Historicus Herman Van Goethem: ‘De Tweede Wereldoorlog is onze collectieve neurose’

(foto: Leo Delwaide sr.) Herman Van Goethem: 'Ik ben tevreden dat uitgerekend Bart De Wever heeft besloten tot de omdoping.' © RR
Peter Casteels
Peter Casteels Redacteur en columnist bij Knack

In zijn boek 1942 onthult historicus en UA-rector Herman Van Goethem hoezeer oud-burgemeester Leo Delwaide betrokken was bij de Jodenvervolging.

15 februari 2019

Het Antwerpse stadsbestuur beslist om het Delwaidedok om te dopen tot ‘Bevrijdingsdok’ door de kwalijke rol die burgemeester Delwaide speelde in de Jodenvervolging.

Herman Van Goethem: Leo Delwaide heeft als burgemeester van Antwerpen de razzia’s op Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog actief helpen voorbereiden. Als hoofd van de politie waakte hij zelfs persoonlijk over de uitvoering. De razzia’s waren ook heel professioneel georganiseerd. Agenten die weigerden mee te werken, legde Delwaide een tuchtsanctie op. Hij stationeerde de ‘zwarte’ agenten ook zo veel mogelijk in de Joodse wijk. Dat was allemaal in de geest van de Nieuwe Orde, het ging echt heel ver.

Andere historici hebben ook al onderzoek gedaan naar Leo Delwaide. Waarom kwam het pas na de publicatie van uw boek tot de omdoping van het Delwaidedok?

Van Goethem: Lieven Saerens toonde eerder al aan dat de Antwerpse politie in 1942 aan de Jodenrazzia’s meewerkte, maar de precieze rol van het Schoon Verdiep bleef een open vraag. Ik kon voortbouwen op Saerens’ onderzoek en in de diepte gaan. Dat heeft me wel tien jaar opzoekwerk gekost. Vroeger konden we nog denken dat Delwaide enkel toekeek naar wat er in zijn stad gebeurde tijdens de oorlog, maar dat is echt niet meer vol te houden. Het gaat om actieve betrokkenheid bij voorbereiding en uitvoering.

Een ode aan de bevrijding kunnen we wel gebruiken.

De stad Antwerpen besliste heel vlug om het Delwaidedok om te dopen. Waarom ging dat zo snel, terwijl er in andere gevallen jarenlang en vaak zonder resultaat over naamswijzigingen wordt gediscussieerd?

Van Goethem: Burgemeester Bart De Wever (N-VA) sprak op mijn boekpresentatie en hij had het boek vooraf gelezen. Ik denk dat hij gekozen heeft voor de vlucht vooruit om te vermijden dat dit in een breder debat met bijvoorbeeld ook de monumenten voor LeopoldII zou belanden.

Het dok heet nu Bevrijdingsdok, terwijl andere historici dit een uitgelezen kans vonden om een verzetsheld te eren. Wat vindt u?

Van Goethem: Er zijn zeker verzetshelden die zoiets verdienen, zoals Marcel Louette van de Witte Brigade. Maar ik ben erg tevreden met de algemenere keuze voor Bevrijdingsdok. Dat klinkt misschien evident, maar we weten allemaal dat in Vlaamsgezinde milieus de bevrijding bij wijze van spreken werd gezien als het feitelijke begin van de oorlog. De bevrijdingsfeesten stelden in Antwerpen lange tijd niet veel voor, dus ik ben tevreden dat uitgerekend Bart De Wever deze keuze heeft gemaakt. Antwerpen kan een ode aan de bevrijding wel gebruiken.

Heeft Vlaanderen het daar dan nog altijd zo moeilijk mee?

Van Goethem: Mensenlief, ja! De Tweede Wereldoorlog is onze collectieve neurose. Wij zijn nog altijd bezig met de verwerking ervan. We lopen ook jaren achter op buurlanden als Nederland en Frankrijk, omdat de collaboratie hier zo lang geïdealiseerd is. In Nederland hebben ze het over ‘de vervolging van collaborateurs’, terwijl wij het over ‘de repressie’ hebben. Dat klinkt alsof het een onrechtvaardigheid is. Ik vind dat ongehoord, maar dat woord zullen we niet meer kunnen afvoeren. Het is aan historici om dan toch minstens goed te duiden wat er echt is gebeurd in die periode.

Partner Content