Hoe Bart De Wever reageerde op een signaal vanuit het Paleis
N-VA-voorzitter Bart De Wever heeft de Vlaamse formatie voorlopig stop gezet tot hij federaal meer duidelijkheid krijgt. Hij zet zijn eigen uitgangspunten even op hun kop.
In formule 1-termen zou men zeggen: De Wever ging de voorbije dagen door een chicane – dat is een snelle, niet van gevaar gespeende opeenvolging van twee bochten.
Bocht één: tijdens het voorbije weekend nodigde hij de voorzitter van CD&V, Open VLD en SP.A uit om een Vlaamse formateursnota in te kijken. De redactie van die tekst had heel wat om handen gehad, omdat De Wever zeer nadrukkelijk het VB daarbij had betrokken – of toch de indruk had gegeven dat dit zo was.
Toen de voorzitters van ‘de drie klassieke regeringspartijen’ – een andere verzamelnaam is er eigenlijk niet voor – de tekst onder ogen kregen, zagen ze een werkstuk dat weliswaar nog onaf was, maar waarover te praten viel. Er was een uitgewerkt sociaal luik, en er was een stevig hoofdstuk met strengere maatregelen rond migratie en de multiculturele samenleving.
Maar vrij unisono heet het dat ook in dat laatste deel ‘geen VB-pen’ te bespeuren viel. Het zou gaan om een weliswaar strenger beleid, maar niet om een koerswending die aangestuurd wordt door extreemrechts en sowieso niet te pruimen zou zijn voor de andere partijen. ‘Er stond niets in de tekst waarover sowieso niet te praten viel’.
Dat er zo weinig uitlekt over dit deel van de nota, heeft er veel mee te maken dat geen enkele partij een afschrift kreeg van de nota: Bart De Wever legde zijn voorstellen letterlijk voor aan de andere partijen die ze mochten inkijken, en dat was het. Vandaar dat men na afloop berichtte dat De Wever de wachtrijen in de (Vlaamse) zorgsector weg wil werken – welke partij zou daartegen kunnen zijn, welk deel van de eigen achterban (christendemocratisch, liberaal of socialistisch) zou men tegen de haren in kunnen strijken met dat ‘nieuws’? Maar tegelijk viel het op dat elke partij de tanden op elkaar hield over de potentieel moeilijkere voorstellen in het brede migratiedossier.
Maar goed, dat was zondag, en maandagmorgen. Er was een voorzichtige tevredenheid, want Bart De Wever had het VB – eindelijk – niet meer verder mee uitgenodigd in de onderhandelingen. Het leek erop dat er, meer dan een maand na de verkiezingen van 26 mei, eindelijk schot kwam in de Vlaamse regeringsvorming. Nadrukkelijk had formateur De Wever de linkse partijen Groen en PVDA niet uitgenodigd, alhoewel beide ‘winnaars’ waren van de verkiezingen, zij het de ene al kleiner dan de andere.
U leest het goed: binnen een maand moet er een tekst geschreven zijn die niet de basis is van een ernstige regeringsvorming, maar van een aftastende en hopelijk niet meer geheel vrijblijvende ‘preformatie’
Maar op een moment dat verwacht werd dat de federale informateurs Didier Reynders (MR) en Johan Vande Lanotte (SP.A) hun opdracht zouden teruggeven aan de koning, zag het er naar uit dat het geheel aan regeringsformaties in dit land eindelijk volgens het verwachte stramien zouden verlopen. De deelstaten zouden in juli relatief snel hun eigen regering vormen, en vanaf begin augustus zou vanuit die verzamelde regionale werkelijkheden, gekeken worden hoe nadien nog een federale regering in elkaar gepuzzeld te krijgen. Waarbij Bart De Wever zich bovendien de luxe kan veroorloven om in Vlaanderen nog even te spelen met de definitieve keuze: zou de N-VA kiezen voor een zogenaamd ‘Bourgondisch’ model, zoals in Antwerpen (dus met SP.A en Open VLD) of voor een centrumrechtse regering van ‘Zweedse’ snit (N-VA, CD&V en Open VLD)?
Dat was afgelopen zondag nog niet duidelijk, en dat zal het nog een hele tijd niet zijn.
Pre-preformateurs
En dat allemaal vanwege bocht twee op maandag. Het begon nog relatief onschuldig, zo leek het, behalve dat opnieuw een momentum aangebroken leek voor de lachers: het Paleis zei niét, zoals verwacht, tot het schijnbaar nutteloze duo informateurs Reynders en Vande Lanotte: ‘Heren, u mag beschikken’. Het Paleis vroeg hen uitdrukkelijk om een verlenging van hun opdracht met een maand, tot 29 juli, om tegen dan een nota op te stellen die tot start kan dienen van de ‘preformatie’-gesprekken.
U leest het goed: binnen een maand moet er een tekst geschreven zijn die niet de basis is van een ernstige regeringsvorming, twee maanden na de stembusgang, maar van een aftastende, en hopelijk niet meer geheel vrijblijvende ‘preformatie’. De informateurs als ‘pre-preformateurs’.
Zij het, toch interessant, dat de gesprekken straks niet meer per partij zullen plaatsvinden, maar per (oude) politieke familie, en dat men kijkt naar een gewone meerderheid. Wie bijzondere meerderheden wil – voor staatshervormingen, voor bijzondere confederale ontwikkelingen – zal de andere partijen op eigen kracht moeten overtuigen. Het zou een eerste duwtje kunnen zijn naar het isolement van de N-VA, of een vingerwijziging naar die partij om stilaan het eigen discours wat realistischer te maken.
Waar is de authentieke Bart De Wever eigenlijk gebleven?
Hoe subtiel het signaal vanuit Laken ook was, het werd wel degelijk gecapteerd op het N-VA-hoofdkwartier op de Brusselse Koningstraat. Het duurde geen uren of er was ineens een hoogst merkwaardige reactie van Bart De Wever. Omdat er geen duidelijkheid is over de federale koers, zet De Wever ook de Vlaamse onderhandelingen voorlopig stop. In ware communiquéstijl heet het dat ‘het verstandig is nog geen formele Vlaamse formatie op te starten in deze periode. De Vlaamse informateur zal de komende tijd zeker nog verder werken om inhoudelijk punten van convergentie uit te klaren’. Zo staat het er letterlijk, in wat vandaag his own words zijn: Bart De Wever gaat zijn tijd nemen om ‘inhoudelijk punten van convergentie uit te klaren’. Waar is de authentieke Bart De Wever eigenlijk gebleven?
Lees verder onder de foto
Intussen had ook de N-VA van zich laten horen: na een bijeenkomst van de N-VA-partijbestuur kwam er een mededeling met het meer klassieke Vlaamse hoorngeschal en trommelgeroffel. De huidige malaise heeft te maken met de samenvallende verkiezingen, het is een schande dat de andere partijen niet meer rekening houden met de verkiezingsoverwinning van het Vlaams Belang, en de PS wordt verweten dat ze niet ingaat op het door de N-VA zo nagestreefde confederalisme. Al meer concreet wordt de opmerking dat Ecolo en PS nog altijd zeggen dat ze niet met de N-VA willen praten. Conclusie van de partij die de Vlaamse onderhandelingen voor onbepaalde tijd on hold zet: ‘Om problemen op te lossen moet je immers minstens eerst praten met elkaar’.
In plaats van echt te praten, werd er dus vooral druk gefezeld – zo gaat dat in de Wetstraat. Over De Wever die in plaats van te onderhandelen als Vlaams kandidaat-ministerpresident de volgende weken liever een antidrugscongres bijwoont in Colombia. Officieel trekt hij er een week voor uit, terwijl het eigenlijk om een driedaagse bijeenkomst gaat.
Dat dit erop zou kunnen wijzen dat Jan Jambon de echte N-VA-kandidaat is om Geert Bourgeois op te volgen als minister-president. Oeps, om Liesbeth Homans op te volgen, want tot er een volwaardige nieuwe Vlaamse regering komt, is zij de officiële minister-president.
Homans is hoe dan ook de eerste vrouw die deze functie waarneemt. Vijftien jaar geleden droomde Steve Stevaert nog hardop van de toen nog piepjonge Freya Van den Bossche als eerste vrouwelijke minister-president van Vlaanderen. Sic transit gloria mundi, en niet toevallig is in het voorbije jaren ook de politieke kaart van het land fundamenteel veranderd.
Intussen wijzen alle andere partijen discreet naar de N-VA om te verklaren wat er gisteren gebeurde. ‘Blijkbaar woedt er intern een discussie: een deel van de partij wil wel vooruit, een ander deel is nog niet klaar met het VB en durft die partij nog niet achterlaten.’ Oude gloriën als Mark Eyskens doen waar ze goed in gebleven zijn: gloriëren. De N-VA die de Vlaamse regeringsvorming ondergeschikt maakt van de federale vooruitgang: als dat geen dijenkletser is.
De N-VA die de Vlaamse regeringsvorming ondergeschikt maakt van de federale vooruitgang: als dat geen dijenkletser is.
Hoe dan ook wordt er ook door meer ernstige beschouwers gewezen op parallelle ontwikkelingen in Vlaanderen en Franstalig België. In Vlaanderen moet de N-VA het VB lossen om zich vervolgens te positioneren op de federale kaart. In Wallonië kan de PS van Elio Di Rupo pas een hand uitreiken naar de N-VA nadat Bart De Wever de hand heeft gelost van Tom Van Grieken, Filip Dewinter en andere Dries Van Langenhoves. En dan heeft Di Rupo nog eerst een andere bocht te maken, namelijk tot een ordentelijk gesprek komen met de MR – de partij van Charles Michel was tijdens de verkiezingscampagne de grote boeman van de PS.
2019 is 2014 niet
Niet alleen de N-VA heeft dus tijd nodig: het vertragingsmanoeuvre van Bart De Wever speelt ook in de kaart van de partij die zogezegd de grote vijand is van de N-VA, de PS. In die zin zitten de grootste partijen van Vlaanderen en Franstalig België in hetzelfde schuitje: vandaag zijn ze nog niet klaar voor federale gesprekken. En omdat er hoegenaamd geen duidelijkheid bestaat over de federale partners, wordt er ook in de eigen regio gedraald. Vandaar dat vandaag alleen de Duitstalige regeringsvorming rond is.
Het manoeuvre van de N-VA kan dus op een zeker begrip rekenen. Want als er iéts is dat opvalt, is dat geen enkele Vlaamse ‘regeringspartij’ De Wever verbaal is beginnen afvallen. Integendeel, de officiële reacties – als die er al zijn – zijn terughoudend en gematigd, ook de opmerkingen off the record. Natuurlijk draagt het ertoe bij dat samen met de Eyskensen van deze wereld zelfs het kleinste kind begrijpt dat Bart De Wever de klassieke Vlaamse retoriek (en zelfs de vaste Vlaamse strategie) heeft moeten lossen.
In theorie zou dit een uitgelezen moment geweest zijn om een Vlaamse regering te vormen, en vanuit een sterke en al betonneerde Vlaamse positie naar de federale onderhandelingstafel te gaan. Maar 2019 is 2014 niet. Toen hadden N-VA en CD&V zich in zekere zin aan elkaar vastgeklikt, net zoals voor de verkiezingen al gebeurd was tussen CD&V en MR – of toch tussen Wouter Beke en Charles Michel. Die loyauteiten lagen vast, zo moest de PS tot haar eigen scha en schande ervaren.
Vandaag is dat niet zo. Niet vanuit Vlaanderen en de N-VA, want het begint nog altijd bij Bart De Wever die de vrijheid behoudt om zijn coalitiepartner te kiezen. Hij heeft in Antwerpen al het voorbeeld gegeven dat hij de CD&V moeiteloos wil droppen voor de SP.A, en dat dit leidt tot een best robuuste bestuursformule. Zelfs discussies met een zekere symboolwaarde, zoals die over de luchtvervuiling van cruiseboten of (potentieel nog gevoeliger) homosymboliek hebben de merkwaardige Antwerpse as tussen centrumrechts en centrumlinks niet kunnen doen rammelen.
Niet vanuit België, want de N-VA vreest dat de PS alles zal doen om zonder de N-VA te kunnen regeren: als het moet in een nieuw paarsgroen verbond, al dan niet aangevuld met christendemocraten. Maar zeker niet met Vlaams-nationalisten. De Wever wil eerst zekerheid dat hij straks in de herfst federaal niet buitenspel gezet wordt door partners die hij nu in zomerse stemming zou meenemen in de Vlaamse regering.
Dus wordt het wachten. Vooral de fotografen mogen zich klaar houden: op het eerste gesprek tussen N-VA en PS, dus wellicht tussen Bart De Wever en Elio Di Rupo. Het is koffiedik kijken of daar veel gezegd zal worden, maar het is een fase die hoe dan ook onvermijdelijk is in een federale logica – een logica die De Wever sinds gisteren opnieuw zwart op wit onderschrijft. Pas als de twee grootste partijen elkaar echt niet (willen/kunnen) vinden, winnen andere scenario’s aan politieke credibiliteit. Maar dat is dus nog niet voor nu.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier