms al eens antiregeringsstemmen.
In de koude winter van 1916-1917 heerst de honger over Duitsland. De rapenwinter wordt hij genoemd. Men eet rapensoep, rapenbrood, rapenkoteletten, rapenconfituur…
Als wie oproept tot staking is een hond
Bethmann weet dat hij in de binnenlandse oorlog ook een ‘wonderwapen’ moet bovenhalen. Als minister-president van Pruisen kondigt hij op 14 maart aan dat het reactionaire Pruisische cijnskiesrecht na de oorlog zal verdwijnen. Een dag later loopt het nieuws binnen dat er in Petrograd een voorlopige regering is gevormd die onder meer ruime burgerlijke vrijheden en algemeen stemrecht wil invoeren. De Russische Februarirevolutie heeft haar hoogtepunt bereikt en een golf van revolutionaire hoop rolt ook over Duitsland. De revolutie is het werk van de volksmassa’s. Dat moeten de Duitsers ook kunnen!
‘Het nieuws uit Rusland maakt de mensen dronken’, schrijft de Pruisische minister van Binnenlandse Zaken bezorgd. In april volgt een soort eerste repetitie voor een Duitse revolutie. Deze is vooral het werk van de meest linkse strekking binnen de USPD, de Spartakusbond die zich rond Karl Liebknecht en Rosa Luxemburg heeft gevormd. In Berlijn en Leipzig staken honderdduizenden fabrieksarbeiders en tienduizenden trekken door de straten. Ze eisen in de eerste plaats meer eten, maar soms klinken er ook politieke leuzen tegen de censuur en de repressie. De Duitse arbeiders worden ook opgeroepen om naar Russisch voorbeeld overal sovjets, arbeidersraden, op te richten.
De officiële vakbonden veroordelen de stakingen. Een aantal stakingsleiders verdwijnen in de gevangenis en het personeel van vitale bedrijven komt onder militaire controle te staan.
Na een paar dagen ebt de stakingsgolf weg. Generaal Groener, de chef van het Hindenburgprogramma, richt zich tot de manifestanten: ‘Onze ergste vijanden zijn onder ons. Het zijn zij die oproepen tot staking. Al wie oproept om te staken terwijl onze legers oog in oog staan met de vijand, is een hond.’ De USPD-militanten hebben een belangrijke rol gespeeld in de aprilstakingen. De arrogante boodschap van Groener verleent hun nog meer prestige. De partij groeit snel.
De rijkskanselier beseft dat het hongerende volk alleen maar opstandiger zal worden. De vakbonden kunnen de sociale vrede niet handhaven. Overal wordt weer gestaakt.
Een nieuwe wenslijst
Op 6 april 1917 gebeurt waar Bethmann voor gewaarschuwd heeft: de Verenigde Staten voegen zich bij het geallieerde kamp. De Britten gaan niet door de knieën. De Duitsers verliezen hun U-Bootgok. Ludendorff en Hindenburg moeten uitkijken naar een ander wonderwapen of naar een nieuwe strategie. Nu Rusland zo goed als uitgeschakeld is, ontstaan er andere mogelijkheden. De appetijt van het duo is onverminderd.
Op de oorlogsdoelenconferentie in het Kurhaus van Bad Kreuznach (23 april 1917) presenteren de legerleiders de kanselier en de keizer hun wenslijst. Die omvat massale annexaties, grensherschikkingen en de schepping van vazalstaten in oost en west. Ook de annexatie van de Belgische kust staat op het programma. ‘Een orgie van Ludendorff-militarisme’, noemt een historicus dat later.
Bethmann tekent meesmuilend het protocol van de conferentie, maar acht er zich niet door gebonden. Hij wil zijn keuzes niet baseren op ‘fantasieën’. Zijn lauwe reactie doet Ludendorff en Hindenburg besluiten dat ze van hem af moeten. Des te meer omdat hij volhardt in zijn pogingen om Pruisen te democratiseren en nu ook laat verstaan dat verkozen politici regeringsverantwoordelijkheid moeten krijgen. De keizer blijft hem daarin volgen, tot grote woede van de legerleiding.
Bethmann tekent meesmuilend het protocol van de conferentie, maar acht er zich niet door gebonden. Hij wil zijn keuzes niet baseren op ‘fantasieën’. Zijn lauwe reactie doet Ludendorff en Hindenburg besluiten dat ze van hem af moeten.
Politieke moord
De ‘Siamese tweeling’ hoeft zijn handen niet eens vuil te maken om de kanselier terzijde te schuiven. Een meerderheid in de Rijksdag keert zich tegen hem. Het eerste schot voor de boeg komt van Matthias Erzberger, een van de kopstukken van de katholieke Zentrumpartei en lange tijd zelf ook een oorlogshavik. Die maakt in het parlement brandhout van het militaire beleid. Hij somt de verkeerde keuzes en de foute berekeningen op: het U-Bootbesluit berust op een fatale speculatie en brengt het einde van de oorlog geen meter dichterbij. Hij roept op tot vredesoverleg en vraagt de Rijksdag om zich daarover uit te spreken.
De rede is niet rechtstreeks tegen Bethmann gericht, maar de vijanden van de kanselier ruiken bloed. Rond Erzberger en de Zentrumpartei vormt zich een wisselmeerderheid van katholieken, liberalen en (meerderheids)socialisten, die allemaal hun eigen reden hebben om Bethmann uit de weg te ruimen. De liberale politicus Gustav Stresemann speelt een sleutelrol in de intrige. Hij acht Bethmann onbekwaam om een vredesoverleg tot een goed einde te brengen. Ludendorff en Hindenburg kijken lachend toe in de coulissen. Wanneer de keizer aarzelt om zijn trouwe kanselier te ontslaan, gooien ze hun volle gewicht in de schaal en dreigen zelf met ontslag. De keizer buigt.
Bethmann gaat, maar de krachten die op hem hebben ingewerkt schieten verschillende kanten uit. De wisselmeerderheid in de Rijksdag keurt kort na zijn ontslag een Vredesresolutie goed, met 214 tegen 126 stemmen. De tekst is zeker geen radicaal anti-oorlogspamflet. Hij verdedigt de keuze voor oorlog in 1914, maar pleit voor vrede zonder annexaties. Economische vrede moet de basis vormen voor het vreedzame samenleven van de volkeren. Een vredesovereenkomst moet in ieder geval ‘recht op leven en ontwikkeling’ van Duitsland en zijn geallieerden garanderen. Zolang de vijandige regeringen die garanties niet willen leveren, zullen de Duitsers als één man voort blijven vechten.
(Tekst gaat verder onder de afbeelding)
Kleurloze vervanging
De vredesresolutie is een krachtig signaal, maar ook niet meer dan dat. Het effect is averechts. De Rijksdag wenst meer greep op de regering, maar op last van de Ludendorff en Hindenburg vervangt de keizer Bethmann door de kleurloze ambtenaar Georg Michaelis, zonder enige inspraak van de volksvertegenwoordigers. Michaelis is een marionet van de militairen en doet niets met de vredesresolutie. Die heeft een bijkomend averechts effect.
De voorstanders van annexaties verenigen zich in een nieuwe politieke groepering, de Deutsche Vaterlandspartei (DVLP), onder de leiding van ex-admiraal Alfred von Tirpitz. De DVLP verklaart de Rijksdag vervallen. Na de schandelijke vredesresolutie vertegenwoordigt het parlement het Duitse volk niet meer. De nieuwe groepering beweert dat zelf wél te doen. Zij wil geen gewone partij zijn, maar de basis van een brede vaderlandse volksbeweging, die moet uitmonden in een nieuwe Duitse staat, onder de leiding van een sterke man. Wie dat zal zijn, blijft in het midden: Tirpitz, Ludendorff en Hindenburg zijn valabele kandidaten. Keizer Wilhelm niet.
De DVLP ondersteunt het annexatieprogramma van de legerleiding maximaal en wil ook een groot Duits koloniaal rijk stichten, onder meer door Belgisch Congo te annexeren. Zij wordt op korte tijd inderdaad een massabeweging, maar bereikt niet het hele volk. Haar leden zijn overwegend protestants en komen uit de (hogere) middenklasse. Tachtig procent van de Duitse dominees sluit zich aan. Katholieken en arbeiders zijn zeldzaam in haar gelederen. Ludendorff en Hindenburg juichen de DVLP natuurlijk toe.
De nieuwe rijkskanselier, Georg Michaelis, stelt een paar verzoenende gestes in de richting van de Rijksdag. Voor de allereerste keer in de geschiedenis van het Tweede Rijk consulteert een Duitse regeringsleider de volksvertegenwoordigers voor hij een beslissing neemt in een diplomatiek dossier. Paus Benedictus XV heeft een concreet vredesvoorstel aan de Duitsers gestuurd. Dat houdt onder meer de ontruiming van België in. Michaelis zendt een beleefd, vrijblijvend antwoord terug, zonder enige concrete belofte, wat veel leden van de Rijksdag irriteert. Zijn politieke onhandigheid zorgt ervoor dat hij op zijn beurt snel wordt weggestuurd.
De Rijksdag recht de rug
De aanleiding voor het ontslag van Michaelis is de executie van twee matrozen van de oorlogsvloot. De grote Duitse oorlogsschepen liggen het grootste deel van de tijd voor anker in de havens. De matrozen moeten aan boord blijven, sommigen zelfs de hele tijd onder dek. Verlof wordt heel spaarzaam toegekend. Officieren wonen vaak wél gewoon in huizen in de havensteden. Het eten aan boord is erbarmelijk.
In februari 1917 circuleren op de schepen verhalen over de rol die Russische mariniers hebben gespeeld in de Russische revolutie. Op verschillende grote oorlogsbodems ontstaan clandestiene comités, die voorzichtig worden aaneengesmeed tot een netwerk van 5000 man, de Flottenzentrale. De leiders van de beweging zoeken contact met de politici die het dichtst bij hun idealen staan, die van de UDPS. Ze krijgen veel sympathie, maar geen praktische steun. Toch lanceren ze in de zomer van 1917 een paar acties, zoals een hongerstaking op de Prinz-Regent Luitpold.
Na een pesterij door de officieren gaan 600 matrozen van dat slagschip en van nog een paar kleinere schepen in groep van boord in Wilhelmshaven op 2 augustus. Ze marcheren in de gietende regen door de straten. Na een meeting met een paar speeches keren ze terug naar hun schepen. De reactie van de militaire overheid is keihard. De krijgsraad veroordeelt vijf actieleiders tot de doodstraf. Drie van hen krijgen genade, maar de matrozen Albin Köbis en Max Reichpietsch worden geëxecuteerd. De jonge mannen worden veroordeeld voor gewapende opstand in oorlogstijd, maar ze hebben zelf nooit enig geweld gebruikt of gepropageerd.
De krijgsraad heeft weinig gevonden dat op een echt politiek complot wijst, maar daar neemt de vlootleiding geen vrede mee. De UDPS wordt aangewezen als de duistere kracht achter de muiterij. Admiraal Capelle noemt in de Rijksdag drie UDPS-volksvertegenwoordigers (Haase, Dittmann en Vogtherr) bij naam als inspirators van de opstand. Volgens Michaelis is de UDPS een ‘staatsgevaarlijke partij’ die ‘aan de andere kant van de lijn staat’. Daarmee is zijn lot als kanselier bezegeld, want de meerderheidssocialisten schieten hun afgescheurde kameraden nu wel te hulp. Michaelis moet gaan en de Rijksdag bezweert de keizer om deze keer geen opvolger aan te stellen zonder voorafgaand overleg.
De derde Duitse kanselier van 1917 wordt Georg von Hertling, een katholiek en géén Pruis, wat op zich al kleine revolutie is. Hertling is bovendien een echt politicus, geen functionaris. Hij vormt een regering waarin hij ook liberale politici opneemt en die door de socialisten gedoogd wordt. De Rijksdag begint zijn rug te rechten, maar de échte macht zit natuurlijk elders, namelijk bij de ‘Siamese tweeling’ Hindenburg-Ludendorff.
In spijkers
De ster van veldmaarschalk Paul von Hindenburg staat hoger dan ooit. Zijn 70ste verjaardag, op 2 oktober 1917, groeit uit tot een heuse nationale feestdag. De schoolkinderen krijgen vrijaf en alle officiële gebouwen zijn bevlagd. In het hele land zijn er Hindenburg-huldigingen en worden zogenaamde ‘nagelbeelden’ van Hindenburg opgericht. Het zijn houten standbeelden waar patriotten tegen betaling een spijker in mogen slaan. Dat is een oude, bezwerende traditie. Het grootste Hindenburgspijkerbeeld staat in Berlijn, op de Königsplatz. Het weegt 26 ton en is meer dan 12 meter hoog.
De staatsgreep van de bolsjewieken in Rusland (6-7 november 1917) en vooral Lenins ‘Verklaring over de Vrede’ zijn niet van aard om de doelstellingen van Hindenburg en zijn ’tweelingbroer’ wat minder megalomaan te maken. Rusland is verslagen. Lenin stapt uit de oorlog. De bezette gebieden in het oosten liggen voor het grijpen en de troepen van het oostfront kunnen naar het westen verhuizen. Wanneer de vierde oorlogswinter begint heeft het hongerende Duitse volk nog altijd geen uitzicht op vrede.
1917, toen de Groote Oorlog een Wereldoorlog werd
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier